Chinezen zijn een stompzinnig volk
Tussen oktober 1922 en maart 1923 maakte Einstein een rondreis door Azië. Hij maakte een aantal negatieve aantekeningen over de mensen die hij er tegenkwam. Zo noteerde hij in zijn dagboek dat de Chinezen een ‘vuil en stompzinnig volk’ waren. ‘Het zou zonde zijn als de Chinezen alle andere rassen verdringen. Voor ons is dat een onuitsprekelijk trieste gedachte.’
Kinderen zijn geestloos
Daarnaast viel het hem op dat de Chinezen op hun hurken zaten tijdens het eten, ‘zoals Europeanen zich ontlasten in het bos’. Chinese kinderen noemde hij ‘geestloos’. De uitspraken staan in schril contrast met het bestaande beeld van de natuurkundige, die juist bekendstond als een bestrijder van racisme.
De publicatie heeft tot veel discussie geleid over de vraag of de wetenschapper zelf racistische opvattingen had en of je historische personen wel langs een moderne morele meetlat kunt leggen. De boeken zijn uitgegeven onder de titel The Travel Diaries of Albert Einstein.
Einstein wordt beschouwd als een van de grootste wetenschappers van de 20e eeuw. In 1915 publiceerde hij zijn relativiteitstheorie, die onder meer onregelmatigheden in de baan van de planeet Mercurius verklaart.