De ultieme achtbaan: WHAAA!

De eerste achtbaan van de VS, in 1884 gebouwd door de uitvinder LaMarcus Thompson, ging 10 kilometer per uur. Maar het publiek stond ervoor in de rij. In het gouden tijdperk van de achtbaan was het devies: hoger, sneller, wilder.

Bijna 50 jaar lang was de achtbaan de favoriete attractie van de Amerikanen. Voor elke achtbaan die werd afgebroken, kwamen er drie nieuwe bij.

Het eerste zenuwslopende ritje in een achtbaan

Langzaam rolt het wagentje de steile berghelling van Mount Pisgah in de staat Pennsylviania op. Op het piepen van de metalen wielen in de rails na is de volle wagen doodstil.

Hij heeft geen motor, maar wordt de berg op getrokken door lange kabels die aan twee dreunende stoommachines op de top vastzitten.

Met het gezicht in de plooi en een gespannen blik staren de passagiers in hun zondagse goed naar de groene, beboste hellingen om hen heen. Ze hebben de verhalen over het opwindende ritje al gehoord.

In 1872 is de nieuwe achtbaan op rails in Pennsylvania het gesprek van de dag. De Mauch Chunk Switchback is in een mum van tijd een van de best bezochte attracties van de VS geworden, slechts naar de kroon gestoken door de Niagarawatervallen.

En na een korte stop op 384 meter hoogte snappen de passagiers waarom.

De wagen begint aan de steile afdaling. Een dappere verslaggever van de plaatselijke Valley Gazette beschrijft de wilde rit: ‘Onze wagen suisde met een angstaanjagende snelheid naar beneden.

Een man raakte zijn strohoed kwijt. Vrouwen zetten hun nagels in de houten stoelen om er niet uit geslingerd te worden, en een lijkbleke moeder drukte haar zoontje stevig in haar armen,’ aldus het verslag.

De journalist vervolgde: ‘Dames konden hun rok bijna niet omlaag houden, maar de bestuurder toonde geen genade.

Het ging sneller en sneller, tot de berken, dennen, rotsen en de lucht in elkaar overliepen. De passagiers hadden moeite in hun stoel te blijven, en in de bochten werden ze tegen elkaar gedrukt.

Na een tijdje was de jongen door het dolle heen, terwijl de moeder bijna flauwviel.’

De Mauch Chunk-baan was de eerste mechanische achtbaan in de VS, en was ontstaan als bijkomstigheid.

De lijn was gebouwd om kolen van de bergtop te transporteren, maar de eigenaar zag in dat hij ook voor plezierritjes gebruikt kon worden. Toeristen waren dol op de adrenalinekick, en in 1872 verdween de transportfunctie geheel.

Zakenlieden zagen al snel geld in de installatie. De Mauch Chunk lag vrij afgelegen, en als er iets dergelijks bij een grote stad kon worden gebouwd, was succes bijna gegarandeerd.

Al snel stroomden de patentaanvragen binnen bij de autoriteiten. Dit vormde het begin van vier decennia met steeds hogere, snellere en huiveringwekkender achtbanen – niets was de uitvinders te dol.

Veel spoorwegmaatschappijen investeerden in pretparken, omdat die zorgden voor verkeer in het weekend, wanneer ze gewoonlijk niets verdienen. Onder meer Coney Island trok duizenden bezoekers.

© New York Public Library/Astor, Lennox & Tilden Foundation

Achtbaanwedloop begint

Een van degenen die zich in de Mauch Chunk hadden vermaakt was LaMarcus Thompson, een New Yorkse uitvinder. Op Coney Island bouwde hij de eerste echte achtbaan van Amerika.

Op 14 juni 1884 nam de eerste gentleman met een hoge hoed zijn verloofde mee op een ritje. De achtbaan bestond uit een wagen die op een bankje leek. Vanaf een hoge toren op het strand rolde hij over een spoor van 183 meter lengte – met slechts 10 kilometer per uur.

Ondanks het slakkengangetje werd de achtbaan onmiddellijk een succes. Vanaf ’s morgens vroeg stonden de mensen in de rij om hun beurt af te wachten, soms wel drie uur lang.

