Hoe werd een kanon geladen?
Was het moeilijk om een oud voorlaadkanon schietklaar te maken?

De bemanning moest elkaar tijdens het laden niet in de weg lopen.
15 kanonniers nodig voor het afschieten van een kanon
Het laden en afvuren van kanonnen was een heel specialistisch deel van de oorlogvoering. Kleine kanonnen op het land werden al bediend door vijf man, en bij grote scheepskanonnen waren zo’n 15 kanonniers betrokken, plus de zeelieden die het geschut na het laden op zijn plek trokken.
De artillerieofficier moest op de hoogte zijn van de natuurwetten en chemische processen, en afstanden en niveauverschillen goed kunnen schatten. Daarnaast moest hij zich kunnen verlaten op zijn bemanning, omdat hij niet overal bij kon zijn.
Elke man kende zijn eigen taken en die van de anderen, zodat hij altijd klaar was om zijn deel van het laadproces uit te voeren. Amateurs konden de schietsnelheid sterk vertragen –
of zelfs een explosie veroorzaken waardoor het kanon uit elkaar knalde en de hele bemanning omkwam.
Zo maak je een kanon schietklaar:
1. De loop wordt met een spons bevochtigd om vonken te doven en kruitresten en vuil te verwijderen.
2. Het buskruit gaat de loop in, gevolgd door een voorlading van wol of touw die het kruit op zijn plek houdt.
3. De kogel wordt met een laadstok aangebracht. Dan volgt een tweede voorlading en wordt het geheel aangestampt.
4. Met een ruimnaald wordt het zundgat doorgeprikt om de weg naar de kruitlading vrij te maken.
5. Met een lontstok wordt het buskruit ontstoken via het zundgat. Door vrijkomende gassen schiet de kogel vooruit.