Het menselijk brein is in de hele geschiedenis een bron van fascinatie en bewondering geweest, maar de psychologie ontwikkelde zich pas in de 19e eeuw tot een zelfstandige wetenschap.
Tot die tijd werd de studie van de psyche door velen gezien als een zijtak van filosofie, terwijl anderen het bij geneeskunde vonden horen, met de focus op de hersenen en het zenuwstelsel.
Het was de Duitse arts Wilhelm Wundt – tegenwoordig bekend als de vader van de moderne psychologie – die van psychologie een zelfstandig onderzoeksveld maakte.
Wundt was niet de eerste die de mentale toestand van mensen onderzocht. Hij was wel de eerste die zichzelf psycholoog noemde, en hij richtte een instituut op waar hij alleen psychologisch onderzoek deed en experimenten uitvoerde volgens erkende wetenschappelijke methoden.