Library of Congress
Vrouw met lichtpeertje

Wat was je begin 20e eeuw kwijt aan elektriciteit?

Thomas Edison wilde elektriciteit gemeengoed maken en de hele wereld elektrisch verlichten. Maar begin 20e eeuw kon lang niet iedereen het zich veroorloven.

‘We maken elektriciteit zo goedkoop dat alleen de rijken nog kaarsen aansteken.’ Dat zou de Amerikaan Thomas Edison hebben gezegd toen hij aan het eind van 19e eeuw zijn missie startte om zoveel mogelijk mensen aan de elektriciteit te krijgen.

Edison had patent op een heel aantal elektrische uitvindingen – waaronder de gloeilamp – en werkte mee aan de eerste energiecentrale en het eerste distributienetwerk voor elektriciteit in New York.

Edison kreeg gelijk met zijn voorspelling over goedkope stroom. Elektriciteit was eerst alleen voorbehouden aan de rijken, maar in de 20e eeuw daalden de prijzen snel. De industrie groeide en dankzij grote energiecentrales was elektriciteit geen luxe meer, maar gemeengoed.

Vrouw met lichtpeertje

In de eerste decennia van de 20e eeuw werd elektriciteit voor veel mensen dagelijks beschikbaar.

© Library of Congress

De prijzen daalden razendsnel

In het begin van de 20e eeuw moesten private klanten in de VS omgerekend bijna 5 euro betalen voor 1 kWh: met die hoeveelheid energie kun je een peertje van 100 Watt 10 uur laten branden.

Die prijs was in 1920 tot 90 cent gedaald, maar er was weer een kleine stijging in het interbellum. Na de Tweede Wereldoorlog werd elektriciteit pas echt goedkoop. In de jaren 1960 kostte 1 kWh nog maar zo’n 33 cent.

In 2021 steeg de stroomprijs in Europa weer. Dat kwam onder meer door de hoge kolen-, olie- en aardgasprijzen, minder wind voor windmolens en een watertekort in de waterreservoirs. Experts hopen dat forse investeringen in groene energiebronnen de prijs weer naar beneden kunnen krijgen.