Hooverdam kostte bloed, zweet en 6 miljoen ton beton

Tijdens de economische crisis in 1931 stromen duizenden werkloze Amerikanen naar de rivier de Colorado. Ze werken op onveilige steigers en in schachten vol gas aan de grootste dam ter wereld.

Tegen de 5000 arbeiders werkten dag en nacht om de dam in vijf jaar af te krijgen.

© Getty Images & Shutterstock

Duizenden toeschouwers staan op 13 november 1932 langs de rand van de Black Canyon. Ze willen wel eens zien hoe de mens de natuur bedwingt.

De komende uren zullen arbeiders de machtige rivier de Colorado uit zijn bedding dwingen en in vier omleidingstunnels laten stromen. Zo creëren ze plek op de rivierbodem om beton voor de Hooverdam te storten.

Het lijkt volkomen onmogelijk, want per seconde gutst er zo’n 20.000 liter modderwater langs de rotswanden.

100 vrachtwagens staan klaar. Op hun laadbak hebben ze elk 12 ton puin om in het water te storten. Zo wordt er ten noorden van de te bouwen dam tijdelijk een barrière gevormd.

Om 11.30 uur geeft de aannemer, Frank Crowe, zijn mensen een seintje. Meteen klinken er explosies diep in de kloof, waar 3500 staven dynamiet in de rotswanden zijn aangebracht.

De brokstukken zwepen het water op. Vervolgens rijdt de eerste vrachtwagen een tijdelijke brug op en kiept zijn lading in de kolkende rivier.

Onmiddellijk rijdt hij terug om een nieuwe lading te halen. Om de 15 seconden leegt een wagen zijn laadbak in het water, en zo gaat het een aantal uur door, zonder dat de rivier een duimbreed wijkt.

Pas om 19 uur die avond is de dijk van stenen – inmiddels 22.500 ton – groot genoeg om het water naar de eerste tunnel te kunnen leiden.

De bruisende watermassa verdwijnt in het donkere gat en komt pas 400 meter verderop weer tevoorschijn.

‘Ze slikt het, jongens, ze slikt het,’ roept een van de arbeiders, zodat het galmt tussen de rotswanden.

Hij heeft geholpen de bouwplaats droog te leggen, waar de grootste dam ter wereld gegoten gaat worden door 5000 arbeiders.

Aannemer Crowe kan zijn handen dichtknijpen. Hij is nog maar 22 maanden aan het werk en het project loopt een jaar voor op de plannen.

De 221 meter hoge Hooverdam zal een van de grootste bouwwerken van de 20e eeuw worden. In de enorme dam, die midden in de woeste, kolkende rivier de Colorado gebouwd gaat worden, zal 6 miljoen ton beton gaan zitten.

Nooit is er ook maar gepoogd zo’n grote dam te bouwen, en deskundigen vragen zich af of het wel mogelijk is.

Het bedrijf Six Companies is echter zeker van zijn zaak. Het wil niet alleen de dam optrekken, maar ook zichzelf bewijzen door hem binnen het budget te bouwen en vóór de deadline op te leveren.

Frank Crowe: De aannemer wilde veel besparen door de Hooverdam in vijf in plaats van zeven jaar te bouwen.

© Creative Commons, Getty Images & Shutterstock

Ramp zet vaart achter project

De inwoners van het westen van de VS zijn blij dat de 2334 kilometer lange Colorado wordt getemd.

Snel groeiende steden als Los Angeles, Las Vegas en San Francisco zitten te springen om meer stroom, die geleverd kan worden door een waterkrachtcentrale in de rivier. En de boeren hopen op een stabiele toevoer van drink- en irrigatiewater.

Door de Colorado te temmen zou er bovendien meteen een ander probleem opgelost kunnen worden – dat van de verwoestende overstromingen.

Gedurende de hele jaren 1920 waren de zes staten langs de rivier met elkaar en met de regering aan het bakkeleien over de vraag hoe de verdeling van water en stroom precies moest zijn.

De bouw werd daardoor steeds uitgesteld, tot een vreselijke gebeurtenis er vaart achter zette. In 1927 kwamen 246 mensen om toen de Mississippi buiten zijn oevers trad.

De ramp én de behoefte aan meer stroom waren zo groot dat president Hoover in 1929 met zijn vuist op tafel sloeg: in Black Canyon, op 40 kilometer van Las Vegas, moest een nieuwe dam komen met als werktitel Boulder Dam.

Als een kurk tussen de rotswanden zou de dam een enorm meer achter zich creëren. Ingenieurs raadden Hoover aan het project ‘ultraconservatief’ te plannen – als de dam zou instorten zouden veel mensen omkomen door al het water dat naar de Stille Oceaan zou stromen.

Voor zo’n gigantische klus moesten bouwbedrijven in de hele VS de handen ineenslaan om voldoende kapitaal te kunnen genereren.

