Mensen kijken al duizenden jaren naar de naaste buur van de aarde.
Halverwege de 20e eeuw beginnen innovatieve ingenieurs in Duitsland, de Sovjet-Unie en de VS de technologie te ontwikkelen waarmee men voor het eerst voet kan zetten op een ander hemellichaam.
Er wordt geschroefd en gelast, geteld en berekend, gespioneerd en geobserveerd, totdat de eerste stap op de maan realiteit is voor de mens en de mensheid.
Inhoud
- Duitse raket in de ruimte (1942)
- Sovjetkogel is de eerste satelliet (1957)
- Laika is de eerste hond in de ruimte (1957)
- Straaljagerpiloten zijn eerste astronauten (1959)
- Sonde fotografeert de maan (1959)
- Gagarin haalt ruimte (1961)
- Kosmonaut verlaat ruimteschip (1965)
- Ruimtevaartuig landt veilig (1966)
- Ruimteschepen komen samen (1966)
- Met 40.000 km/h naar de maan (1967)
- Astronauten zie aarde opkomen (1968)
- De mens zet voet op de maan (1969)
1926: eerste raket met vloeibare brandstof
De Amerikaanse raketpionier Robert Goddard lanceert de eerste raket met vloeibare brandstof. Het Amerikaanse leger gebruikt zijn kennis van raketten nooit.
1937: nazi-Duitsland in de ruimtewedloop
Wernher von Braun gaat raketten ontwikkelen voor het naziregime. Zijn werk is gebaseerd op de vele rakettesten van de Duitse Vereniging voor Ruimtevaart.
Duitse raket in de ruimte (1942)

De 12,5 ton zware raket was een dodelijk wapen, maar door het gebrekkige besturingssysteem trof hij zelden doel.
Na de Eerste Wereldoorlog mocht Duitsland geen kanonnen maken, maar het vredesverdrag noemde geen raketten. Daarom bouwden Duitse ingenieurs de enorme V2-raket.
De eerste raketten met vloeibare brandstof werden al in de jaren 1920 gebouwd door amateurs in de VS, de Sovjet-Unie en Duitsland. Ze wilden raketten bouwen voor de ruimtevaart, maar die droom was nog heel ver weg.
Duitsland zette de eerste grote stap naar de moderne raket. Het land mocht volgens het Verdrag van Versailles na de Eerste Wereldoorlog geen langeafstandsartillerie meer hebben. Maar in het verdrag stond geen woord over raketten en daar maakte het Duitse leger gebruik van.
De weermacht nam de ontwikkeling van raketten, waarmee de Duitse Vereniging voor Ruimtevaart was gestart, over in het militaire gebied Kummersdorf buiten Berlijn.
Dankzij de jonge talentvolle ingenieur Wernher von Braun continueerden de autoriteiten het traject van de vereniging. In de jaren erna bouwde hij de hele industrie op en verzamelde de duizenden experts die nodig waren voor de raketproductie.
De eerste geslaagde lancering van de V2-raket was op 3 oktober 1942.

De ontwikkeling van de V2 had de Duitsers veel gekost. Na de oorlog eindigden veel V2’s in de VS, waar de techniek verder werd ontwikkeld.
De raket moest ingezet worden tegen Engeland, en met een startgewicht van 12,5 ton en een bereik van 300 km was hij enorm. Maar de V2 was niet erg precies en ook veel te duur, dus hij werd belangrijker voor de ruimtevaart dan voor Hitlers oorlog.
De Duitse raket was namelijk krachtig genoeg om de ruimte te bereiken.
1954: de eerste intercontinentale raket
Sergej Korolev begint met de bouw van de R7-raket. De R7 is de eerste intercontinentale raket uit de geschiedenis en heeft al ruim 1600 objecten de ruimte in gestuurd.
1955: ontwikkeling van de eerste spionagesatelliet
President Eisenhower laat met het civiele Vanguard-programma de eerste Amerikaanse satelliet lanceren. Tevens ontwikkelen de VS in het diepste geheim de eerste spionagesatellieten ooit, met het Corona-project.
Sovjetkogel is de eerste satelliet (1957)

