Granger/Imageselect
J. Robert Oppenheimer.

Oppenheimer: De architect van de allereerste atoombom

Gevoelige natuurkundige wordt ‘vader van de atoombom’. Lees meer over Oppenheimer, zijn gewetensbezwaren over de wapenwedloop met Hitler en de paddenstoelwolken na de Tweede Wereldoorlog.

Toen de kernwapenwedloop met nazi-Duitsland losbarstte, was J. Robert Oppenheimer de aangewezen man.

Oppenheimer werd benoemd tot hoofd van het Amerikaanse atoomwapenprogramma, het zogenaamde Manhattanproject, en was de drijvende kracht achter de eerste atoombom uit de wereldgeschiedenis.

Na Hiroshima wilde de Amerikaanse overheid de nog dodelijkere waterstofbom ontwikkelen. Oppenheimer verzette zich hier fel tegen, maar werd buitenspel gezet en bestempeld als communist.

Hier lees je alles over Oppenheimer – van zijn eerste scheikundeproeven tot aan de atoombom.

In de vroege ochtend van 16 juli 1945 lag J. Robert Oppenheimer plat op de grond in een bunker in de woestijn Jornada del Muerto (Spaans voor ‘Dodenreis’) in New Mexico.

De 41-jarige Amerikaanse natuurkundige keek vol verwachting in zuidoostelijke richting naar zijn testbom ‘The Gadget’, die negen kilometer verderop op een 20 meter hoge, stalen toren was bevestigd.

De afgelopen twee jaar had Oppenheimer samen met een team van 3500 wetenschappers in het woestijnstadje Los Alamos, 330 kilometer ten noorden van de testlocatie, gewerkt aan de eerste atoombom ter wereld.

En nu moesten ze bewijzen dat ze het bij het juiste eind hadden, toen ze het dodelijkste wapen uit de wereldgeschiedenis ontwikkelden.

Wonderkind hield van wetenschap en poëzie

Einstein en Oppenheimer.

Oppenheimer behoorde tot de absolute top van de theoretische natuurkunde, samen met andere genieën zoals Albert Einstein, Niels Bohr en zijn ‘collega’ aan de kant van de nazi’s: Werner Heisenberg.

© Public domain

Julius Robert Oppenheimer werd op 22 april 1904 in New York geboren in een joods gezin met Duitse roots.

Hij was een hoogbegaafd kind dat Plato en Homerus las in het Oudgrieks, gedichten schreef en op 10-jarige leeftijd al natuur- en scheikundige experimenten deed.

In 1922 ging Oppenheimer naar de Harvard University. Naast scheikunde studeerde de 17-jarige jongeman ook filosofie, Franse literatuur, Engels en geschiedenis.

Na Harvard richtte Oppenheimer zich op de natuurkunde. In 1925 werd hij als promovendus aangenomen door het gerenommeerde Cavendish Laboratory van de universiteit van Cambridge.

Maar terwijl de jongeman op academisch niveau uitblonk, was hij sociaal onhandig.

‘Ik was altijd ongelukkig en snapte andere mensen niet. Ik had gewoon niet zoveel met de wereld om me heen,’ zei de volwassen Oppenheimer later over zijn jongere zelf.

Robert Oppenheimer promoveerde in de theoretische natuurkunde aan de universiteit van Göttingen. Tijdens zijn negen maanden durende verblijf aan deze universiteit schreef hij zeven wetenschappelijke publicaties. Zijn proefschrift – over het foto-elektrisch effect in waterstof en röntgenstraling – was binnen drie weken klaar.

Flirt met het communisme

Vlag.

Toen Oppenheimer jong was, werd een communistische samenleving gezien als een reële optie. In de jaren 1930 werd Amerika getroffen door een economische crisis en was er veel armoede. Hierdoor was het communisme geen verre utopie, zoals tijdens de Koude Oorlog en de Tweede Wereldoorlog.

© Shutterstock

Op zijn 23e, in 1928, keerde Oppenheimer terug naar de VS en werd hij adjunct-directeur van de Californische universiteiten Caltech in Pasadena en Berkeley in San Francisco.

Zelf woonde hij op een afgelegen ranch in New Mexico. Oppenheimer hield net zoveel van de woestijn als van de collegezaal. ‘Mijn twee grote liefdes zijn New Mexico en natuurkunde. Het is heel jammer dat die twee niet te combineren zijn,’ zei hij.