De winnaar van de aanbesteding werd Six Companies – de ervaren aannemer Frank Crowe liet in 1931 de concurrenten achter zich met een offerte van zo’n 49 miljoen dollar.

Het moest voor de regering niet alleen goedkoop zijn, maar ook snel. Zeven jaar mocht de bouw van de dam maximaal duren, tenzij Six Companies een boete van 3000 dollar wilde riskeren voor elke dag uitloop.

Een termijn die volgens een economisch adviseur van de overheid zelf volslagen onrealistisch was.

Frank Crowe liet zich echter niet snel afschrikken: ‘Ik had mijn hele leven op rivierbouwplaatsen doorgebracht, en Boulder zou een geweldig hoogtepunt kunnen worden. Ik stond te popelen om met de bouw te beginnen,’ zei hij later.

Six Companies sloot op 18 april 1931 een contract met de staat voor de bouw van de Hooverdam.

© Sun File Photo

Werklozen op bedevaart naar Nevada

Gelukkig voor Crowe kampte de VS met een depressie, en duizenden werklozen konden niet wachten om voor een paar jaar aan de slag te gaan in de woestijn van Nevada.

Voordat Six Companies zijn hoofdkwartier boven Black Canyon had opgezet stroomden hoopvolle gezinnen al naar het gebied in een oud barrel, te voet of zelfs met paard en wagen.

Hoe dichter bij de bouwplaats, hoe drukker het werd. In de lente van 1931 dromden honderden mensen samen in een schamel tentenkamp op de oever van de Colorado, dat al snel ‘Rag Town’ – voddenstad – werd genoemd.

Ook Tom en Erma Godbey kwamen met hun vier kleine kinderen hun geluk beproeven. ‘Alles was opgetrokken van karton,’ zei Erma. ‘Iedereen was zonder meubels of wat ook aan komen zetten.’

Tom Godbey was mijnwerker geweest en nu wanhopig naar Nevada gereden, met de eigendommen van het gezin op het dak van een oude Dodge.

In Rag Town was het nauwelijks uit te houden, bleek al snel. Elke dag steeg de temperatuur tot boven de 40 °C; afval en uitwerpselen begonnen te stinken en trokken ratten aan. ’s Nachts wikkelden de mensen zich in natte lakens om in de hitte toch wat te kunnen slapen.

Arbeiders verdringen zich om baas

Een lichtpuntje voor de toegestroomde migranten was het moment waarop Crowe langs het tentenkamp kwam om de bouwplaats te inspecteren.

‘De grote baas is er!’ werd er geroepen, waarna duizenden mensen samendromden.

‘Hoeveel mannen heb je nodig, boss?’ ‘Ik weet wel van aanpakken!’ ‘Toe, we hebben honger!’ klonk het uit het kamp; Crowe had mensen voor het uitkiezen.

Voorlopig kon hij er echter maar een paar honderd gebruiken – onder wie Tom Godbey.

Voordat het werk aan de dam begon, moest de infrastructuur gereed zijn, dus er kwamen eerst wegen, spoorwegen en hoogspanningskabels.

Doden door hittegolf

In mei 1931 begonnen Frank Crowe en Six Companies eindelijk aan de grootste fase van het project.

Vier tunnels, twee aan weerszijden van de rivier, moesten uit het gesteente worden geblazen om het water om te leiden, zodat de dam op een droge rivierbedding gebouwd kon worden.

1200 arbeiders waren dag en nacht met boren en dynamiet in de weer om 5200 meter rots op te blazen. Maar een hittegolf zat het werk in de weg.

In juli gaf de thermometer 48 °C aan – in de schaduw. Arbeiders bezweken bij bosjes, en ooggetuige John Gieck was woedend: ‘Toen ze aankwamen in Las Vegas, waren ze dood en opgezwollen, alsof ze levend gekookt waren,’ zei hij.

Na twee maanden werken waren er 14 doden gevallen door de hitte. ‘Six Companies brengt arbeiders in gevaar!’ stond er in het vakbondsblad Industrial Solidarity – en daar zat wat in.

Frank Crowe had al snel de bijnaam ‘Hurry Up’ gekregen, want hij dook dag en nacht op rond steigers, in tunnels en zelfs in de kantine om de werknemers aan te sporen – ongeacht de hitte.

En alles moest zo snel en zo goedkoop mogelijk gebeuren. De eerste maanden stierven er arbeiders door een val of een ontploffing, wat voorkomen had kunnen worden.

Het drinkwater zag er volgens een medewerker uit als ‘koffie met te veel melk’, en 20 werknemers liepen een voedselvergiftiging op.

Daarop zei Six Companies gewoon dat de mannen ‘niet gewend waren onder de woestijnzon te werken’.

De problemen werden niet verholpen en het zware werk ging verder alsof er niets aan de hand was.

