Astronauten waagden hun leven voor de wetenschap

De eerste astronauten hadden een levensgevaarlijke baan. Hun raketten gaven er vaak de brui aan, en er waren dan ook mannen nodig die het hoofd koel hielden – en gaffertape bij zich hadden.

In 2019 is het 50 jaar geleden dat de maanlanding plaatsvond, een van de meest opzienbarende ruimte-expedities in de geschiedenis.

© Getty

5. Eerste ruimtewandelaar wordt opgeblazen

  • Missie: Voschod 2, l965
  • Doel: Ruimtewandeling maken.
  • Astronauten: Aleksej Leonov en Pavel Beljajev.
  • Probleem: Ruimtepak zwelt op.

De kosmonaut Aleksej Leonov maakt op 18 maart 1965 de eerste ruimtewandeling. Later beschreef hij zijn ervaring zo: ‘De aarde was klein, lichtblauw en zo hartverscheurend alleen.’

Na twee rondjes om de aarde sluit commandant Pavel Beljajev het luik achter Leonov, die aan zijn historische ruimtewandeling begint. Het enige wat hem met het ruimteschip verbindt, is een vijf meter lange lijn.

12 minuten lang zweeft de Russische kosmonaut vrij tussen de sterren, maar na verloop van tijd wordt de hitte in zijn ruimtepak ondraaglijk, en het zet zo sterk uit dat de handschoenen enorme vormen aannemen en er aan alle kanten uitstulpingen ontstaan.

Als een soort ballondier probeert Leonov zich vergeefs door de luchtsluis te persen, terug het schip in. Hij heeft maar voor 45 minuten zuurstof bij zich, maar de hitte dreigt hem lang voordat hij zich daar zorgen over moet gaan maken de das om te doen. Hij moet met een ventieltje op zijn buik de druk in het pak proberen te laten zakken.

‘Als ik te veel lucht liet ontsnappen, zou mijn bloed zijn gaan koken en was ik er geweest,’ zei Leonov later.

De Russische tv breekt de uitzending van de missie af en speelt Mozart, terwijl Leonov voor zijn leven vecht. Gelukkig weet hij precies genoeg lucht te laten weglopen om de Voschod binnen te kunnen komen, waar hij opgelucht adem kan halen.

Het ruimtepak zwol op, waardoor de kosmonaut niet meer in zijn ruimtevaartuig kon komen.

© Bonhams

4. Vlammen slaan tegen het raam

  • Missie: Friendship 7, l962
  • Doel: Om de aarde cirkelen.
  • Astronaut: John Glenn.
  • Probleem: Glenn dreigt te stikken door zuurstofgebrek.

Op 20 februari 1962, net na 10 uur ’s morgens, gespt de astronaut John Glenn zich vast in de capsule Friendship 7. Een half jaar nadat de Sovjet-Unie de eerste mens in de ruimte bracht, probeert de VS de achterstand in te halen. Glenn is de juiste man om de eerste Amerikaan in een baan om de aarde te worden: hij is een vermaarde piloot uit de Tweede Wereldoorlog en Koreaoorlog.

‘Je gaat niet aan boord – je trekt hem aan,’ zegt Glenn over zijn kleine ruimtecapsule die geschiedenis moet gaan schrijven. De Friendship 7 lijkt dan ook het meest op een uit de kluiten gewassen ijshoorntje, en al snel krijgt Glenn het knap benauwd.

Onderweg hoort de astronaut van NASA dat het hitteschild wellicht losgeraakt is, en dat hij de remraketten na gebruik niet mag afwerpen. Zij kunnen het hitteschild tijdens de terugreis op z’n plek houden.

Als Glenn afdaalt, wordt het steeds heter in de nauwe cabine, en het enige wat de jonge astronaut ziet zijn de vlammen van de remraketten op een paar centimeter van zijn gezicht. Maar Glenn doorloopt alle stappen van de landing perfect en landt veilig in zee. Zijn heldhaftige en koelbloedige optreden levert hem een parade in de straten van New York op.

John Glenn gaat het ‘ijshoorntje’ binnen, waarmee hij drie keer om de aarde vloog.

© Getty

3. Koele kikker maakt heet vluchtje

  • Missie: Faith 7, l963
  • Doel: Lang om de aarde cirkelen.
  • Astronaut: Gordon Cooper.
  • Probleem: Stroom valt uit.

In 1963 heeft NASA geen hoge dunk van astronauten. De organisatie vindt de jonge mannen maar lastig, maar Gordon Cooper laat zien dat de menselijke factor de doorslag kan geven.

