Geschiedenis van de auto

In de 19e eeuw dromen uitvinders van een zelfrijdende wagen. De doorbraak komt in 1886, als de Duitser Gottlieb Daimler een omgebouwde koets weet aan te drijven met een verbrandingsmotor.

Ford maakte een simpele auto die bijna iedereen kon betalen.

In hetzelfde jaar verkrijgt zijn landgenoot Karl Benz het octrooi op een driewielig voertuig: de eerste auto ter wereld. Jarenlang kost een auto een arbeider een of twee jaarsalarissen, maar als de Amerikaan Henry Ford in 1908 auto’s in massa weet te produceren, worden ze gemeengoed. De jaren daarop zetten ijverige pioniers de hele wereld op wielen.

De belangrijkste auto

Ford T, VS. In productie: 1908-1927

Henry Ford heeft de meeste invloed gehad op de autoproductie wereldwijd. Vanaf 1913 kiest hij voor een kleine winstmarge per auto – waarvan hij er wel veel verkoopt. Zijn troeven zijn de lopende band en efficiency. De productietijd daalt van 12,5 uur naar 90 minuten per auto – en de prijs van een Ford T van 2500 dollar in 1914 naar 260 dollar in 1924.

Van bom naar auto

De Citroën Type A bracht de Franse autoproductie op gang.

Citroen Type A, Frankrijk. In productie: 1919-1926

In de Eerste Wereldoorlog produceert ingenieur André Citroën bommen. Pas in vredestijd komt zijn uitgebreide studie naar lopendebandproductie in de Ford-fabrieken in de VS van pas. Van 1919 tot 1921 maakt Citroën het model Citroën Type A, de eerste in massa geproduceerde auto van Frankrijk. Vanaf 1921 worden er ook andere modellen gelanceerd.

Eerste Duitse volksauto

Opel werd in 1937 de grootste Europese autoproducent.

Opel 4PS, Duitsland. In productie: 1924-1940

In 1924 gaat Fritz von Opel als eerste Duitser auto’s produceren aan de lopende band. Het model heet eenvoudig 4PS vanwege zijn vier paardenkrachten (Pferdestärke). De vraag is groot en de Opel 4PS wordt dan ook voortdurend doorontwikkeld. Vanaf 1931 wordt de auto Opel 1,2 Liter genoemd en vanaf 1937 Opel Kadett.

De ware Fiat 500

‘Topolino’ is Mickey Mouse in het Italiaans.

Fiat 500 (Topolino), Italië. In productie: 1936-1957

Het Mickey Mouseachtige autootje met een topsnelheid van 85 km/h wordt snel populair in het Italië van na de oorlog, als de markt snakt naar goedkope auto’s. De Topolino is goedkoop – 9750 lire bij de lancering – en als de koopkracht in Italië niet zo laag was geweest, zouden er zonder twijfel nog veel meer van zijn verkocht. De Fiat 500 Nuova (1957-1984) wordt zowel in Italië als daarbuiten heel populair en wordt door veel niet-Italianen als de ‘echte’ Fiat 500 beschouwd.

Hitlers volksauto klopt Ford T

De Volkswagen deed zijn naam eer aan, maar van de Toyota Corolla zijn er meer verkocht (ruim 35 miljoen).

Volkswagen Kever, Duitsland. In productie: 1938-2003

In 1934 vraagt Hitler ingenieur Ferdinand Porsche een betrouwbare auto te bouwen met een topsnelheid van 100 km/h, een benzineverbruik van maximaal 12,5 km/l en een prijs van hooguit 1000 Reichsmark. Het goedkoopste bestaande model kostte 2000 Reichsmark. In 1938 is Porsche klaar, maar na 630 auto’s wordt de fabriek al omgebouwd voor militaire productie. Na de oorlog compenseert de lage prijs de nu verouderde technologie van de Volkswagen, en in 1955 wordt de miljoenste auto gehaald. Het succes zet door, en in 1972 haalt de Volkswagen Kever zelfs de Ford T in als de best verkochte auto ter wereld. In Europa komt de laatste Kever in 1985 op de markt, maar in Latijns-Amerika pas in 2003.

Voor twee boeren en een vat wijn

De goedkoopste 2CV had een dak van jute.

Citroën 2CV, Frankrijk. In productie: 1948-1990

Na de Tweede Wereldoorlog is er een groot tekort aan materialen en geld. De ingenieurs bij Citroën moeten daarom een zo goedkoop mogelijke auto maken voor de Franse boer. Er moet plaats zijn voor een passagier en een vat wijn! Het resultaat is een van de populairste minimalistische auto’s ooit: de Citroën 2CV oftewel de Eend.

Moeder van de moderne Mini

De voorwielaandrijving van de Mini werd wereldwijd de norm.

Morris Mini, Engeland. In productie: 1959-2000

Als de Morris Mini gelanceerd wordt, heeft Engeland al een paar goed verkopende auto’s gekend. Het grootste succes is de Morris Minor met 1,5 miljoen verkochte auto’s. Het team achter de Morris Minor denkt dat het nog beter kan en krijgt in 1957 groen licht voor de productie van de Morris Mini. Die verbreekt alle verkooprecords in Engeland en daarbuiten.