Apenpokken rukken op
Apenpokken zijn nauw verwant aan de gewone pokken, die alleen al in de 20e eeuw 300 miljoen mensen het leven kostten.
Daarom zijn er meerdere vaccinatiecampagnes ingezet tegen de gevreesde pokken. De vaccins hebben ons ook beschermd tegen apenpokken, maar sinds de inzet in de jaren 1970 werd afgeschaald, rukken apenpokken in meerdere Afrikaanse landen weer op.
Apenpokken zijn echter niet zo levensbedreigend als gewone pokken, en momenteel heb je zonder behandeling slechts één tot drie procent kans om eraan te overlijden.
WHO is nog rustig
De eerste uitbraak bij mensen werd in 1970 gemeld toen er zes kinderen besmet raakten in Afrika. Het eerste slachtoffer was een negen maanden oud jongetje in de Democratische Republiek Congo, dat – net als de anderen – niet gevaccineerd was.
In het Westen werd de eerste besmetting in 2007 geregistreerd bij een driejarig Amerikaans meisje. Ze kreeg de apenpokken van haar prairiehond, die weer besmet was door een groep Afrikaanse hamsters.
Decennialang bleef de ziekte toch vooral in Afrika, maar in mei 2022 werd er een besmetting gevonden in Groot-Brittannië, en sindsdien zijn in 20 andere landen over de hele wereld apenpokken officieel vastgesteld.
De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) verwacht echter dat de uitbraak kan worden ingeperkt.