In het Londen van koningin Victoria staat de tijd nooit stil. Grote zeilschepen met goederen uit de koloniën varen dagelijks over de Theems om aan te leggen bij een van de vele bedrijven. De industrie groeit en dat levert geld en werk op, maar ook druk verkeer, vooral op de veren en bruggen over de Theems. De rivier dreigt een hinderpaal te worden voor de ontwikkeling van de stad.
Vooral de wijk East End groeit als kool. Maar de meest oostelijke brug over de rivier is de oude London Bridge, die elke dag weer zucht onder 100.000 voetgangers en 20.000 voertuigen.
Het is zo’n gedrang van mensen en goederen dat het ondernemers, politici en burgers frustreert. Iedereen is het erover eens dat er iets moet gebeuren. Maar wat? En waar?
In 1876 stelt het Britse parlement een commissie in die deze vragen moet beantwoorden. De stadsarchitect van Londen, Horace Jones, stelt vast dat de beste oplossing een verbinding ter hoogte van de Tower of London is.
De rest laat hij wijselijk aan de lokale politici over, want een verbinding die de Theems kruist, doorkruist ook een groot aantal machtige belangen.
Tower Bridge was omstreden
Allereerst zijn daar de bedrijven. Die willen wel profiteren van een oostelijke verbinding, maar verzetten zich tegen een brug die hun grote, zeewaardige schepen de weg verspert. Londense ambtenaren stellen voor een gratis veerverbinding voor de burgers in te stellen. Het verkeer neemt echter zo snel toe dat een veer niet genoeg is.
Een vereniging van de oostelijke industriebedrijven stelt voor in plaats van een brug een tunnel aan te leggen. Die zal tijdens de bouw en daarna geen problemen opleveren voor de hoge scheepsmasten. Alleen is het de vraag hoe snel zo’n tunnel het zware verkeer, dat vooral uit paard-en-wagens bestaat, zal kunnen afwikkelen.
Maar daar hebben de voorstanders van de tunnel wel een oplossing voor:
paardenliften. Een kapitein en een koetsier die ervaring hebben met zulke liften, verklaren voor het parlement dat het een fluitje van een cent is om de edele trekdieren in een lift te krijgen. Toch is de commissie niet overtuigd, en het plan wordt afgeserveerd.
In 1885 besluit het parlement tot een brug. De industriebedrijven geven zich echter niet zonder slag of stoot gewonnen en laten in de Tower Bridge Act vastleggen dat ze recht hebben op schadevergoeding als ze door de brug of door de bouw daarvan inkomsten mislopen.
Het parlement wint daarom bij andere Europese havensteden advies in over bruggen die goed samengaan met zeilschepen. Een ambtenaar uit Kopenhagen komt in Londen vertellen over de Deense ervaringen met havenbruggen, en de commissie bestudeert brugprojecten in Nederland, België en Schotland. Uiteindelijk tekent de Londense stadsarchitect een brug.
Jones presenteert zijn idee voor de Tower Bridge aan het parlement. Zijn oplossing is op andere stadsbruggen en op de nieuwste techniek gebaseerd. Met de ingenieur John Wolfe-Barry, die al diverse bruggen heeft getekend en gebouwd, stelt hij een basculebrug voor. Het bouwskelet en de opklapbare delen wil hij maken van het gloednieuwe materiaal staal, dat nog nooit voor een brug is gebruikt.
Het parlement laat zich overtuigen door Wolfe-Barry’s ervaring en Jones’ vindingrijkheid. Die zullen ze ook hard nodig hebben, want de eisen aan de nieuwe brug zijn bijna onverenigbaar.