De eerste die een volledig geïmplanteerde pacemaker kreeg, was de Zweed Arne Larsson. In 1958 werd in het Karolinska-ziekenhuis bij Stockholm een klein apparaatje bij hem ingebracht om zijn hart aan de praat te houden.
De pacemaker was zeer welkom, aangezien de 43-jarige Larsson al jaren aan hartritmestoornissen leed en tot 30 keer per dag door zijn vrouw moest worden gereanimeerd. Met de pacemaker waren dergelijke problemen voorbij.