Stofzuiger

In 1913 liet de Zweedse stofzuigerfirma Electrolux reclamefoto’s maken in het koninklijk paleis.
Blazen was een mislukking, zuigen werd een succes
Gepatenteerd: 1907, VS
In huis: Vanaf de jaren 1930
In de loop van de 19e eeuw werd er aan verschillende typen stofzuigers gewerkt, waaronder modellen die het stof wegbliezen in plaats van het op te zuigen. Zo was er een model met een blaasbalg onder een schommelstoel.
Op de instructietekening zie je hoe de heer des huizes zit te schommelen om lucht in de slang te blazen, waarmee zijn vrouw het stof in het rond blaast.
In 1901 lanceerde de Engelsman Hubert Cecil Booth een stofzuiger die over straat reed en zijn diensten aanbood via een slang die door het raam werd gelegd.
Het model werd in de jaren erna verfijnd, maar het apparaat bleef groot en woog rond de 10 kilo. De echte stofzuigerrevolutie begon in 1907. Toen vond de Zweed August P.E. Seger de eerste kleinere stofzuiger voor thuisgebruik uit.
Datzelfde jaar vroeg de Amerikaan Murray Spencer octrooi aan op een ander klein model, dat later werd opgekocht door zijn landgenoot William Hoover. In 1910 verkreeg Seger zijn eigen octrooi, waarna hij
zijn stofzuiger liet produceren door het Zweedse bedrijf Electrolux.
Electrolux en het Amerikaanse Hoover waren de eerste grote leveranciers van stofzuigers op de wereldmarkt.
Wasmachine

Handmatige machines konden worden voorzien van een motor.
Eerst kwam de handmatige wasmachine
Gepatenteerd: 1910, VS
I almindelige hjem: Vanaf de jaren 1950
Er zullen niet veel Nederlanders meer zijn die nog weten hoe het was om kleren te schrobben op een wasbord en het wasgoed droog te wringen – of het in een grote ketel te koken.
In de 18e eeuw waren er al van hout gemaakte wasmachines. Het water werd verwarmd en in de machine gegoten en het wasgoed werd met een slinger rondgedraaid.
Eind 19e eeuw kwamen er meer en betere met de hand aangedreven modellen, maar pas in 1910 werd de eerste elektrische wasmachine gelanceerd. Hij heette ‘Thor’, naar de Noordse god van de donder.
De ontwikkeling van wasmiddelen ging langzamer: tot eind 19e eeuw werd kleding nog met zeepvlokken gewassen. De eerste synthetische wasmiddelen kwamen pas tijdens de Eerste Wereldoorlog op de markt.
Elektrisch fornuis

Huisvrouwen bespaarden tijd met een fornuis dat werkte op elektriciteit of gas.
Stroom om te koken
Gepatenteerd: 1892, Canada
In huis: Na de Tweede Wereldoorlog
De Canadese uitvinder Thomas Ahearn was de eerste die een octrooi registreerde op een ‘elektrische oven’. Toen hij zijn uitvinding in 1892 presenteerde door in een hotel in de hoofdstad een maaltijd te serveren, schreef de krant Ottawa Journal: ‘Voor het eerst in de geschiedenis was alles bereid met elektriciteit.’
In 1897 verkreeg William Hadaway een octrooi op een ‘automatisch bestuurde’ elektrische oven. In 1915 werd automatische warmtebesturing via knoppen gelanceerd – het is onduidelijk door wie – die vanaf de jaren 1920 in de meeste nieuwe fornuizen werd geïnstalleerd. Tot dat moment werd de warmte gereguleerd door de ovendeur open en dicht te doen.
In het begin werd het elektrische fornuis niet heel veel verkocht, doordat nog niet veel mensen stroom hadden en de fornuizen te duur waren. Intussen werden er ook beperktere varianten van de elektrische verhitting van eten gelanceerd, zoals losse kookplaten.
De hout- en kolenfornuizen moesten niet alleen plaatsmaken voor elektrische fornuizen, maar ook voor fornuizen op gas, die vanaf de jaren 1880 een succes werden.
Nog steeds worden beide typen apparaten naast elkaar gebruikt. Het elektrische fornuis werd in de jaren 1990 doorontwikkeld met een combi-oven, een grill en een inbouwmagnetron.
Broodrooster

