Halvewege de 19e eeuw werd er volop geëxperimenteerd met stoomaandrijving. Een van de meest optimistische uitvindingen was de ‘stoomman’ uit 1868 van de Amerikaanse uitvinder Zadoc Dederick, die de paard-en-wagen overbodig moest maken.
De stoomman liep op metalen benen en werd bediend met een aantal hendels in de wagen.
Dederick had hem een jasje aangetrokken en een hoge hoed van metaal opgezet, die ook als schoorsteen diende. De kleding was vooral bedoeld om de paarden niet te veel te laten schrikken. Onder het jasje bevond zich het vuur, dat elke drie uur opgestookt moest worden met kolen.
Stoomman was te duur
Volgens de uitvinder zelf zou het maar 20 dollarcent per dag kosten om de stoomman aan de praat te houden. Het apparaat haalde een snelheid van 45 km/h.
Dederick slaagde er echter nooit in om een versie te maken die goedkoop genoeg was om in massaproductie te nemen.
Maar er was veel belangstelling voor de uitvinding, die was gebaseerd op een idee uit The Steam Man of the Prairies van Edward S. Ellis, een van de eerste in grote oplage gedrukte sciencefictionboeken.