Rama/Musée de l'Armée

Wat kon Dikke Bertha?

Dikke Bertha was de bijnaam die de Duitse troepen gaven aan het belegeringskanon dat de Belgische verdedigingswerken in de zomer van 1914 verpletterde.

Zware kanonnen heten Dikke Bertha

In de Eerste Wereldoorlog noemden de Britten en de Fransen alle zware Duitse artillerie Dikke Bertha. Maar de Duitsers gebruikten de naam alleen voor een bepaald type stalen monster, dat al bij het uitbreken van de oorlog in 1914 in gebruik was.

Dikke Bertha is enorm krachtig

Bertha was een krachtige mortier, die granaten zo hoog afvuurde dat ze bijna loodrecht op het doel vielen. De officiële naam was ‘kort marinekanon’, om te verhullen dat de mortier was bedoeld om bunkers te verwoesten.

Naam verwijst naar de vorm van het kanon

De soldaten noemden het wapen Bertha, naar de eigenares van het concern Krupp, dat het wapen maakte. ’Dikke’ verwees naar het formaat van de mortier.

Oostenrijk-Hongarije, de bondgenoot van Duitsland, had een soortgelijk, maar kleiner kanon: Slanke Emma.

Gigantische mortier maakt gehakt van bunkers

Belgische betonnen bunkers konden in 1914 niet op tegen Dikke Bertha. Slechts één granaat doodde bij Luik 550 mannen.

De granaatkraan was nodig omdat de 800 kilo zware projectielen niet met de hand konden worden getild.

De loop was 5 meter lang en had een kaliber van wel 420 mm.

Persluchthouders vingen de hevige terugslag op.

De hendel diende om de schiethoek in te stellen tot op maximaal 65 graden.

Het fundament voorkwam dat het kanon van 42 ton wegzakte in de grond.