In 1936 vond hij zijn derde liefde: de mooie, 22-jarige psychiatriestudente Jean Tatlock. Ze was lid van de Amerikaanse communistische partij (CPUSA), en al gauw raakte Oppenheimer betrokken bij linkse politiek.

‘Eind 1936 begonnen mijn interesses te verschuiven. Ik zag hoe politieke en economische gebeurtenissen het leven van mensen kunnen beïnvloeden,’ zei hij later.

De relatie met Jean Tatlock hield geen stand, maar ze bleven goede vrienden tot ze in 1944 zelfmoord pleegde. In 1939 ontmoette Oppenheimer de Duits-Amerikaanse bioloog Katherine ‘Kitty’ Vissering Puening, die ook lid was van de CPUSA, en trouwde met haar in 1940.

Oppenheimer onderzocht door FBI

Uittreksel uit het FBI-dossier over Oppenheimer.

De eerste aantekeningen in het FBI-dossier over Oppenheimer dateren uit de jaren 1930. Later werd hij zo streng in de gaten gehouden dat het bijna absurd werd – elke stap die hij zette werd genoteerd.

© Public domain

Oppenheimers flirt met het communisme was, in zijn eigen woorden, ‘heel kort en heel intens’. Hij werd nooit lid van de communistische partij van de VS.

Vanwege zijn banden met linkse kringen, onder andere via zijn vrouw Kitty en zijn broer Frank, begon de FBI de natuurkundige, die intussen hoogleraar was geworden in Berkeley, te volgen.

Vanaf 1941 luisterde de FBI zijn huis af. Zijn dossier bevatte uiteindelijk duizenden pagina’s en concludeerde dat hij ‘communistische sympathieën’ had.

Maar dit dossier was niet voldoende om de briljante natuurkundige te ontslaan.

Een paar maanden na de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941, toen Amerika betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog, werd Oppenheimer directeur van het grootste wetenschappelijke project uit de wereldgeschiedenis.

Het zogenoemde Manhattanproject werd gelanceerd door president Roosevelt en in het geheim aangestuurd vanuit een discreet kantoor in Manhattan – vandaar de naam.

Het doel was om, eerder dan de Duitsers, de eerste atoombom ter wereld te bouwen.

Waarom het Duitse kernwapenprogramma mislukte

Ontmanteling van een uraniumreactor in april 1945.

Geallieerde experts ontmantelen een Duitse kernreactor in 1945. Deze reactor was verborgen in een grot in de Zuid-Duitse stad Haigerloch.

© Public domain

Niels Bohr maakte de atoombom mogelijk

Leslie Groves en J. Robert Oppenheimer.

Oppenheimer en de hoogste baas van het Manhattanproject, generaal Leslie Groves. De slungelige wetenschapper was bezeten door het project en werkte zo hard dat hij uiteindelijk nog maar 52 kilo woog.

© Wikimedia Commons

De theorie achter de atoombom was gebaseerd op een wetenschappelijk artikel van de Deense natuurkundige Niels Bohr uit 1939.

In dit artikel schreef Bohr dat het mogelijk was om een onvoorstelbare hoeveelheid energie te creëren met de juiste hoeveelheid uranium-235 – een zeldzame isotoop.

De vraag was hoeveel uranium er nodig was. En dat rekende Oppenheimer uit. Volgens hem was er 100 kilo uranium-235 nodig om een kettingreactie te veroorzaken die krachtig genoeg was om tot een explosie te leiden. Later bleek dat 64 kilo voldoende was om een uraniumkern tot ontploffing te brengen.

Generaal Leslie Groves, hoofd van het Manhattanproject, wist het zeker: communist of niet, zonder Oppenheimer zouden de VS nooit een atoombom bouwen.

Het Manhattanproject in cijfers

De bom die gebruikt werd bij de Trinity-test: ‘The Gadget’.

De testbom ‘The Gadget’ vlak voor de explosie op 16 juli 1945.

© Wikimedia Commons

Het Manhattanproject liep van 1942 tot en met 1945. Een duizelingwekkende hoeveelheid natuurkundigen, scheikundigen, ingenieurs en studenten werkten aan het project vanuit topgeheime fabrieken overal in de VS.

De allerbeste wetenschappers waren gestationeerd op een geheime locatie bij Los Alamos, in de woestijn van New Mexico. Hier werkte Oppenheimer als wetenschappelijk directeur.

Het centrum werd in maart 1943 geopend en 18 maanden later werkten er ongeveer 3500 mensen.