Toast als ontbijt. Reclame uit 1952.
Timer voorkwam dat toast verbrandde
Gepatenteerd: 1909, VS
In huis: Sinds de Tweede Wereldoorlog
Al in 1893 presenteerde de Britse firma Crompton & Co. het broodrooster Eclipse. Dit zag er heel anders uit dan het huidige broodrooster en sloeg nooit echt aan – enerzijds omdat nog bijna niemand stroom had, anderzijds doordat het model een aantal kinderziekten kende. Zo raakte het snel oververhit en kon het metaal niet goed tegen warmte.
In 1909 lanceerde het Amerikaanse General Electric een model van zijn uitvinder Frank Shaitor waarbij het brood in uitneembare houders tegen warmte-elementen wordt geplaatst en handmatig kan worden gedraaid als één kant klaar is.
10 jaar later bedacht de Amerikaan Charles Strite, die genoeg had van verbrande toast, het eerste broodrooster met een timer, die vanzelf uit ging.
Afwasmachine

Man wast af – of poseert voor de camera – in de jaren 1920.
Personeel deed de afwas niet goed
Gepatenteerd: 1886, VS
In huis: Vanaf de jaren 1960
Josephine Cochrane was getrouwd met een politicus en zakenman en gaf vaak etentjes. Omdat ze vond dat haar keukenpersoneel niet voorzichtig genoeg omging met haar 17e-eeuwse famlieporselein, vroeg ze zich af of de afwas niet beter en veiliger kon worden gedaan door een machine.
Toen haar man overleed en ze zijn vermogen erfde, kreeg Cochrane de mogelijkheid om haar idee te realiseren. In een werkplaats in de tuin ging ze doelgericht aan de slag met haar constructie.
Door haar gebrek aan technische kennis had ze hulp nodig van diverse ambachtslieden, die vaak zo hun eigen ideeën hadden over het ontwerp. Ze liet zich echter niet van de wijs brengen en zei dat de mannen zich niet druk hoefden te maken over de vraag hoe ze tot haar constructie was gekomen.
Het belangrijkste was dat ze wist dat hij zou werken. Uiteindelijk slaagde Cochrane erin haar model te laten bouwen, en in 1886 verkreeg ze het octrooi op de eerste machine die porselein schoonmaakte met waterdruk in plaats van met borstels.
Haar vaatwasser had speciale compartimenten voor glas, borden en bestek. Deze waren ingebouwd in een wiel, dat door een motor werd gedraaid en werd schoongespoeld met warm water.
Toen de machine in 1893 de eerste prijs won op een grote techniekbeurs in Chicago, steeg de verkoop. In eerste instantie vooral in de horeca, maar ook gezinnen gingen het apparaat bestellen. De vroegste vaatwassers verbruikten echter meer water dat een doorsnee huishouden tot zijn beschikking had.
Koelkast

William Cullen.
Vriezer baande weg voor groot inkopen
Gepatenteerd: 1922, Zweden
In huis: Vanaf de jaren 1950
Al in 1748 bouwde de Schotse verlichtingsdenker en natuurkundige William Cullen een werkende koelkast, die hij aan de universiteit van Glasgow presenteerde. Het apparaat koelde doordat ethanol snel werd verhit en dan verdampte.
Dit proces vereiste echter veel energie. Pas in 1834 werd de eerste bruikbare koelkast gepresenteerd, maar die was groot en onhandig en gebruikte behalve grote compressoren en motoren ook giftige koelmiddelen.
Al snel kwamen er meldingen van, soms dodelijke, ongelukken onder gebruikers. In 1918 ontwierpen de Zweden Baltzar von Platen en Carl Munters als eindopdracht voor de technische hogeschool een gebruiksvriendelijke, goed verkoopbare koelkast door de elementen te verkleinen die eerdere versies lastig te hanteren maakten.
De eenvoudige regelaars van het apparaat werden aan de ene kant verhit en leverden aan de andere kant kou. Het model werd gelanceerd door de firma Electrolux, die dankzij het succes ervan later een grote speler werd op de witgoedmarkt.
Vriezer