Spoetnik 1 had een diameter van krap 60 cm en bevatte onder meer een radiozender.
Op 4 oktober 1957 lanceerde de Sovjet-Unie de eerste satelliet ter wereld: de Spoetnik 1. Deze metalen bol trok veel aandacht en over de hele wereld luisterden radioamateurs naar de signalen die hij uitzond.
Het brein achter de lancering was de visionaire ingenieur Sergej Korolev, die het raketprogramma van de Sovjet-Unie mocht leiden.
Hij had als taak een raket te ontwikkelen die doelen in de VS kon treffen, en het resultaat was de 280 ton zware R7-raket die de Spoetnik 1 lanceerde. De propagandawaarde van de satelliet was gigantisch en de lancering overviel de VS.
1957: Wernher von Braun naar de VS
De VS laten Wernher von Braun, die in 1945 naar het land kwam, raketten ontwikkelen.
Laika is de eerste hond in de ruimte (1957)

Vrouwtjeshond Laika was het eerste levende wezen in de ruimte. Een paar uur na de lancering stierf ze al door hitte en stress.
De lancering van de Spoetnik 1 was zo’n groot succes dat Nikita Chroesjtsjov, de leider van de Sovjet-Unie, opdracht gaf tot een nieuwe lancering om het 40e jubileum van de Russische Revolutie op 7 november 1957 te vieren. Korolev en zijn team hadden maar drie weken om een nieuwe raket te maken.
De Spoetnik 2 bevatte een kopie van de Spoetnik 1-sonde, een instrument om de straling van de zon te meten en een speciaal compartiment voor een hond.
De lancering op 3 november was opzienbarend omdat er een levend wezen aan boord was en omdat Spoetnik 2 wel 508 kg woog. De Russen lieten zo zien dat ze nog krachtigere raketten konden bouwen.
In 162 dagen cirkelde de Spoetnik 2 circa 2000 keer om de aarde, waarna hij verbrandde in de atmosfeer. Laika stierf al een paar uur na de lancering.
Door een fout in de warmteregulatie steeg de temperatuur enorm, maar de hond bewees dat je kunt overleven in een ruimtecapsule.

De Chinezen gebruikten al in de 13e eeuw raketten.
Chinezen vonden raket uit
De eerste raketten komen uit China en dateren van circa 1230. Het waren in feite vuurpijlen, die werden gebruikt als verweer tegen de Mongolen.
De Mongolen kopieerden de techniek en gebruikten die later bij aanvallen in Oost-Europa.
In 1288 gebruikten de Arabieren raketten om Spanje aan te vallen, waarna de technologie zich over Europa verspreidde.
In de middeleeuwen gebruikte men vaak raketten, maar die werden later vervangen door effectiever geschut.
1958: eerste Amerikaanse satelliet
De eerste Amerikaanse satelliet Explorer 1 werd gelanceerd met de Jupiter-C raket van Wernher von Braun. Explorer 1 doet de eerste grote wetenschappelijke ontdekking van het ruimtetijdperk: de stralingsgordels.
Straaljagerpiloten zijn eerste astronauten (1959)

De eerste astronauten van de VS werden Mercury Seven genoemd. Ze waren ervaren testpiloten uit het leger en hadden veel meer vlieguren dan hun Russische collega’s.
Na de Spoetnik 1 begon de race om de eerste mens de ruimte in te sturen. De Amerikanen begonnen direct te zoeken naar de eerste astronauten voor het Mercuryprogramma.
Het nieuwe ruimteagentschap NASA wilde ervaren piloten, maar er waren strenge eisen: omdat de Mercurycapsule zo klein was, moesten ze kleiner dan 180 cm zijn en hooguit 82 kg wegen.
De kandidaten werden uitgebreid getest en velen zakten. Anderen vertrokken zelf. Doortastende testpiloten, die gewend waren om zelfstandig te beslissen, vonden uren op de loopband staan of met hun voeten in ijswater zitten tijdverspilling.
NASA vond zeven mannen die uit het juiste hout gesneden waren: Alan Shepard, Gus Grissom, Gordon Cooper, Walter Schirra, Deke Slayton, John Glenn en Scott Carpenter.
Sonde fotografeert de maan (1959)

