Van brouwsel tot volledige narcose
De mens voert al sinds de steentijd operaties uit.
Om de hevige pijn tijdens chirurgische ingrepen, het trekken van kiezen en bevallingen te verzachten, zijn allerlei middelen toegepast, die niet allemaal even veilig waren.
Steentijd: Bilzekruid
Steentijdmensen gebruikten extracten van bladeren tegen pijn en angst. De rook van bilzekruid leverde hallucinaties op.

Ca. 3400 v.Chr.: Opium
De Soemeriërs gebruikten opium als genotsmiddel, terwijl de Grieken het 3000 jaar later als verdovend middel toepasten.
400 v.Chr.: Wilgenbast
De Griekse arts Hippocrates schreef poeder van wilgenbast voor tegen koorts en pijn. De huidige aspirine bevat eenzelfde soort stof.
50 n.Chr.: Alruin
De wortel van de verdovende plant alruin werd in wijn gekookt. De Griekse arts Dioscorides beval het aan tegen pijn.
Ca. 1400: Cocabladeren
Zuid-Amerikaanse indianen verdoofden patiënten met cocabladeren. Het kauwen ervan gaf een plaatselijke verdoving.

1804: Morfine
Een Duitse apotheker won morfine uit opium. In de Amerikaanse Burgeroorlog raakten soldaten er verslaafd aan.
1845: Lachgas
Lachgas of distikstofoxide (N²O) is een kleurloos gas met een zoete geur, dat bij inhalatie een lichte verdoving geeft, gevolgd door een gevoel van euforie.
1846: Ether
Ether of di-ethylether is een kleurloze vloeistof die hallucinaties geeft en anders dan lachgas de patiënt volledig uitschakelt.
1847: Chloroform
Een Schotse arts paste chloroform toe om barenspijn te verzachten. Dat werd sommige patiënten echter fataal.

1937: Methadon
Duitse chemici maakten de stof Hoechst 10820, methadon, bij gebrek aan morfine.
1972: Narcose
Nu konden patiënten de stoffen enfluraan en isofluraan inhaleren. Deze gaven voor het eerst een volledige, veilige verdoving.