Waarom vilden de Azteken hun gevangenen?
De Azteken vilden hun krijgsgevangenen levend. De reden voor deze wreedheid moeten we in hun godsdienst zoeken.

Mensenoffers waren volgens de Azteken noodzakelijk. Anders zou de wereld vergaan.
Als de Azteken krijgsgevangenen offerden aan de goden, sneden ze eerst het hart uit de nog levende slachtoffers. Maar daar bleef het niet bij. Ze vilden hen ook en maakten kleding van de huid.
Eerbetoon aan een god
Ze eerden daarmee de god Xipe-Totec, die volgens de Azteekse religie zijn eigen huid afstroopte om de mensen te voeden.
De gewaden werden gedragen door krijgers tijdens religieuze processies in de steden en door priesters, die de bloedige dracht 20 dagen moesten dragen – voor een goede maïsoogst.