Waarom noemden de nazi’s hun tanks naar dieren?
In 1942 kreeg een van de beste Duitse tanks een bijzondere koosnaam, die leidde tot een nieuwe trend onder de Duitse tankbouwers.

De Duitsers schrokken in 1942 van de krachtige Russische tanks. Hun antwoord was de onovertroffen Tiger.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog hadden Duitse tanks geen dierennamen, maar vooral nummers.
Toen de Duitse ingenieur Ferdinand Porsche in 1942 aan de meest geavanceerde tank tot dan toe werkte, gaf hij hem echter de bijnaam Tiger (tijger).
Het Duitse opperbevel nam deze angstaanjagende naam over, en hierna kregen de meeste tanks namen als Panther, Marder (marter) en Nashorn (neushoorn).
Tiger was geboren killer
De Tiger had een ondoordringbaar pantser en een enorme vuurkracht, en deze supertank van de nazi’s joeg alle geallieerde soldaten de stuipen op het lijf.
Het succes van de Tiger was echter niet voldoende om de kansen te doen keren, en tegen alle verwachtingen in bleek dat de tank zelf zijn ergste vijand was.