Shutterstock

Mijnen en chemische wapens uit de wereldoorlogen bedreigen zeewindmolens

Op de zeebodem liggen tonnen oude munitie. Volgens de EU zijn het tikkende tijdbommen die een groot gevaar vormen voor toekomstige zeewindmolens.

Niet alleen gasleidingen kunnen de lucht in vliegen in de Oostzee. Ook de vele windmolens die de komende jaren op zee gebouwd moeten worden, lopen gevaar.

Op een EU-conferentie over munitie op de zeebodem wees de Litouwse EU-commissaris voor milieu Virginijus Sinkevičius erop dat er een grote opruimingsklus wacht, anders zijn toekomstige zeewindmolens niet veilig.

Alleen al in de Oostzee ligt 500.000 ton aan conventionele munitie, waaronder mijnen en 50.000 ton chemische wapens die na de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden gedumpt. Daarnaast zijn er ook nog 10.000 scheepswrakken. Bij Nederland en België ligt nog eens 35.000 ton munitie.

‘We moeten het risico onderzoeken en nauwkeurig inschatten. En dan moeten we iets doen,’ zei Sinkevičius.

Vliegtuigen met bommen liggen ook op de zeebodem – onder andere in de Oostzee.

© Shutterstock

Zee was een vuilnisbelt

Tot eind jaren 1960 was het in de meeste landen gebruikelijk om oude munitie in zee te gooien. Op de zeebodem konden de explosieven geen kwaad, zo zei men. Daar hebben veel overheden nu spijt van.

Na 60 tot 100 jaar is de munitie gedeeltelijk vergaan en is het explosiegevaar groot.

De vele tonnen munitie zijn niet alleen gevaarlijk voor vissers, die het risico lopen het in hun netten te krijgen. Ze vormen ook een bedreiging voor het zeemilieu en toekomstige bouwprojecten, zoals windmolens op zee.