Loena 3 maakte een serie onscherpe foto’s van de achterkant van de maan.
Ruim een jaar na de lancering van de eerste satelliet stuurde de Sovjet-Unie de eerste raket naar de maan. In januari 1959 vloog de sonde Loena op maar 6000 km langs de maan en maakte daarna een baan om de zon.
In september 1959 werd de maan bereikt toen Loena 2 het oppervlak raakte. Slechts een maand later, op 4 oktober 1959, lanceerden de Russen Loena 3.
Die vloog om de maan heen en maakte de eerste foto’s van de achterkant. De kwaliteit was matig, maar uit de beelden bleek wel dat de achterkant bergachtiger was dan de kant die op de aarde gericht is.
1960: eerste weersatelliet
De eerste weersatelliet, TIROS-1, wordt gelanceerd door de VS. De eerste proeven zijn zo succesvol dat dit soort satellieten al snel de basis vormt voor betrouwbare weersvoorspellingen.

Terwijl Herschel op reis was, schreef een krant over zijn observaties.
Maanverhalen waren bedrog
In 1835 vertrok astronoom John Herschel naar Zuid-Afrika om de zuidelijke sterrenhemel te bestuderen. Die reis inspireerde journalist R.A. Locke van de krant New York Sun om een verhaal te schrijven over Herschels ervaringen.
In zes grote artikelen beschreef hij dat Herschel op de maan een fantastisch landschap had gezien, met meren en bergen bevolkt door maanmensen met vleugels, staartloze bevers, eenhoorns, geiten en bizons.
Het werd al snel duidelijk dat het om bedrog ging.
1961: Kennedy wil wedloop winnen
In zijn rede van 25 mei zegt de president van de VS John F. Kennedy dat hij voor het einde van het decennium een man naar de maan wil sturen.
Gagarin haalt ruimte (1961)

Joeri Gagarins missie met de Vostok 1 duurde slechts een uur en 48 minuten en bracht hem op een hoogte van 327 km. Hij werd een nationale held, maar het zou zijn enige missie zijn.
De VS en Sovjet-Unie voerden een verbeten strijd om als eerste een mens de ruimte in te sturen. Tot grote ergernis van NASA won de Russische kosmonaut Gagarin.
De reeks indrukwekkende ruimtetriomfen van de Sovjet-Unie zette zich voort, toen Joeri Gagarin in april 1961 een baan om de aarde maakte en de eerste mens in de ruimte werd. Slechts drie weken later bereikte de Amerikaanse astronaut Alan Shepard de ruimte.
De volgende mijlpaal volgde snel: in augustus bracht de pas 25-jarige Rus German Titov een heel etmaal in de ruimte door, en in februari 1962 maakte de Amerikaan John Glenn drie keer een baan om de aarde.
De Russen hadden vanaf het begin het voordeel dat hun ruimteschepen veel ruimer waren en genoeg plaats hadden voor voorzieningen voor langere ruimtevluchten.
Maar de Amerikaanse Mercurycapsule was erg krap. John Glenn zei: ‘Je gaat niet aan boord. Je trekt hem aan!’
De eerste vluchten waren extreem gevaarlijk. Gagarin en Glenn kregen allebei ernstige problemen toen ze naar de aarde wilden terugkeren.
Toen Gagarin op weg naar huis was, ontbrandden de remraketten wel, maar ze werden niet volgens planning afgeworpen. Daardoor begon de cabine wild rond te tollen en dreigde hij in brand te vliegen. Pas op het laatste moment brandde de kabel naar de remraketten door.
Bij John Glenn waren de technici bang dat het hitteschild was losgekomen, dus hij kreeg de opdracht om – in strijd met de procedure – de remraketten te behouden om het schild op zijn plek te houden.
1962: baan om de aarde
John Glenn wordt de eerste Amerikaan in een baan om de aarde. In februari maakt hij in het ruimteschip Friendship 7 drie keer een baan om de aarde. De satelliet Telstar brengt dat jaar de eerste directe tv-verbinding tussen de VS en Europa tot stand.
1963: eerste vrouw in de ruimte
De Russische Valentina Teresjkova is de eerste vrouw in de ruimte. Het duurt jaren voordat zij wordt opgevolgd. De tweede vrouwelijke kosmonaut bereikt in 1982 de ruimte en pas in 1983 sturen de VS een vrouw de ruimte in.
1963: Centaur krijgt de beste brandstof

