Wie bedacht de vlammenwerper?
In welke oorlog werden voor het eerst vlammenwerpers ingezet?

In de Eerste Wereldoorlog werden handpompen vervangen door vlammenwerpers op gas, die een veel groter bereik hadden.
Met de vlammenwerper wilden de Duitsers de patstelling in de Eerste Wereldoorlog doorbreken.
De Berlijnse uitvinder Richard Fiedler bedacht al in 1901 een toestel dat brandende vloeistof spoot. Met geld van het leger begon Fiedler in 1905 experimenten uit te voeren.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak, beschikten sommige Duitse eenheden over vlammenwerpers. In oktober werden ze voor het eerst ingezet, maar het resultaat stelde teleur. De wapens werden aan de kant gezet terwijl het leger broedde op een betere strategie.
Vlammenwerper tegen loopgraven
Op 28 februari 1915 viel de eerste speciale vlammenwerpereenheid Franse loopgraven aan. De troepen hadden 12 kleine, mobiele modellen en twee grote. Deze keer bleken de wapens zeer effectief tegen versterkte stellingen. Er werden meer eenheden opgericht, en tot het einde van de oorlog in 1918 werd de vlammenwerper verder ontwikkeld.
Het Verdrag van Versailles verbood het Duitse leger om vlammenwerpers in zijn wapenarsenaal te hebben.