2,2 miljard dollar gaf de Amerikaanse regering uit aan de ontwikkeling van de atoombom.

130.000 mensen werkten van 1942 tot 1945 aan het Manhattanproject.

3 hoofdcentra vormden het werkterrein van het Manhattanproject: Oak Ridge (Tennessee), Hanford (Washington) en Los Alamos (New Mexico).

64 kilo uranium-235 werd geproduceerd in de enorme fabrieken K-25 en Y-12 in Oak Ridge, Tennessee, voor de atoombom Little Boy. In Hanford, ten zuiden van Seattle, produceerden de Amerikanen een onbekende hoeveelheid plutonium voor de testbom The Gadget en de atoombom Fat Man.

18.000 kernkoppen waren er tegen het einde van de jaren 1950 in de VS.

Het geweten van Oppenheimer

Voordat hij betrokken raakte bij het Manhattanproject, wees niets erop dat Oppenheimer ooit hoofd zou worden van een geavanceerd wapenprogramma. Integendeel, er werd weleens gezegd dat hij niet eens een hotdogkraam zou kunnen runnen.

Toch hebben veel natuurkundigen die tijdens het Manhattanproject nauw met hem samenwerkten bijzonder warme herinneringen aan hem, en zien ze hem als een enorme bron van inspiratie.

In het begin was Oppenheimer een duidelijk voorstander van atoomwapens: door zijn studie in Göttingen wist hij hoe ontzettend goed de Duitse wetenschappers waren. En als jood twijfelde hij niet aan de ongekende meedogenloosheid van de nazi’s.

Een van Oppenheimers ex-studiegenoten, Isidor Rabi, sloeg zijn uitnodiging om deel te nemen aan het Manhattanproject af. De reden was dat hij niet wilde dat drie eeuwen theoretisch natuurkundig onderzoek zouden culmineren in een massavernietigingswapen. Maar Oppenheimer reageerde zonder gewetensbezwaren:

‘Voor mij gaat het er vooral om dat we in oorlogstijd een doorslaggevend wapen ontwikkelen. Als je het mij vraagt, geven de nazi’s ons geen andere keuze dan deze ontwikkeling door te zetten.’

Nooit meer hetzelfde

Een tv-fragment uit 1965 waarin Oppenheimer praat over de gevoelens en gedachten die door zijn hoofd gingen na de geslaagde kernproef in 1945.

Op 30 april 1945 pleegde Adolf Hitler zelfmoord in zijn bunker en acht dagen later gaf nazi-Duitsland zich over. Maar hoewel de Tweede Wereldoorlog op zijn einde liep, bleef de Amerikaanse regering – met Harry S. Truman als president – werken aan de atoombom.

Drie maanden later, op 16 juli 1945, lag Oppenheimer op de grond in een bunker in de woestijn van New Mexico. Hij zou nu snel weten of zijn testbom een blindganger was, of dat het atoomtijdperk echt was begonnen.

‘Nu ben ik de dood, de vernietiger van werelden.’ J. Robert Oppenheimer in 1965

Om 05.29,45 uur ontplofte de 2500 kilo zware, balvormige testbom als gevolg van een kettingreactie van verwoestende kernfysica.

Direct na de ontploffing schoot een gigantische vuurbal de lucht in en baadde de ochtendhemel in een fel, hagelwit licht. Een orkaan van verzengend hete lucht joeg door de woestijn en 40 seconden na de ontploffing volgden een schokgolf en een enorme knal die tot 320 kilometer verderop te horen was.

Oppenheimer keek met een mengeling van trots en ontzag naar de 12 kilometer hoge paddenstoelwolk die in de lucht boven de testlocatie hing.

‘De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn,’ dacht de Amerikaanse natuurkundige, terwijl een regel uit een hindoetekst door zijn hoofd schoot:

‘Nu ben ik de dood, de vernietiger van werelden.’

Dat was je er wel af

Calutron-medewerkers tijdens het Manhattanproject.

Het Manhattanproject werd angstvallig geheim gehouden. De vrouw op de voorgrond, Gladys Owens, wist bijvoorbeeld niet dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog uranium veredelde. Dat ontdekte ze pas toen ze tijdens een rondleiding, 50 jaar nadat ze aan het Manhattanproject had gewerkt, zichzelf op deze foto herkende.

© Wikimedia Commons/Ed Westcott

Minder dan een maand nadat Oppenheimer de vader was geworden van de eerste atoombom, liet de Amerikaanse luchtmacht op 6 en 9 augustus 1945 twee exemplaren – Little Boy en Fat Man – vallen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki.