De Atlas-Centaurraket gebruikte als eerste vloeibare zuurstof en waterstof – de meest effectieve chemische brandstof ter wereld.
Experts wisten al vanaf het begin dat het bouwen van een raket die sterk genoeg was om een ruimteschip van een paar ton naar de maan te sturen, bijna onmogelijk was.
Brandstoffen als vloeibare zuurstof en petroleum, die men in de eerste raketten gebruikte, waren daar niet krachtig genoeg voor.
De enige oplossing was om de meest effectieve brandstof te gebruiken die de wetenschap kent: vloeibare zuurstof en waterstof. Maar vloeibare waterstof moet bewaard worden bij -253° C, en de lage dichtheid vereist een enorme brandstoftank. Zuurstof bevriest bij -183° C en moet dus gescheiden worden van de ijskoude waterstof.
De Amerikanen gingen de uitdaging aan en in 1967 was de Atlas-Centaurraket klaar.
Nu hoefden ze ‘alleen nog maar’ de grotere motoren te ontwikkelen die werden gebruikt in de maanraket Saturnus V. De Russen kregen geen vat op deze technologie en dat hinderde hun ruimteprogramma.
1964: OS uitgezonden via satelliet
Voor het eerst worden de Olympische Spelen, die in de Japanse hoofdstad Tokio worden gehouden, over de hele wereld live uitgezonden via satelliet.
1964: capsule komt uit de lucht vallen
Bij een test raakt een Russische Voskhod-capsule zonder bemanning op 10 km hoogte los en valt als een baksteen op aarde. Toch gaat het programma door, in de hoop eerder een ruimtewandeling te kunnen maken dan de Amerikanen.

Jules Vernes maanreizigers werden uit een kanon geschoten.
Kanon stuurde reizigers weg
In 1865 verscheen Jules Vernes boek Van de aarde naar de maan, waarin drie reizigers in Florida, niet ver van het huidige Kennedy Space Center, uit een enorm kanon worden geschoten.
Ze vliegen rond de maan en zien aan de achterkant iets dat op lucht en water wijst – wellicht gebaseerd op een theorie van Peter Andreas Hansen, een Deense astronoom uit die tijd.
De terugreis eindigde net als bij de Apollomissies met een landing in zee.
Ranger 7 vindt een landingsplaats (1964)

Nerveus volgden de technici van NASA de lancering van Ranger 7. De zes eerdere Ranger-missies waren mislukt.
Toen de VS en de Sovjet-Unie begonnen aan hun race om de maan te bereiken, wisten astronomen nog maar weinig over het maanoppervlak. De hamvraag was of er gebieden waren die vlak genoeg waren om een ruimteschip op te laten landen.
Daarom stuurden de VS en de Sovjet-Unie een aantal ruimtesondes om de maan te onderzoeken. De Amerikanen waren de eersten met goede beelden.
De eerste zes missies van het Rangerprogramma mislukten, maar de Ranger 7-sonde stuurde 4308 haarscherpe foto’s naar de aarde voordat hij met 9500 km/h op het maanoppervlak te pletter sloeg.
De beelden lieten zien dat het maanoppervlak vol zat met kraters en dat deze niet vulkanisch waren, zoals sommige mensen toen dachten. Het waren juist inslagkraters.
Ranger 7 werd gevolgd door Ranger 8 en 9, maar daarna kwam het nog belangrijkere Lunar Orbitarprogramma, met vijf ruimtesondes die allemaal een baan om de maan maakten.
Ze moesten landingsplaatsen vinden voor het Apolloprogramma en brachten vrijwel het hele maanoppervlak in kaart.
Kosmonaut verlaat ruimteschip (1965)

