Het gekloonde schaap Dolly
Op 22 februari 1997 verzamelen journalisten van over de hele wereld zich in een stal bij Edinburgh. Voor ze staat een nietsvermoedend schaap, dat – volgens de Schotse onderzoekers – het eerste met volwassen cellen gekloonde zoogdier is.
Dat betekent dat het schaap Dolly gemaakt is door een uiercel in een eicel te spuiten, die daarna in een draagmoeder werd geplaatst.
Het nieuws over het gekloonde schaap ging als een lopend vuurtje rond, maar Dolly was allesbehalve het eerste gekloonde dier.
Na haar dood in 2003 werd Dolly opgezet en in een Schots museum geplaatst.
Zeeanemoon was eerste gekloonde dier
Een naamloze zeeanemoon die door de Duitse bioloog Hans Driesch in 1891 werd gekloond, komt die eer toe. Destijds was het proces echter primitiever, want de onderzoeker sneed een eicel in tweeën. Dit resulteerde in twee bevruchte eitjes waaruit twee dieren groeiden.
Sommige deskundigen zijn van mening dat de methode van Driesch niet echt klonen te noemen is.
Ze vinden dat het succes toekomt aan de Brit John B. Gurdon, die in 1962 een eicel wist te bevruchten met een jonge cel van een kikkervisje, die zich daarna ontwikkelde tot een kikker.
De methode was zo effectief dat andere onderzoekers deze gebruikten om vissen te klonen, en later ook muizen en grotere zoogdieren.
De procedure is sindsdien onder meer gebruikt om proefdieren te klonen ten behoeve van de ontwikkeling van medicijnen.