Benjamin Franklin staat met zijn zoon William in de stromende regen. Het is juni 1752, en de 46-jarige is al een succesvol auteur, zakenman en postmeester in Philadelphia. Maar zijn grote passie is onderzoek naar elektriciteit, en nu wil Franklin bewijzen dat bliksem uit stroom bestaat.
Terwijl de onweerswolken zich samenpakken boven Philadelphia, laat Franklin een vlieger op. Aan het touw heeft hij een sleutel vastgemaakt, die is verbonden met een zogeheten Leidse fles, een primitieve batterij die elektriciteit kan opslaan.
Als de bliksem de vlieger treft, loopt de stroom langs het touw, en via de sleutel komt de lading in de Leidse fles terecht. Franklin heeft zijn stelling bewezen.
Zo luidt in ieder geval de bekende versie van het vliegerexperiment van Franklin, maar de vraag is: kon de amateurwetenschapper een blikseminslag in zijn vlieger wel overleven? En waarom wordt Franklin niet genoemd in de eerste beschrijving van het experiment?
Conclusie: Bliksem had Founding Father kunnen doden
Dat Benjamin Franklin door de bliksem werd getroffen tijdens zijn beroemde experiment is een aantrekkelijk en begrijpelijk idee. Het verhaal doet al 250 jaar de ronde en staat op het lesprogramma in alle Amerikaanse scholen.
Volgens de bronnen lag het in werkelijkheid echter ingewikkelder. Zo weten we niet zeker hoe Franklin zijn experiment precies uitvoerde, en sommige historici betwijfelen of hij de proef wel zelf deed.
Het staat vast dat de vlieger niet werd getroffen door de bliksem. Een rechtstreekse inslag zou tot de dood of een zware verwonding hebben geleid. De Duits-Baltische natuurkundige Georg Wilhelm Richmann kwam om bij een vergelijkbaar experiment een jaar later.
Gelukkig was Franklin voorzichtiger. Als de proef in 1752 was mislukt, had hij geen doorslaggevende rol kunnen spelen bij de Amerikaanse onafhankelijkheid in 1776.