Leonovs ruimtepak zwol op als een ballon, waardoor hij de primaire camera niet kon bedienen en de beelden van zijn ruimtewandeling korrelig zijn.
De Rus Aleksej Leonov maakte de eerste ruimtewandeling ooit. Maar in de ruimte zwol zijn pak op als een ballon, waardoor hij bijna niet was teruggekeerd.
Op 18 maart 1965 opende de Russische kosmonaut Aleksej Leonov het luik van zijn ruimteschip en maakte als eerste mens een ruimtewandeling.
Die voerde hij foutloos uit. Maar toen hij terug wilde keren naar zijn collega in het ruimteschip, ging het bijna mis. De druk in zijn ruimtepak had ervoor gezorgd dat het was opgezwollen in het vacuüm van de ruimte.
Nu kon hij niet terug door de luchtsluis. Hij verlaagde een paar keer de druk in zijn pak, maar een te lage druk zou levensgevaarlijk zijn.
Pas toen de druk onder de gevarengrens van 0,25 atmosfeer was, kon hij zich door de sluis wurmen.

Aleksej Leonov maakte deel uit van het eerste team kosmonauten dat werd geselecteerd. Zijn ruimtewandeling overviel de Amerikanen.
De Russen hadden de Amerikanen op de valreep verslagen. Drie maanden later maakte astronaut Edward White de eerste Amerikaanse ruimtewandeling. Ook hier was het bijna misgegaan.
Het luik ging al lastig open, en toen White na 22 minuten in de ruimte weer naar binnen was gekomen, hadden hij en zijn collega McDivitt grote moeite om het weer te sluiten.
1965: communicatiesatelliet
De VS lanceert de eerste communicatiesatelliet in een geostationaire baan. In datzelfde jaar bereikt de Mariner 4-sonde Mars en stuurt 21 foto’s van een oppervlak vol kraters naar huis.
Ruimtevaartuig landt veilig (1966)

De Surveyor 1-sonde nam een foto van zijn eigen schaduw toen hij op 2 juni 1966 op de maan landde.
In 1966 was de maan in kaart gebracht, maar niemand wist of het oppervlak gewoon een bodemloze stofzee was. Daarom stuurden de Sovjet-Unie en de VS landingssondes ernaartoe.
De Ranger- en Lunar Orbiter-missies hadden de maan in kaart gebracht en laten zien dat er vlakke stukken waren waarop een maanlanding mogelijk was.
Maar de vraag bleef of het maanoppervlak massief genoeg was om een ruimteschip te dragen. Er waren theorieën over ‘stofzeeën’ op de maan, die elk ruimteschip dat wilde landen zouden opslokken.
Daarom ontwikkelde NASA de Surveyor-ruimtesondes. Die waren uitgerust met remraketten en landingspoten en moesten op ongeveer dezelfde wijze landen als een bemand ruimteschip.
In juni 1966 landde de Surveyor 1 als eerste sonde op de maan, en tot grote opluchting van iedereen bleek dat het maanoppervlak weliswaar bedekt is met een laag stof, maar dat die niet heel dik is.
Onder het stof bevond zich een zeer stabiele rotsbodem.
De Russische Loena-sondes hadden een identieke opdracht.

De missie bewees dat het maanoppervlak bedekt is met een dunne laag stof en daaronder zo stabiel is dat het een sonde kan houden.
Na veel pech lukte het de Loena 9 al in februari 1966 om op de maan te landen – dus vier maanden voor de Surveyor 1 – en daarmee kun je stellen dat de Russen ook deze stap eerder namen dan de Amerikanen.
Maar hoe zacht de Russische landing was, is onderwerp van discussie.
De landingstechniek was namelijk vrij primitief. De Loena 9 was een bolvormige capsule, die het maanoppervlak met 50 km/h raakte, een paar keer terugveerde en uiteindelijk tot stilstand kwam.
De Loena 9 maakte de eerste foto’s van het maanoppervlak, maar het Engelse Jodrell Bank Observatory onderschepte ze en publiceerde ze eerder dan de Russen.
1966: Sergej Korolev sterft
De leider van het Russische ruimteprogramma, de verzwakte Sergej Korolev, sterft in Moskou na een operatie. Dit heeft vergaande gevolgen voor het Russische ruimteprogramma, dat vooral om hem heen is gebouwd.
1966: baan om de maan
De onbemande Amerikaanse sonde Lunar Orbiter 1 wordt in een baan om de maan gebracht. De sonde neemt gedetailleerde foto’s van het oppervlak om een geschikte landingsplaats te bepalen.
Ruimteschepen komen samen (1966)