Maar een ritje kostte dan ook maar vijf cent. Dankzij de niet aflatende stroom klanten kon Thompson elke dag 600 dollar naar de bank brengen. Binnen slechts zes weken had hij de kosten van de bouw terugverdiend.

LaMarcus Thompson, die wel de vader van de achtbaan wordt genoemd, had een goudader aangeboord.

Voor het einde van de zomer van 1884 waren er drie concurrerende achtbanen bij gekomen op Coney Island.

Die hadden allemaal een kleine vernieuwing die ze meer publiek moest bezorgen dan de andere. Ene Charles Alcoke vroeg meer geld omdat zijn Serpentine Railway rondliep in een ellipsvorm.

Volgens een lokaal weekblad ‘gaf dat de passagiers het gevoel dat ze een cycloon in werden gezogen zonder dat ze voor lijf en leden hoefden te vrezen’.

Een andere achtbaanbouwer, Philip Hinkle, vond een jaar later de kettinglift uit, waarmee de wagen in een hogere startpositie werd getrokken, zodat hij nog sneller ging en de klanten met het gezicht in de rijrichting konden zitten.

Binnen één jaar had de achtbaan zich ontwikkeld van een gezellig ritje op zondag tot een bloedstollende attractie – en hij bleef vernieuwd worden met een duizelingwekkend tempo.

Iedereen wilde delen in het succes op Coney Island. Daar waren de banen volgens de bewoners ‘onkruid dat opkomt in hetzelfde tempo als het gewied wordt’.

LaMarcus Thompson slaat weer toe

Thompson liet zich niet afschrikken door de moordende concurrentie. In slechts drie jaar verwierf hij maar liefst 30 patenten, waarmee hij de klanten een nog betere ervaring wilde bezorgen.

De Scenic Railway in Atlantic City was Thompsons huzarenstukje. Hij maakte een aantal wagens aan elkaar vast, die met een stoommachine een hoge helling op getrokken werden, net als op Mount Pisgah.

Vervolgens deed de zwaartekracht zijn werk en zoefden de passagiers tussen paarse en blauwe kunstrotsen door, verfraaid met scènes uit de Bijbel en verlicht door gekleurde lampen.

Een adrenalinekick alleen was niet genoeg, dat zag Thompson wel in. De klant wilde een wereld van illusies. Zoals een latere achtbaanbouwer het uitdrukte:

‘Je hoeft geen ingenieur te zijn om een achtbaan aan te leggen. Je moet psycholoog zijn – en veel lef hebben. Bij een achtbaan komt net zo veel theater kijken als bij een show op Broadway.’

De Scenic Railway liep zo goed dat LaMarcus Thompson een heel acht-banenimperium kon opzetten met vaste ontwerpers, ingenieurs en kunstenaars.

En de attracties waren niet alleen voor het gewone volk: in de jaren die volgden kwamen de koningin van Hawaï, de kroonprins van Zweden en vele andere hoogwaardigheidsbekleders langs.

Thompson wist wel waarom zijn attracties zo geliefd waren: ‘Achtbanen zijn zonneschijn die in je herinnering gloeit en het donker verdringt, en dat voor slechts een paar centen.’

Maak een virtueel ritje met de wilde achtbaan.

Looping bezorgt achtbaanbezoekers een whiplash

Tot 1895 had het Amerikaanse patentbureau de achtbanen geregistreerd als ‘vermaakstreinen’, maar dat woord was bepaald niet van toepassing op het bouwwerk van de waaghals Lina Beecher, die klanten van Thompson wilde afpakken.

In 1895 voorzag hij zijn achtbaan van een negen meter hoge looping.

Tientallen jaren daarvoor waren er in Frankrijk al experimenten met loopings gedaan, maar dat had tot dramatische ongelukken geleid.

De Flip Flap Railway van Beecher moest dan ook grondig getest worden met een prototype. De passagiers verving hij eerst door zandzakken en later door apen.

De apen konden het navertellen, en Beecher legde zijn achtbaan op Coney Island aan. Maar de test had niet aan het licht gebracht dat de passagiers, die geen gordel droegen, aan 12 keer de normale zwaartekracht blootgesteld werden in de negen meter hoge looping.

