Dargaud
Onderzoeker met ijskern

Wanneer werd de eerste ijsboring gedaan?

In 1840 en 1841 boorde een geoloog enkele gaten in het ijs van de Zwitserse Alpen. Dat was het begin van een nieuwe wetenschappelijke discipline, die ons miljoenen jaren terug laat kijken.

De eerste die om wetenschappelijke redenen in ijs boorde, was de Zwitsers-Amerikaanse geoloog Louis Agassiz. In 1840 en 1841 deed hij een aantal boringen op een gletsjer in de Alpen om vast te stellen of het ijs over de berg omlaag schoof.

Onderzoeker met ijskern

De analyse van ijskernen kan een klein venster naar het verleden openen.

© Dargaud

De theorie dat gletsjers kunnen bewegen, was nieuw en controversieel. Agassiz boorde handmatig een aantal diepe gaten in het ijs – tot 60 meter diep –, waarin hij palen plaatste.

Toen hij het jaar erop terugkeerde, zag hij dat de palen zich hadden verplaatst. De gletsjer had dus bewogen.

Klimatoloog ontwikkelde moderne analyses

Ruim een eeuw later deed de Deense klimatoloog Willi Dansgaard een ontdekking: ijsboringen konden worden gebruikt om het klimaat van het verleden te bestuderen. In de jaren 1950 kwam Dansgaard erachter dat metingen van bepaalde zuurstof- en waterstofisotopen, die waren ingevangen in het ijs, lieten zien hoe het klimaat vroeger was geweest.

Monster van ijskern

De vele lagen van het ijs bevatten informatie over het klimaat van vroeger.

© CSIRO

Dit kunnen ijskernen ons vertellen

Gewapend met zijn nieuwe kennis deed Willi Dansgaard talrijke boringen in het Groenlandse landijs. De diepste ijsboring ooit werd in 1998 op Antarctica verricht in een samenwerking tussen de VS, Rusland en Frankrijk. Deze boring was maar liefst 3623 meter diep.