In de jaren 1960 werd een vriesvak in de koelkast gebruikelijk.
Gepatenteerd: 1947, VS
In huis: Vanaf de jaren 1960
De eerste vriezer werd ontwikkeld door General Electric in de VS en bouwde voort op de compressortechniek uit vroege koelkasten, die nu werd verfijnd. In 1947 bracht het bedrijf de eerste koel-vriescombinatie op de markt.
Voordat de mensen thuis een vriezer hadden, bestonden er gemeenschappelijke vriesruimten, waar je een plekje kon huren. Toen koelfaciliteiten gemeengoed werden, veranderde de wijze van boodschappen doen.
Voortaan konden huisvrouwen ook diepvriesproducten groot inkopen en hoefden ze niet meer voor elke maaltijd verschillende winkels af.
Magnetron

In 1958 stond er in de keuken van sommige restaurants al een magnetron.
Oorlogsuitvinding leidde tot keukeninnovatie
Gepatenteerd: 1967, Japan
In huis: Vanaf de jaren 1990
Toen de luchtaanvallen op Londen in september 1940 op hun hevigst waren, werd het onderzoek naar microgolfradar geïntensiveerd om laagvliegende toestellen te kunnen lokaliseren.
De Amerikaan Percy Spencer bedacht een oplossing, en begin 1941 werden er ruim 10.000 magnetrons (elektronenbuizen) per week geproduceerd voor de oorlogsindustrie.
In 1945 vroeg Spencer octrooi aan op een magnetronoven. Het verhaal gaat dat hij op het idee ervoor kwam doordat chocola in zijn zak smolt door de warmte van de buizen. Het ding was zo groot als een koelkast en even duur als een auto.
In 1967 ontwikkelde de Japanse ingenieur Keishi Ogura, die werkte bij hetzelfde bedrijf als Spencer, een magnetron voor thuisgebruik.
25 jaar later was het apparaat eindelijk zo goedkoop dat het doorbrak, vooral om eten op te warmen en popcorn te maken.
Waterkoker

Peter Hobbs ontwikkelde een ketel die vanzelf uitschakelde als het water kookte.
Apparaat voor theeleuten
Gepatenteerd: 1955, VS
In huis: Vanaf de jaren 1980
Er wordt wel gezegd dat de niet-aflatende theebehoefte van de Engelsen de ontwikkeling van de waterkoker heeft gestimuleerd. En hoewel er wat discussie over is, werd de eerste waarschijnlijk in 1891 gelanceerd.
De verhitting van het water vond plaats in de ketel zelf, en soms kwam de elektriciteit in contact met het water, dat daardoor geleidend werd. In 1922 kwam er een elektrische waterkoker met een ingebouwd kookelement op de markt.
Dit model deed er echter bijna 12 minuten over om het water aan de kook te brengen, en het risico op droogkoken was groot.
De ketel van Bill Russell en Peter Hobbs uit 1955 bracht dé doorbraak; die ging vanzelf uit als het water kookte.
Koffiemachine

Koffiekan met bijpassende filterhouder.
Melitta’s filter bracht koffie verder
Gepatenteerd: 1965, Duitsland
In huis: Vanaf de jaren 1970
In 1802 vond de Franse apotheker François-Antoine Descroizilles uit Rouen een koffiezetapparaat uit dat bestond uit twee houders op elkaar met een filter ertussen.
Wie het eerste elektrische koffiezetapparaat uitvond, is omstreden, maar in 2015 claimde het Duitse bedrijf Melitta in een campagne dat het in 1965 de eerste elektrische koffiemachine had gepresenteerd.
Het bedrijf ontleent haar naam aan Melitta Bentz, die al in 1908 het moderne koffiefilter uitvond door een gat in een houder te snijden, een stuk papier op maat te knippen, de koffie in de houder te doen en het water in een kan te laten druppelen.