De bemanning van Gemini 8 kon de sonde van grote afstand zien en de koppeling ging perfect.
Het Apolloprogramma van de Amerikanen, dat een man naar de maan moest brengen, ging uit van het koppelen van twee vaartuigen in de ruimte: een commandomodule en de maanlander zelf.
De Amerikanen creëerden dus het Geminiprogramma: een aantal lanceringen die de koppelprocedure moesten optimaliseren. In maart 1966 voerden Neil Armstrong en David Scott de eerste koppeling in de ruimte uit.
De Gemini 8 zou een onbemand vaartuig treffen en de koppeling slaagde. Maar een fout in de stuurraket liet het ruimteschip hevig rondtollen.
Neil Armstrong stopte kordaat de rotatie en de Gemini 8 maakte een noodlanding in zee.
1967: astronauten komen om
De astronauten Grissom, White en Chaffee komen om bij een oefening in een Apollo-capsule. Hierdoor verandert NASA het ontwerp van de capsule ingrijpend.
1967: kosmonaut sterft
Vladimir Komarov is de eerste kosmonaut die tijdens een missie omkomt. Na 18 banen om de aarde begint Komarov aan de terugreis, maar de parachute van de Sojoez 1-capsule gaat niet open.
Met 40.000 km/h naar de maan (1967)

De Saturnus V-raket werd in het enorme ‘Vehicle Assembly Building’ in elkaar gezet en naar het startplatform een stukje verderop gereden.
Toen NASA had bepaald hoe de Amerikanen op de maan moesten komen, hadden ze geen raketten die sterk genoeg waren voor de missie.
Een paar jaar voor de eerste maanlanding wogen de grootste raketten ter wereld nog maar een paar ton. Voor het Apolloprogramma waren raketten met een startgewicht van circa 3000 ton nodig.
Maar de Amerikanen hadden de visionaire ingenieur Wernher von Braun en een moderne industrie. Dit resulteerde in de 100 meter lange drietrapsraket Saturnus V.
Het kostte nog geen zes jaar om deze gigantische raket, met in de bovenste twee trappen zeer effectieve vloeibare waterstof, te ontwikkelen. De Saturnus V is in totaal 13 keer gelanceerd, en altijd met succes.
De Russen kregen vloeibare waterstof maar niet onder controle, en hun prototype voor een maanraket, N1, had veel zwakkere motoren.
De vier N1-lanceringen eindigden allemaal in enorme explosies, en in 1976 beëindigden de Russen het programma.

In Wells’ boek worden de hoofdpersonen gevangengenomen door de bewoners van de maan.
Slimme insecten bewoonden de maan
Een van de bekendste romans van de Engelse schrijver H.G. Wells is De eerste mensen op de maan uit 1901.
Hierin wordt de reis naar de maan gemaakt in een bol, bedekt met de stof Cavorite die de zwaartekracht blokkeert. De maan wordt bewoond door hoog ontwikkelde insecten, aangevoerd door ‘The Grand Lunar’.
Astronauten zie aarde opkomen (1968)

De bemanning van de Apollo 8 ziet de aarde opkomen boven het dorre maanoppervlak vol kraters.
Met de Saturnus V-raket had NASA de leiding genomen in de race naar de maan.
Maar er ontbrak nog een tussenstap en hier hadden de Russen een kans. Als de Sovjet-Unie de eerste natie werd die een bemande missie rond de maan kon sturen, zou dat een belangrijke propagandazege zijn. In 1968 hadden al twee onbemande Russische ruimteschepen dit gedaan.
Het ruimteschip was groot genoeg om een kosmonaut mee te nemen en het gerucht ging, dat de Russen in december 1968 een bemande vlucht zouden maken.
Hierdoor nam NASA misschien wel het moedigste besluit uit de ruimtevaarthistorie: op zijn derde vlucht moest de Saturnus V al een bemand ruimteschip naar de maan brengen.
Op 21 december 1968 werd Apollo 8 gelanceerd, met aan boord Borman, Lovell en Anders. De eerste bemande Saturnus V-lancering verliep soepel en drie dagen later maakte Apollo 8 een baan om de maan.
De drie astronauten waren de eersten die de aarde zagen opkomen boven de maan. Inzicht: techniek en crew zijn klaar voor een bemande maanlanding.