Een moderne straaljagerpiloot krijgt met dezelfde krachten te maken als hij plotseling een bocht maakt.

Klanten liepen whiplashes en blauwe plekken op, wat het einde van de Flip Flap Railway betekende.

Pas in 1975 bedacht de Duitse ingenieur Werner Stengel een oplossing: een veilige looping is geen cirkel, maar een omgekeerde traan, waardoor de overgang geleidelijk is.

Timmerman krijgt idee bij tandarts

Of het nu door het lachgas kwam dat Christopher Feucht een ingeving kreeg is niet bekend, maar bij de tandarts kwam de timmerman in 1907 op het idee voor de volgende mijlpaal op achtbaangebied.

In de wachtkamer zag hij een fantasierijk speelgoedmodel van een achtbaan met bizarre bochten.

Feucht haalde zijn rijke tandarts over om de bouw van dit model op ware grootte op Coney Island te bekostigen.

Later die zomer waren de eerste gillen te horen van de tot dan toe wildste baan van het eiland: Drop-the-Dip. Die was 20 meter hoog en had de scherpste bochten en het grootste verval.

Feucht verdiende een maand lang geld als water met zijn achtbaan, tot die afbrandde. Hij bouwde gelijk een nieuw, nog doldwazer exemplaar, maar de timmerman wilde niet dat zijn klanten iets overkwam.

Hij bedacht de veiligheidsstang, die ervoor zorgde dat de passagiers niet gelanceerd werden. Drop-the-Dip was de 20e achtbaan van het eiland, en Feucht kon niet alleen bogen op de heftigste, maar ook de veiligste achtbaan van de Verenigde Staten.

Het gouden tijdperk

Vlak na de Eerste Wereldoorlog rees het aantal achtbanen in de VS de pan uit dankzij de economische groei.

De jaren 1920 staan dan ook bekend als de ‘achtbaanjaren’. In het hele land schoten de pretparken als paddenstoelen uit de grond, bijvoorbeeld in Riverview Park in Chicago, waar de achtbaanmagnaten nu hun concurrentiestrijd uitvochten in plaats van op Coney Island.

Op een bepaald moment waren er maar liefst 11 achtbanen te vinden in het pretpark.

De bouwregels van Chicago gooiden echter roet in het eten: een achtbaan mocht maar 24 meter hoog zijn. Om deze bepaling te omzeilen werden de achtbanen in een kuil in de grond geplaatst.

De Fire Ball werd daardoor zo hoog dat de wagentjes op weg omlaag ruim 100 kilometer per uur haalden.

In 1924 meldde de pers dat het toppunt bereikt was met de Bobs, die 30 meter hoog was en een val van 67 graden, 1000 meter aan spoor, 16 hellingen en 12 bochten had. Hiermee was het de spectaculairste baan tot dan toe in de VS.

In een tijdsbestek van 43 jaar lieten ruim 30 miljoen mensen zich door deze helse baan meevoeren. Een van hen schreef er enthousiast over: ‘Omhoog! Omlaag! Wilde, gierende bochten!

We draaien zo plotseling dat we tegen elkaar aan botsen. Dan rollen we naar links, schieten naar voren, duiken omlaag en weer omhoog. We denken: “Het is maar goed dat ik me vasthield.”’

Innovatie verlegt de grenzen

De achtbanen werden nu wilder dan ooit, en dat was met name te danken aan één visionaire achtbanenbouwer:

John A. Miller. Deze Amerikaan nam patent op een reeks nieuwe veiligheidsmaatregelen, waardoor zelfs de meest sadistische ideeën uitvoerbaar werden.

De ingenieur Miller had onder LaMarcus Thompson gewerkt en had de kneepjes van het vak zo leren kennen voordat hij voor zichzelf was begonnen.

Miller besefte dat de veiligheid moest worden verbeterd om vergunningen te krijgen voor wildere achtbanen, en hij nam patent op een mechanisme dat de wagens veilig naar het hoogste punt van de baan takelde.

Als de ketting brak, zouden metalen palletjes in de baan grijpen en de wagentjes vasthouden. Het kenmerkende ratelende geluid dat je bij een achtbaan hoort komt uit deze tijd, want het optakelmechanisme wordt vandaag de dag nog toegepast.

