Ritzau Scanpix
Arne Larsson toont zijn eerste pacemaker

Wie kreeg de allereerste pacemaker?

De eerste pacemakers hadden een hendel, en het hart moest ervoor met een grote naald worden doorboord. Maar in 1958 lieten twee Zweden ieders hart iets rustiger kloppen.

De eerste die een volledig geïmplanteerde pacemaker kreeg, was de Zweed Arne Larsson. In 1958 werd in het Karolinska-ziekenhuis bij Stockholm een klein apparaatje bij hem ingebracht om zijn hart aan de praat te houden.

De pacemaker was zeer welkom, aangezien de 43-jarige Larsson al jaren aan hartritmestoornissen leed en tot 30 keer per dag door zijn vrouw moest worden gereanimeerd. Met de pacemaker waren dergelijke problemen voorbij.

Arne Larsson toont zijn eerste pacemaker

Arne Larsson was de eerste hartpatiënt die een volledig geïmplanteerde pacemaker kreeg, in 1958.

© Ritzau Scanpix

Pacemaker werd rondgereden in kar

Het idee dat stroomstootjes het hart konden helpen was echter niet nieuw. Al in de 18e eeuw ontdekten artsen dat ze daarmee dieren konden reanimeren. In de eeuwen daarna experimenteerden geleerden gretig met elektriciteit, totdat in de jaren 1920 de eerste pacemakers werden ontwikkeld. Ze werden aangedreven door een hendel en er moest een grote naald in het hart gestoken worden.

De pacemaker op batterijen kwam in de jaren 1950, maar de batterij was zo groot dat hij in een karretje moest worden rondgeduwd. Hartpatiënten waren dan ook blij toen chirurg Åke Senning en uitvinder Rune Elmqvist een kleine pacemaker ontwikkelden die in de borstkas kon worden geïmplanteerd zonder dat er draden uitstaken.

Met zijn nieuwe boezemvriend werd Arne Larsson 86 jaar. In die tijd heeft hij niet minder dan 26 pacemakers versleten.