Een van de grootste schatten ter wereld wordt geborgen

In 1708 zonk een Spaans galjoen, met 200 ton goud en edelstenen uit de Zuid-Amerikaanse koloniën aan boord. Nu wil de Colombiaanse regering het schip bergen, maar ze is lang niet de enige die aanspraak maakt op de schat.

San José scheepswrak

Vorig jaar maakten duikers de eerste opnamen van enkele van de 11 miljoen gouden munten die het schip aan boord zou hebben gehad.

© EPA

Een Spaans galjoen voor de kust van Colombia is een topprioriteit geworden voor de Colombiaanse regering. Het schip vervoerde naar verluidt een van de grootste schatten uit de wereldgeschiedenis, waarvan de totale waarde nu wordt geschat op maar liefst 20 miljard dollar (circa 18,5 miljard euro).

De president van het land, Gustavo Petro, wil de enorme schat, die 11 miljoen gouden munten bevat, graag bergen vóór de herverkiezingen in 2026.

Maar de Colombiaanse regering is niet de enige die aanspraak maakt op de schat.

Amerikaanse schatzoekers houden vol dat ze de schat al in 1981 hebben gevonden en daarom recht hebben op de helft van de waarde. Ook Spanje en de inheemse bevolking van Colombia eisen een deel van de opbrengst op.

Hoewel het schip nog niet is geborgen, lopen de internationale spanningen over de rechten op de 200 ton goud, zilver en edelstenen al hoog op.

Britten brachten schat tot zinken

In 1708 bracht de Britse marine het Spaanse galjoen San José met zijn 62 kanonnen tot zinken tijdens een zeeslag bij het schiereiland Barú in het noorden van Colombia. De Spaanse Successieoorlog woedde al zeven jaar en leidde tot bloedige gevechten tussen ’s werelds grootste koloniale machten.

De San José was beladen met kostbaarheden die de Spanjaarden in de zes jaar daarvoor in hun Zuid-Amerikaanse koloniën hadden vergaard. De schatten moesten nu naar Spanje worden gebracht, zodat de kosten van de oorlog ermee konden worden betaald.

Maar op weg uit de haven werden het schip en zijn escorte opgewacht door vijf grote Engelse linieschepen. De San José verging toen het kruitmagazijn door vijandelijk geschut werd geraakt en explodeerde. Het schip ging snel ten onder met zijn enorme schat, en slechts 11 van de 600 zeelieden overleefden de schipbreuk.

Vanwege zijn bijzondere lading wordt het schip wel de ‘heilige graal van de scheepswrakken’ genoemd.

San José ondergang

Het was voor de Britten een grote overwinning dat de San José en twee andere Spaanse galjoenen vol schatten tot zinken werden gebracht.

© Royal Museums Greenwich

Vier partijen vechten om het recht op de miljarden

De San José ligt op een diepte van bijna een kilometer en werd verloren gewaand tot 1981, toen het Amerikaanse bergingsbedrijf Glocca Morra beweerde het schip ontdekt te hebben. Het bedrijf was bereid om de coördinaten van het wrak aan de Colombiaanse regering te geven, op voorwaarde dat het na berging recht kreeg op de helft van de schat.

Dat leidde tot een langdurig juridisch conflict over de voorwaarden van de overeenkomst en een strijd over de vraag of Glocca Morra het schip wel echt heeft gelokaliseerd. In een interview met Bloomberg zei de Colombiaanse minister van Cultuur David Correa dat de coördinaten die door het bedrijf waren verstrekt, waren nagetrokken en dat daarbij was ‘vastgesteld dat daar geen scheepswrak ligt’.

In 2015 beweerde de Colombiaanse regering het galjoen op een andere, geheime, locatie te hebben gevonden. De toenmalige Colombiaanse president Juan Manuel Santos zei daarover:

‘Dit is een van de grootste ontdekkingen van gezonken cultureel erfgoed in de menselijke geschiedenis.’

Bekijk de mooie beelden van het scheepswrak:

Video

De Amerikanen waren het er niet mee eens en ondernamen direct juridische stappen. Volgens hen maakt het namelijk allemaal deel uit van dezelfde vondst, ook al zijn de coördinaten niet hetzelfde.

Het bedrijf is een arbitrageprocedure gestart in Londen en maakt aanspraak op 10 miljard dollar, de helft van de geschatte waarde van de schat.

Ook Spanje claimt recht te hebben op de schat, omdat het om een Spaans schip gaat, dat bovendien een graf vormt voor bijna 600 Spaanse zeelieden. Daarnaast maken de inheemse Boliviaanse Qhara Qhara aanspraak op een deel van de schat, omdat het hun voorouders waren die gedwongen werden om het goud en de edelstenen in de mijnen van Zuid-Amerika te delven voor de Spanjaarden.

Wat er precies met de schat gaat gebeuren, is nog onzeker. Maar de berging van het schip en zijn lading is al begonnen.

‘De president heeft ons gevraagd om het tempo op te voeren,’ zegt Correa.

Gelukkig zijn er ook mensen die zich bekommeren om de archeologische aspecten van de historische vondst. De Colombiaanse regering heeft haar intentie uitgesproken om een archeologisch laboratorium op te richten waar de San José samen met zijn lading kan worden gerestaureerd, waarna het schip tentoongesteld zal worden in een nationaal museum.