In de VS van de jaren 1950 waren de mogelijkheden van kernsplijting onbeperkt. Van infrastructuur tot schoonheidswedstrijden – de Amerikanen omarmden de nieuwe technologie met een fanatiek optimisme.
Hier laten we vier bizarre uitwassen van de atoomgekte de revue passeren, die goed laten zien hoever we gekomen zijn sinds de dolle jaren vlak na de oorlog.
1. Radioactiviteit voor kinderen
De kernenergierage ging speelgoedwinkels niet voorbij. Ze hadden allerlei atoomproducten voor gezonde jongens.


Het kindvriendelijke atoom
Dankzij strips als Andy’s atoomavonturen leerden kinderen dat kernenergie de toekomst had, ook als ze hadden gehoord dat ze heel gevaarlijk was.
Lol met uranium
De speelgoedset ‘Atomic Energy Lab’ werd later het gevaarlijkste speelgoed ter wereld genoemd. Kinderen konden hun eigen minireactor bouwen met onder meer radioactief uranium.
2. Kernproeven voor toeristen
De kernproeven van het leger waren een trekpleister. Duizenden Amerikanen gingen ernaar kijken in de woestijn van Nevada.



‘Kijk hoe echte atomen in stukjes geblazen worden!’
Bussen namen de Amerikanen mee naar de woestijn van Nevada, waar ze kernexplosies van dichtbij konden beleven. Voor drie dollar kregen de toeschouwers het beste wat de Amerikaanse wetenschap te bieden had.
Prominenten keken toe
Wetenschappers en politici konden vanaf hun vipplaats van de kernproeven genieten.
Paddenstoelwolk veroverde de showbizz
Las Vegas lag niet zo ver van de kernproeven vandaan, en de stad paste zich snel aan de nieuwe tijden aan. Zo werd er jarenlang een ‘miss Atoombom’ gekozen.
3. Atoombommen waren nuttig
De kracht van atoomenergie was onmetelijk, dachten de Amerikanen van de jaren 1950. Auto’s, koelkasten, alles zou erop draaien.




Creatieve verwoesting
Kernproeven dienden niet alleen een militair doel, ze moesten ook uitwijzen of de samenleving gebaat was bij de bom.
Kernsplijting op toernee
De civiele toepassingen van kernenergie werden toegelicht in de ‘Atomen voor de vrede’-bus, die in het hele land reed.
Atoombommen moesten zwaar werk opknappen
Politici wilden met de atoombom havens maken en bergen opblazen. Het idee kwam niet door de testfase heen, maar liet enkele van de grootste kunstmatige kraters achter.
Een kernreactor onder de motorkap
Auto’s op kernenergie lagen op de tekentafel van diverse autofabrikanten, die pochten dat de wagens na het opladen 8000 kilometer konden rijden. De reactoren werden echter nooit zo klein dat de auto er de weg mee op kon.
4. Kernoorlog – geen probleem!
Volgens defensie konden burgers een atoomoorlog best overleven als ze er maar op voorbereid waren.




Waarschuwing voor kinderen werd een hit
Schildpad Bert leerde schoolkinderen dekking te zoeken. Zijn opvallende jingle was zelfs op een plaat te koop.
Meubels beschermden leerlingen
Instructiefilms en oefeningen in de klas lieten kinderen weten dat ze veilig waren tijdens een kernaanval, zolang ze maar onder een tafel of iets dergelijks zaten.
Een bunker in de tuin
De regering riep de burgers op hun eigen schuilkelder onder hun tuin te bouwen. Hier moesten ze voedsel voor een paar weken opslaan, zodat ze het konden uitzingen tot de ergste radioactiviteit verdwenen was.
Een stukje paddenstoelwolk
Het leger vierde de geslaagde kernproef ‘Operation Crossroads’ met een grote paddenstoelwolktaart. Er werd niet gerept van de gevaren van radioactieve straling.