Na 18 rondjes om de aarde valt de stroom in het vaartuig uit. De lucht wordt niet meer gezuiverd en het CO2-gehalte stijgt. Cooper moet de automatische piloot uitschakelen en zelf de besturing overnemen als hij een kans wil maken om veilig naar de aarde terug te keren.

Terwijl de temperatuur in het vaartuig tot 40 graden stijgt, houdt Cooper het hoofd koel. Hij kijkt waar de sterren staan en gebruikt zijn horloge om zijn positie nauwkeurig te bepalen. Op het raam rekent hij uit hoe steil zijn aanvliegroute precies moet zijn om niet af te ketsen op de dampkring van de aarde en in de ruimte te verdwijnen.

Hij mag zijn raketten niet te lang inschakelen, want dan kan de snelheid van het ruimtevaartuig te hoog worden en zal het door de wrijvingsweerstand in brand vliegen als het de dampkring binnengaat. Gelukkig blijken de berekeningen van Cooper te kloppen. Op het juiste moment zet hij korte tijd zijn raketten aan, en niet veel later landt hij veilig in de Stille Oceaan.

Gemini 5.

2. ‘Houston, we’ve had a problem’

  • Missie: Apollo l3, l970
  • Doel: Maanstenen verzamelen.
  • Astronauten: James Lovell, Fred Haise en John Swigert.
  • Probleem: De hele bemanning dreigt te stikken door kooldioxide.

Een zuurstoftank ontploft met een harde knal aan boord van de Apollo 13 op 13 april 1970, zo’n 300.000 kilometer boven de aarde. Met de nu gevleugelde woorden ‘Houston, we’ve had a problem’ stelt John Swigert het controlecentrum van NASA op de hoogte, waarop de bemanning haar toevlucht zoekt in het maanlandingsvaartuigje.

Na de explosie heeft het ruimteschip nog voor tien uur stroom, en het trio moet alle stroom afsluiten om genoeg over te houden voor de landing op aarde.

Op de grond probeert NASA te berekenen wanneer de astronauten de raketten van de maanlander moeten aanzetten om het zwaartekrachtveld van de maan te bereiken. Daar zijn de raketten niet voor gebouwd, en het moet in één keer goed. NASA stelt het tijdstip van de ontsteking met een ingewikkelde wiskundige formule vast.

De astronauten houden hun adem in, en op het juiste moment ontsteken ze de landingsraketten. Dat heeft het gewenste effect, en ze worden nu door de maan naar de aarde geslingerd. Ze zijn dus op weg naar huis, maar dreigen te stikken in het kooldioxide van hun eigen adem. De krappe cabine is gemaakt om twee man 48 uur in leven te houden; nu zitten drie man er vier dagen.

De chemische filters van het landingsvaartuig, die de lucht moeten zuiveren, zijn bijna versleten, en de overige filters van het ruimteschip passen niet in de maanlander. Met hulp van technici op de grond weten de astronauten een filter om te bouwen, en op 17 april 1970 landen de drie veilig in de Stille Oceaan.

Technici op de grond bouwden een houtje-touwtjefilter en gaven door hoe ze dat gedaan hadden.

© NASA

1. Armstrong wordt bijna weggeslingerd

  1. Missie: Gemini 8, l966
  2. Doel: Oefenen met het koppelen van twee ruimtevaartuigen.
  3. Astronauten: Neil Armstrong en David Scott.
  4. Probleem: De Gemini 8 wordt stuurloos en begint om zijn as te tollen.

Neil Armstrong heeft net de kegelvormige neus van zijn vaartuig in de opening van de oefenraket Agena gemanoeuvreerd. Maar dan beginnen beide te tollen. Armstrong koppelt zich weer los, en dan gaat het mis.

Door een defecte stuurraket draait de Gemini 8 70 keer per minuut om zijn as. Hierdoor worden de astronauten in hun stoel gedrukt en kunnen ze zich nauwelijks bewegen. Ze gaan wazig zien, en ze zullen snel bewusteloos raken doordat het bloed uit hun hersenen gecentrifugeerd wordt. Armstrong komt meteen in actie.

Met een enorme krachtsinspanning tilt hij zijn arm op, grijpt hij de juiste hendel beet en start een remraket. De spin des doods stopt. Korte tijd later maakt de Gemini 8 een geslaagde noodlanding in zee bij de Japanse kust.

De 35-jarige Neil Armstrong had stalen zenuwen toen zijn vaartuig in moeilijkheden kwam. Armstrong koppelde als eerste zijn ruimtevaartuig aan een ander.

© Getty