In de stomme film Frau im Mond zoeken de maanreizigers naar goud.
De maan zat vol met goud
De eerste serieuze poging om een reis naar de maan te beschrijven is de film ‘Frau im Mond’ uit 1929 van Fritz Lang.
Hermann Oberth, een ruimtevaartpionier, was adviseur bij de film, waarin het vinden van goud het doel van de reis was. Dat doet denken aan onze huidige droom om de zeldzame stof Helium-3 op de maan te vinden.
1968: Gagarin sterft
De Russische ruimteheld Joeri Gagarin sterft als hij met slecht weer neerstort tijdens een trainingsvlucht met een MiG-15-straaljager. Zijn as wordt bijgezet in de Kremlinmuur aan het Rode Plein.
1968: vergeefse poging
Europa probeert vergeefs een satelliet te lanceren met de raket Europa-1.
1969: nucleaire raketmotor
De Amerikanen testen een nucleaire raketmotor, die een centrale rol moet gaan spelen bij reizen naar Mars, maar het project wordt stopgezet.
1969: het eindtraject van de ruimtewedloop
Apollo 9 voert een bemande test met de maanlander uit.
De mens zet voet op de maan (1969)

Neil Armstrong en de landingsmodule worden weerspiegeld in Buzz Aldrins vizier. De camera zat op Armstrongs borst.
In juli 1969 landde een ruimteschip op de maan en twee astronauten lieten daar hun voetafdrukken achter in het stof. De maan was bereikt en een droom was in vervulling gegaan.
De Apollo 11 werd op 16 juli 1969 gelanceerd. Aan boord waren Neil Armstrong, Edwin ‘Buzz’ Aldrin en Michael Collins.
Toen het ruimteschip in een baan om de maan vloog, verlieten Armstrong en Aldrin de commandomodule om met de landingsmodule Eagle het maanoppervlak te bereiken.
Maar de landing was bijna geëindigd in een ramp. De maanlander ging rechtstreeks op een krater vol grote stenen af en Armstrong moest snel een andere landingsplaats zoeken.
Toen hij eindelijk vlak terrein vond, zat er nog maar voor 20 seconden brandstof in de tanks.
Armstrong en Aldrin bleven ruim 21 uur op de maan en hun maanwandeling duurde 2 uur en 14 minuten.
De maanlanding in beeld

Landingsmodule boven de maan.

Armstrong neemt een stap en betreedt het maanoppervlak.

Buzz Aldrins zware laarzen laten een diepe afdruk achter in het stof.

De astronauten verblijven meer dan 21 uur op de maan.

Buzz Aldrin pakt de meetapparatuur uit.

De astronauten planten de Amerikaanse vlag om de landing te markeren.

In totaal hebben 12 astronauten voet gezet op het maanoppervlak.
Efterskrift
Naast het planten van de Amerikaanse vlag en het verzamelen van ruim 21 kilo aan monsters, is er een laserspiegel opgesteld, die nu nog gebruikt wordt om de afstand tussen de aarde en de maan te bepalen.
Het landingsgestel van de Eagle staat nog op de maan, met op een poot een gedenkplaat met de woorden: ‘Here men from the planet Earth first set foot upon the moon. July 1969 A.D. We came in peace for all mankind’.
Het had acht jaar en 24 miljard dollar gekost om de uitdaging van president Kennedy om voor het einde van de jaren 1960 een mens op de maan te krijgen te realiseren.
Apollo 11 schreef geschiedenis
- De eerste bemande reis naar de maan en weer terug duurde 8 dagen, 3 uur, 18 minuten en 35 seconden.
- De landingsmodule Eagle landde vlak bij de maanequator, op de grote lavavlakte Mare Tranquillitatis.
- De Sovjet-Unie zag na de Apollo 11-missie af van de plannen om een mens naar de maan te sturen.
- De Amerikanen voerden in de jaren 1969-1972 zes maanlandingen uit en 12 Amerikanen hebben voet op het maanoppervlak gezet.