SomeDriftwood
Schedels

Wie kwam met de eerste evolutietheorie?

In 1859 deed Charles Darwin veel stof opwaaien met zijn theorie over evolutie en natuurlijke selectie. Maar Darwins hypothese over de ontwikkeling van levende wezens in de geschiedenis was helemaal niet nieuw.

De Britse wetenschappelijke kringen waren in 1859 in rep en roer. In dat jaar publiceerde de bioloog Charles Darwin het boek De oorsprong der soorten met daarin zijn evolutietheorie. Volgens die theorie stammen alle levende wezens af van gezamenlijke voorouders en zijn er soorten ontstaan door natuurlijke selectie.

Het idee werd gezien als baanbrekend en godslasterlijk, en Darwins ideeën riepen veel discussie op. Maar Darwin was helemaal niet de eerste die aan evolutie had gedacht.

VIDEO: Zo werd Darwins theorie ontvangen

Video

De Grieken dachten na over evolutie

Een van de eerste ‘evolutionisten’ was de Griek Anaximander (610-546 v.Chr.). De filosoof dacht dat al het leven was ontstaan in water, en dat zeedieren aan land waren gegaan en zich hadden aangepast aan het landleven.

Ook mensen waren afkomstig van visachtige dieren, en ‘in deze dieren namen de mensen hun vorm aan,’ dacht Anaximander.

Andere knappe koppen uit de oudheid – zoals Zeno van Citium (circa 334-262 v.Chr.) – dachten dat al het leven een vaste functie had, en dat de natuur streeft naar ‘de structuur die het best kan overleven’.

Anaximander

Anaximander vermoedde dat alle landdieren afstamden van zeedieren, die ergens in het verleden het land op waren geklauterd.

© Kergeo

De kerk lag dwars

Hoewel de filosofen darwinistisch dachten, werden hun theorieën in de middeleeuwen gecensureerd, want de kerk beweerde dat God alles had geschapen. Levende wezens waren daarom volmaakt geschapen – en konden dus van nature niet evolueren.

Aan deze dogma’s hadden islamitische wetenschappers echter geen boodschap. De Arabische historicus en filosoof Ibn Khaldun schreef in 1377 dat de mens zich had ontwikkeld vanuit de ‘apenwereld’ in een proces waarin ‘er meer soorten ontstaan’.

Deze overtuiging probeerde Charles Darwin te bewijzen toen hij in 1859 De oorsprong der soorten uitgaf. Inmiddels is er wereldwijde consensus over de evolutietheorie.