250.000 Japanners kwamen om het leven en de Tweede Wereldoorlog kwam bloedig tot een einde.

‘Ik heb het idee dat ik bloed aan mijn handen heb,’ zei Oppenheimer tegen president Truman toen hij kort daarna het Witte Huis bezocht. De machtigste man van de VS reageerde ijskoud:

‘Rustig maar, dat was je er wel af.’

In al zijn naïviteit had Oppenheimer gehoopt dat de atoombom stabiliteit en vrede op aarde zou brengen.

Maar dat liep duidelijk anders. Er ontstond een krankzinnige wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, waardoor de twee grootmachten in de Koude Oorlog terechtkwamen.

Als voorzitter van een adviesraad binnen de Amerikaanse Atomic Energy Commission zette Oppenheimer zich actief in voor ontwapening en meer transparantie binnen het Amerikaanse kernwapenprogramma.

Hij was ook een fel tegenstander van de ontwikkeling van de waterstofbom en werd voorstander van internationale kernwapenbeheersing.

‘Zonder internationale wapenbeheersing komt er geen blijvende vrede, en zonder vrede ontstaat er een kernoorlog,’ zei hij.

Oppenheimer overleed aan keelkanker op 18 februari 1967. Hij werd 62 jaar oud. Meer dan 600 mensen waren aanwezig bij zijn begrafenis, onder wie Nobelprijswinnaars, politici, hoog gedecoreerde generaals en wereldberoemde wetenschappers.

Een van de sprekers was de Amerikaanse diplomaat George Kennan, de man achter de Amerikaanse ‘containment-politiek’ en een goede vriend van Oppenheimer.

‘Niemand werd meer geplaagd door de dilemma’s die voortkomen uit de recente, menselijke bedwinging van een natuurkracht die niet in verhouding staat tot onze morele kracht,’ zei Kennan, en voegde hieraan toe:

‘Maar niemand zag duidelijker de gevaren voor de mensheid die het gevolg zijn van deze groeiende ongelijkheid.’

Slachtoffer van heksenjacht

Oppenheimer wordt verhoord in de film van Nolan.

Het verhoor van Oppenheimer in een scène uit Christopher Nolans film uit 2023. De hele hoorzitting duurde vier weken en was niet openbaar. De rol van Oppenheimer wordt gespeeld door Cillian Murphy (ook bekend van Peaky Blinders).

© Landmark Media/Imageselect

Na de Tweede Wereldoorlog werd Robert Oppenheimer benoemd tot voorzitter van het General Advisory Committee, een onderdeel van de Atomic Energy Commission.

Oppenheimer was een fel tegenstander van de Amerikaanse ontwikkeling van de waterstofbom, die in 1949 begon en drie jaar later werd getest.

Door zijn verzet maakte hij veel vijanden – waaronder de voorzitter van de AEC, Lewis Strauss, die vond dat de ontwikkeling van de waterstofbom essentieel was voor de veiligheid van de VS.

‘Ik kan mijn werk niet doen zolang Oppenheimer verbonden is aan de AEC,’ zei Strauss tegen president Harry S. Truman.

In 1954 werd Oppenheimer verhoord door Strauss en de AEC om te bepalen of hij ooit lid was geweest van de Amerikaanse communistische partij.

Maar tijdens de hoorzittingen werd niet bewezen dat Oppenheimer lid was geweest van de partij en daarmee een veiligheidsrisico was.

Toch werd zijn toegang tot staatsgeheimen ingetrokken en moest hij de AEC verlaten.

De hoorzittingen met Oppenheimer zijn naderhand beschreven als een politiek gemotiveerde farce, met ongegronde beschuldigingen die geen enkel verband hielden met de realiteit.

Pas in 2022 kreeg Oppenheimer eerherstel. Toen werd het besluit van 68 jaar eerder om Oppenheimers toegang tot staatsgeheimen te beperken, officieel teruggedraaid door de Amerikaanse regering.

Filmposter van Christopher Nolans ‘Oppenheimer’.
© Universal Pictures

Oppenheimer in Hollywood-blockbuster

Op 20 juli gaat de film Oppenheimer van regisseur Christopher Nolan in première.

De film gaat over Oppenheimer en zijn race tegen de klok om de eerste atoombom te maken.

De verwachtingen zijn hooggespannen, Christopher Nolan is namelijk de regisseur van andere spektakelfilms als Dunkirk, Interstellar en The Dark Knight.