In 1906 veroverde een nieuw gepantserd slagschip de woelige baren. Het Britse schip HMS Dreadnought en zijn opvolgers waren groter, sneller en slagvaardiger dan hun voorgangers.
De vuurkracht kwam van zware kanonnen in draaibare geschuttorens.
Elk vaartuig had meestal vier torens aan boord, die 750 ton per stuk wogen.
Een systeem van takels en hydraulische systemen tilde de granaten en drijfladingen van het depot binnen in het schip via vier dekken naar de 100 ton zware kanonnen op het bovendek.
Vanwege dit efficiënte systeem kon de 20-koppige bemanning met elk van de twee lopen van de geschuttoren twee schoten per minuut afvuren.
De granaten konden bepantsering doorboren op 17 kilometer afstand.
Een kijkje in een geschuttoren





Projectielen liggen in de diepte
Een slagschip heeft zo’n 1000 granaten van 879 kilo aan boord. Om de projectielen te beschermen, liggen ze diep in het schip opgeslagen. Bij een zeeslag tilt een takelinstallatie de granaten naar het kanon, dat zich zo’n 20 meter hoger op het dek bevindt.
Springstof is beschermd
Het slagschip heeft 130 ton zeer explosief cordiet aan boord. Dit dient als drijflading voor de granaten. Elke lading weegt 194 kilo en zit in zijden zakken.
Herladen reduceert explosiegevaar
In de herlaadruimte worden granaten en cordiet in een kist overgeladen. Die gaat met een andere takelinstallatie naar een volgende ruimte, waar het kanon zich achter een goed sluitende deur bevindt.
Britse kanonnen zijn superieur
De Britse 381mm-kanonnen vuurden 17.400 meter ver. Dit bereik overtrof dat van het Duitse geschut, waardoor de Britten in het voordeel waren in de zeeslagen van de Eerste Wereldoorlog.
Dik pantser beschermt tegen vijandelijk vuur
En dik stalen pantser beschermt het kanon en de bemanning tegen vijandelijke granaten. De pantserdikte wisselt, maar ligt meestal tussen de 279 en 330 mm.
De rechte weg van depot naar kanon vormde echter ook een risico. Daarom golden er strenge regels: er mochten zich maar drie granaten tegelijk in de toren bevinden, die was voorzien van automatische deuren die de ruimten van elkaar scheidden.
Toch kwamen er ongelukken voor: in de Zeeslag bij Jutland in 1916 vlogen meerdere Britse schepen de lucht in.
De geschuttorens van een Brits marineschip komen in actie
Dat kwam doordat het cordiet – de springstof die in de Britse drijfladingen zat – instabiel was, maar ook door menselijke fouten. De bemanning lette in het heetst van de strijd niet op de granaten of liet de veiligheidsdeuren openstaan.