Scanpix/AKG-Images

Achterlader: Het geheime wapen van Pruisen

De achterlader was binnen een paar seconden van achteren te laden. Het wapen werd 12 jaar geheimgehouden en gaf Pruisen een enorm tactisch voordeel.

Even de grendel overhalen, de patroon erin en klaar is Kees.

De wapensmid Nikolaus Dreyse maakte in 1836 een geweer dat binnen een paar seconden vanaf de achterkant te laden was.

Johann Nikolaus Dreyse begon in 1824 als maker van slaghoedjes.

© Polfoto/Ullstein Bild

Met zijn nieuwe wapen kon de Pruisische soldaat in dekking blijven en zijn vijanden onder vuur nemen terwijl die buskruit en kogels in hun oude voorladers aan het stoppen waren.

Zo werkt de achterlader

De veer wordt aangespannen door de grendel naar achteren te trekken. Als de trekker wordt overgehaald, slaat de veer op de slagpin.

Ullstein Bild

De slagpin krijgt een oplawaai van de veer. De punt dringt door het buskruit van de patroon en slaat tegen het slaghoedje. Bij de explosie die volgt, worden kogel en huls naar voren door de loop gestuwd.

Ullstein Bild

Grendel

Ullstein Bild

De grendel wordt recht omhoog gezet en naar achteren getrokken. Nu kan er een patroon in de kamer gelegd worden. De kamer wordt gesloten door de grendel weer naar voren te duwen.

Ullstein Bild

De loop is 86,5 cm lang en heeft ribbels aan de binnenkant, van kamer tot monding. Hierdoor gaat de kogel roteren, wat de kracht en precisie ten goede komt. De huls valt zo’n 30 meter voor de schutter op de grond terwijl de kogel met 300 meter per seconde op het doel af vliegt.

Ullstein Bild

Het leger voerde munitie aan met paardenkarren.

© Bridgeman

3 feiten over de achterlader

Dreyse maakte zijn kogels van lood. Hij probeerde het eerst met ijzer, dat de slagkracht wel ten goede kwam maar ging roesten. In 1882 gaf de Zwitser Eduard Rubin de loden kogels een laagje koper.

Schutters van een voorlader moesten ten minste twee tanden hebben. De papieren patronen werden met de tanden opengescheurd. Het geweer van Dreyse was ook door tandeloze soldaten te gebruiken.

Veel generaals waren bang dat soldaten patronen zouden verspillen met de snelle geweren. Omdat het laden zo weinig tijd kostte, was de verleiding groot om in het wilde weg te schieten, en dan zou een leger binnen de kortste keren door zijn munitie heen zijn: al het transport ging nog met paardenkarren.

De patroon is een pakket met kogel, buskruit en slaghoedje ineen, dat zo in het geweer gestopt kan worden.

Bij de oude voorladers moesten deze drie componenten apart geladen worden.

© Cartridge Collectors Exchange

De nieuwe patroon van Dreyse bestaat uit een papieren huls met 4,8 gram buskruit en een slaghoedje met wat kwikfulminaat en een loden kogel van 31 gram.

De kogel zit in een kartonnen huls die de loop luchtdicht afsluit.

De achterladers lagen in het arsenaal van Berlijn te wachten op de volgende grote oorlog.

© Bridgeman

Achterlader werd 12 jaar verborgen gehouden

1824: Dreyse bouwt sneller wapen

Al bijna 500 jaar gebruiken soldaten voorladers, waarbij buskruit en kogel via de loop geladen worden.

Dit kost veel tijd, en de schutter is tijdens het laden een makkelijk doelwit omdat hij moet staan.

Dreyse ontwikkelt een nieuw wapen dat sneller en liggend te laden is omdat de kogel er van achteren in gaat.

1836: Generaals houden geweer achter

De achterlader wordt in massaproductie genomen, maar wordt niet verstrekt aan de Pruisische soldaten.

De generaals willen het nieuwe superwapen geheim houden tot aan de volgende grote oorlog in Europa om de vijand te kunnen verrassen.

60.000 exemplaren worden achter slot en grendel bewaard.

1848: Geheim komt naar buiten

Het Pruisische geheim kwam aan het licht toen revolutionaire Berlijners het arsenaal bestormden.

Ze troffen er de achterladers aan, die al acht jaar stof lagen te happen.

Al snel is de techniek wijd en zijd bekend, maar tot verrassing van de Pruisen is de rest van Europa niet onder de indruk, want het geweer kan maar 600 meter ver vuren – een voorlader wel 1000.

Alleen de Pruisen krijgen het als standaardwapen.

1864: Denen neergemaaid

In de oorlog tussen Pruisen en Denemarken staat het geweer van Dreyse zijn mannetje.

Bij de plaats Lundby in Jutland valt een Deense compagnie van 160 man een kleinere Pruisische eenheid aan.

De actie draait uit op een bloedbad. Met drie snelle salvo’s doden de Pruisen 32 Denen en verwonden ze er 44.

De compagnie vlucht en 22 Denen worden gevangengenomen. Er zijn drie Pruisische gewonden.

Twee jaar later gebeurt hetzelfde op een veel grotere schaal wanneer de Pruisen een Oostenrijks leger wegvagen.