De Gouden Koets te water

200 jaar geleden was de bouw van de ‘Koningssloep’ halverwege. Koning Willem I gaf de opdracht dit koninklijke vaartuig te laten bouwen. In die tijd waren rijkversierde roeisloepen een ‘must have’ voor Europese monarchen. Een koninklijke roeisloep paste uitstekend bij het beeld van Nederland als maritieme natie en waterland.

Zo kwam er het ontwerp voor de ‘koninklijke chaloup’, ofwel Koningssloep, door C.J. Glavimans. Het schip is tussen 1816 en 1818 gebouwd op de Marinewerf in Rotterdam. Na de sluiting van de werf in 1851 kwam de sloep naar Amsterdam.

Het duurde uiteindelijk 23 jaar voordat de koning hem voor het eerst officieel gebruikte. Helaas voor Willem I was het Willem II die de eerste vaartocht maakte. Denk niet dat de Koningssloep leden van het Koninklijk Huis van A naar B vervoerde vanuit logistiek perspectief.

Nee, de Koningssloep was puur een pronkstuk en zo werd hij ook gebruikt. Als er buitenlandse staatshoofden naar Nederland kwamen, werden er stukjes van nog geen mijl heen en weer geroeid puur ter vermaak en om te imponeren.

De God van de Zee

Met een lengte van 17 meter is de Koningssloep lang. Dit gaat niet ten koste van zijn slanke vorm. Zijn lijntje is rank en rijkelijk versierd met bladgouden ornamenten. Neptunus en zijn drie zeepaarden sieren de boeg. Met trompetschelpen wordt aangekondigd dat de koning van de zee en de heerser van het land in aantocht was.

Natuurlijk staat Neptunus niet alleen voor de grootsheid van het staatshoofd, maar ook voor een behouden vaart. Ook de kleinere ornamenten, zoals de krabbetjes en waterplanten rond de boeg, vertellen hun eigen verhaal. Dit alles maakt de sloep een lust voor het oog, maar door de symboliek is hij tevens een verhalend object met mythologische achtergrond.

Niet kijken naar de koningin

Roeier aan boord van de Koningssloep werd je niet zomaar. De zorgvuldig geselecteerde adelborsten van de marine werden gedrild om de sloep zo statig mogelijk door het water te laten bewegen. Je roeispanen dwars in het water zetten om de sloep te laten remmen was bijvoorbeeld uit den boze.

De slagen die nodig waren om op de bestemming te komen werden uitgeteld en de sloep moest uitdrijven tot de kade. Er was een flinke lijst protocollen waar men zich aan diende te houden. Zo mocht je bijvoorbeeld de koning of koningin niet aankijken als roeier. Je blik richtte je op je spaan en anders niet.

Neptunus met zijn paarden op de Koningssloep.

Wanneer mag hij weer?

De Koningssloep is een pronkstuk dat moet blijven stralen. In de afgelopen twee eeuwen is hij zorgvuldig onderhouden. Zijn laatste vaartocht was in 1962 tijdens de viering van het 25-jarig jubileum van koningin Juliana en prins Bernhard.

De laatste onderhoudsbeurt heeft de sloep gekregen in 2014, toen Neptunus letterlijk onder de loep werd genomen. Door middel van röntgen is onderhuids onderzoek gedaan naar de staat van het ornament, waarbij onder andere scheurtjes in zijn rug zijn ontdekt. Deze zijn gefreesd, gevuld en weer afgewerkt met bladgoud.

Ook is de romp van de sloep volledig onder handen genomen. Dat betekent dat de Koningssloep officieel vaarklaar is. Hij ligt in het schiphuis aan de kade van Het Scheepvaartmuseum te wachten op bezoekers die komen kijken naar zijn schoonheid.

En misschien wacht de blinkende sloep ook wel stiekem op een bevel van de koning om uit te varen. De koning is immers de enige die mag verzoeken het schip vaarklaar te maken …

De laatste vaartocht van de Koningssloep in 1962.

© Fries Scheepvaartmuseum