De Russische marine beging haar grootste blunder in oktober 1904 op de Noordzee.
Negen maanden eerder had Japan de Pacifische vloot van Rusland ingesloten in Port Arthur in Mantsjoerije. Daarom werden 42 schepen van de Oostzeevloot erheen gestuurd – een reis van 29.000 km.
Al na 1000 km ging het mis. De Russen waren bang dat er Japanse schepen in de Noordzee lagen (al is het voor Japan aan de andere kant van de wereld), en toen ze ’s avonds 50 Britse trawlers tegenkwamen bij de Doggersbank, openden ze meteen het vuur op de vermeende vijand.
Eén trawler zonk en vier raakten er beschadigd, en Russen schoten in de verwarring ook op elkaar.