Joseph-Ignace Guillotin betrad op 10 oktober 1789 het spreekgestoelte van de Franse volksvertegenwoordiging.
Sinds de revolutie enkele maanden eerder was uitgebroken, was deze Nationale Vergadering het hoogste bestuursorgaan in Frankrijk.
Als hooggeacht lid nam Guillotin enthousiast deel aan debatten over de ongelijkheden in de samenleving, en nu verdedigde hij een hervorming van de uitvoering van de doodstraf.
‘De misdadiger zal onthoofd worden. Dat moet uitsluitend gebeuren door middel van een eenvoudig toestel dat het hoofd er pijnloos afhouwt,’ zei de arts vanaf het spreekgestoelte.
Ondanks zijn voorstel was Joseph-Ignace Guillotin een fel tegenstander van de doodstraf; die hoorde thuis in de donkere middeleeuwen.
De bedoeling van zijn voorstel was dan ook dat een snelle, pijnloze dood ertoe zou leiden dat de doodstraf op den duur afgeschaft zou worden.
Guillotin hoopte vooral dat zijn voorstel meer gelijkheid in de samenleving zou brengen, ook bij ter dood veroordeelden.
Familie van rijken stopte de beul vaak geld toe zodat die voor een snelle dood zou zorgen. Arme veroordeelden werden opgehangen of met een botte bijl door onervaren beulen onthoofd.
Vanaf het spreekgestoelte en in een reeks artikelen legde Guillotin uit hoe rechtvaardig een mechanische onthoofding zou zijn. Als er in Frankrijk meer gelijkheid zou zijn, zou het volk zijn rechten meer waarderen en zich verantwoordelijker voelen.
Guillotins idee ging erin als koek. Frankrijk stond op zijn kop en de bevolking stelde de oude normen, ook die voor terechtstellingen, ter discussie. In het kielzog van de Franse Revolutie, en van de nederlaag van koning en kerk, huldigden de Fransen nu het gezond verstand en de mensenrechten.