Miller ontwikkelde eveneens speciale wielen, die de wagens aan drie kanten op hun plaats in de rails hielden. Na de Eerste Wereldoorlog kon hij daardoor supersnelle megabanen bouwen.

De passagiers waren veilig in de wagentjes van Miller, die over 35 meter hoge banen met scherpe bochten zoefden.

In zijn leven nam John Miller patent op 140 banen en veiligheidsmechanismen. Zijn hoofdingenieur dacht later met groot ontzag terug aan de achtbaanmeester:

‘Hij joeg het publiek de stuipen op het lijf. Hij maakte zijn banen al vanaf het begin zeer hoog. De meeste waren toen 12 tot 18 meter hoog, maar na de oorlog bouwde hij banen van 20 tot 25 meter. Men dacht dat hij de grenzen van wat het lichaam aankan overschreed.’

Miller bouwde onder meer de Puritas Springs Cyclone, een kronkelige baan die elegant in een beboste kloof was weggewerkt. De klanten stapten boven aan de kloof in en suisden met wel 110 kilometer per uur door het bos.

Na een ritje stapte een onthutste man met blauwe plekken op knieën en ellebogen uit en riep: ‘Dit duivelse ding zou gesloten moeten worden!’

De achtbaan der achtbanen

In 1926 werd de baan Crystal Beach Cyclone aangelegd in Ontario, Canada. Het was het hoogtepunt van 40 jaar hevige concurrentie.

De eerste helling was 30 meter hoog, en tijdens de steile val dachten de passagiers dat ze zo het naburige meer in zouden rijden. Daarna beklommen de wagens nog een helling, gevolgd door een val van 52 graden.

Na een rondje in een enorme spiraal volgde een ijzingwekkend traject door een grote acht en over kleinere hobbels. Als laatste kwam het ‘jazzspoor’, waar de wagens bijna zigzagden. Dan was de hellevaart van 40 seconden voorbij.

De Cyclone was het werk van Harry Traver – de laatste der achtbaangenieën. ‘Zeemeeuwen lokten me deze krankzinnige business in,’ zei hij ooit.

Toen hij jong was, werkte hij op een veeschip, en op een dag zag hij een zwerm zeemeeuwen die acrobatische toeren uithaalden rond de scheepsmast. Zo kwam hij op het idee om achtbanen te gaan bouwen.

Zijn denkbeelden leken dwaas, maar hij wist ze te realiseren, en met de Crystal Beach Cyclone had hij de ultieme achtbaan geschapen, die de beste en wildste eigenschappen van eerdere banen verenigde.

‘In een achtbaan is iedereen gelijk,’ merkte Harry Traver droogjes op. ‘Ze gillen allemaal op hetzelfde moment.’ Naast de uitgang van de Cyclone stond altijd een verpleegster, en de baan stonk volgens een bezoeker steevast naar braaksel.

De krant New York Telegram liet een medewerker een ritje maken in de 900 meter lange achtbaan: ‘Je voelt je als Gods nederigste schepsel, dat de zwaartekracht niet verdient.

De Cyclone is niet eerlijk. Hij sleept je niet alleen een helling op om je weer naar beneden te werpen, je wordt ook van de ene kant naar de andere geslingerd, en voor je kunt bedenken wat er na “Onze Vader” komt, schiet je alweer de lucht in.’

Maar liefst 75.000 mensen kwamen naar de opening – de meeste slechts om de baan te bewonderen. Volgens het blad Billboard was één man zo onder de indruk dat hij 67 ritjes maakte. Daar deed hij drie uur over.

Wall Street gooit roet in het eten

De Cyclone was voorlopig de laatste van de grote Amerikaanse achtbanen, want in 1929 maakte de economische crisis een einde aan het gouden tijdperk van de pretparken.

Harry Traver moest zijn bedrijf opdoeken, en de meeste van de legendarische banen werden gesloopt. In de decennia die volgden verdwenen 2000 Amerikaanse pretparken en bijna evenveel achtbanen.

In de jaren 1960 waren er nog maar 200 banen over. Nu zijn er wereldwijd zo’n 2800 achtbanen. Dat is maar een derde meer dan de VS al in 1929 had.