Geld stinkt, maar verse vis niet

Het haringseizoen is geopend! Vanaf juni, als de eerste vaatjes nieuwe haring binnenkomen, beginnen de liefhebbers al te watertanden. Maar hoe werd de Nederlandse haringhandel zo winstgevend?

De haring wordt aan boord gekaakt.

© Collectie Het Scheepvaartmuseum

De exotische producten die terugkwamen van reizen naar de Oost naar Holland, zoals specerijen, zijde en porselein, kennen we allemaal als importartikelen van de VOC. De handel in deze producten maakte in die tijd een enorme bloei door. De haring als goudmijntje is daarentegen minder bekend, maar de zoutharingvisserij was van grote economische betekenis aan het einde van de 16e eeuw, en dat zou jarenlang zo blijven.

Vis uit het buitenland?

Het is een bekend verhaal: Nederlanders leven al eeuwenlang van de visvangst.

Maar wat je misschien niet weet, is dat de Nederlanders in de 15e eeuw in feite afhankelijk waren van de Denen voor de import van haring.

Er kwam veel meer vis uit het buitenland dan dat er zelf gevangen werd! De vis werd via de Hanzesteden uit Skåne (nu Zweeds gebied) geïmporteerd en was een belangrijke bron van voedsel voor de Nederlanders.

Vis moest na de vangst vrij snel van boord worden gehaald om bederf tegen te gaan. Vervolgens maakte het kaken, het insnijden van de haring en het verwijderen van de ingewanden de vis langer houdbaar.

Door dit logistieke proces waren de vissers kortere tijd op zee dan ze lief was, waardoor ze minder nieuwe visgronden ontdekten en minder vis in één keer aan land konden brengen.

Innovatie en verdriet

De Nederlanders kwamen op het innovatieve idee om het kaken aan boord van hun schepen toe te passen!

Een echte game changer die ervoor zorgde dat Nederland in één klap de grootste haringleverancier werd van Duitsland, Rusland en zelfs… Scandinavië.

Het tij was gekeerd. Geweldig voor de industrie en de inkomsten, maar minder mooi voor al die vissersvrouwen die hun man nu weken niet zagen…

Tegen de tijd dat de mannen van zee kwamen, waren zij net zo zout als de vis en moesten ze de zoute tranen van de gezichten van hun geliefde vegen.

Een getuigd scheepsmodel van een haringbuis.

© Collectie Het Scheepvaartmuseum

Haringkaken aan boord

Hoe ging het in zijn werk? Na de vangst werden direct aan boord de ingewanden en kieuwen van de haring verwijderd. De vis moest eerst goed uitbloeden, waardoor het vlees blank van kleur werd.

De enzymen deden vervolgens de rest: ze zorgden voor het rijpingsproces dat de specifieke smaak en geur van haring creëert. De vis eindigde in een warbak met zout.

‘Warren’ betekent husselen en dat gebeurde dan ook voordat de haring opgeslagen werd in tonnen, waar hij voor lange tijd geconserveerd kon worden.

Na het kaken en zouten kon de vis prima een jaartje goed blijven.

De vis wordt aan boord gehaald op motorlogger Marie. Omstreeks 1936.

© Collectie Het Scheepvaartmuseum

Kroegweetje

Als je graag met slimme weetjes strooit in de kroeg, lees dan nog even door. Waar komt de bekende naam ‘maatjesharing’ eigenlijk vandaan? Maatjesharing is haring die nog geen kuit heeft geschoten. ‘Maagdelijke haring’ dus. Maatje is het verkleinwoord van ‘maget’, wat maagd betekent. Zo! Weer wat geleerd.

Psst… meer weten over maritieme innovaties? Donderdag 5 oktober 2017 opent de tentoonstelling ‘Game Changers | maritieme innovaties’ in Het Scheepvaartmuseum. Deze tentoonstelling laat de meest bijzondere innovaties en beautiful failures uit de maritieme geschiedenis zien. Zet het alvast op je culturele verlanglijstje!