Op 7 augustus 1931 maakte het bedrijf het te bont, maar het kwam er weer mee weg. Het salaris van de tunnelwerkers ging er flink op achteruit, van vijf naar slechts vier dollar per dag, waarop er een staking uitbrak.

Maar Crowe was een ijskoude: het was slikken of stikken. Toen de stakers hun poot stijf hielden, werden ze allemaal ontslagen.

De week daarop huurde Crowe een hele nieuwe ploeg in, zodat de bouw gewoon door kon gaan.

Vier grote tunnels leidden de rivier om tijdens de bouw van de dam.

© Rsvlts.com

Nieuwe machine helpt de arbeiders

In de nazomer van 1931 vond boorman Bernard Williams een machine uit, de Jumbo genoemd, die cruciaal voor het werk zou worden.

Williams kwam op het idee toen hij een vrachtwagen van het merk International uit 1916 bekeek, die puin van de bouwplaats haalde.

Hij zag in dat die gebruikt kon worden om het boorwerk efficiënter te maken. Williams bouwde twee platforms op de laadbak van de wagens, zodat er nu 30 man in de rots konden boren.

Tot die tijd moesten de mannen naast elkaar op de grond staan, dus de nieuwe uitvinding maakte het boren in de tunnels een stuk makkelijker en zette er vaart achter.

Zodra er 30 gaten waren geboord reed de vrachtwagen de tunnel uit, waarna de ‘kruitmannen’ dynamietstaven in de 3 à 4 meter diepe gaten stopten.

Na de knal werd het puin verwijderd. Het was een zeer efficiënte cyclus, die dag en nacht doorging aan beide uiteinden van de vier tunnels. Tijd voor pauzes was er niet.

Dat ondervond een jonge arbeider die door Crowe werd aangesproken omdat hij te lang op zijn schep stond te leunen. ‘Waar wacht je op?’ riep de baas boos.

‘Tot het half vier is, want het is betaaldag vandaag,’ antwoordde de jongeman. In zijn salariszakje vond hij naast zijn loon een rood ontslagformulier.

Om het tempo verder op te schroeven speelde Crowe ook in op de competitiedrang van de mannen.

Elke ploeg moest verder graven dan de andere gedurende de acht uur dat een dienst duurde. Maar door dat gehaast vergat een ploeg op een dag de rotswand na een explosie na te lopen op barsten.

Toen een Jumbo werd bedolven onder een ingestorte rotswand was het puur geluk dat iedereen ervan afkwam met gebroken botten of een hersenschudding.

Veel mannen weigerden echter naar het ziekenhuis te gaan, want dan zou een andere ploeg hen inhalen.

Ongelukken worden weggemoffeld

Het werk vorderde snel, maar naarmate de mannen dieper doordrongen in de rotswand begonnen er steeds meer te klagen over hoofdpijn en misselijkheid.

De uitlaatgassen van de vrachtwagens, kranen en generatoren veroorzaakten gevaarlijke concentraties koolmonoxide, wat 42 mensen het leven zou kosten.

‘Onze directeuren investeren liever 100.000 dollar dan dat ze toezien hoe één werknemer ziek wordt,’ zei Crowe ondertussen tegen de pers.

Six Companies stak echter geen cent in elektrische voertuigen, die geen gas uitstoten en het dodental fors hadden kunnen beperken.

Het bedrijf keerde evenmin schadevergoedingen uit aan de nabestaanden – de vergiftiging werd te boek gesteld als longontsteking, wat een natuurlijke doodsoorzaak is.

De bazen richtten zelfs een pr-kantoor op, dat de pers rooskleurige verhalen over de arbeidsomstandigheden moest opdissen.

‘Natuurlijke luchtstromen’ en ‘krachtige ventilatoren’ bezorgden de arbeiders een ‘koele, schone en prettige omgeving,’ stond er in een persbericht.

Later deelde het kantoor de pers mee dat ‘al die gevallen van longontsteking te wijten zijn aan de consumptie van zelfgestookte alcohol door de arbeiders’.

In 1932 waren er zo veel rechtszaken rond koolmonoxide aangespannen tegen Six Companies dat het bedrijf het tempo nog wat verder opschroefde, zodat de tunnels klaar zouden zijn voordat een mogelijk vonnis het werk kon stoppen.

Koolmonoxidevergiftiging was echter niet het enige gevaar tijdens het werk. In 1931 en 1932 stierven 37 werknemers bij diverse ongelukken door explosieven, een botsing met een voertuig, een val van grote hoogte of een lawine.

Beton komt per trein en kabelbaan

Ondanks de aanklachten dacht Frank Crowe al aan de volgende fase van de bouw.

Nu de vier tunnels klaar waren, twee aan weerszijden van de rivier, werd de Colorado in november 1932 de grond in geleid. Vervolgens konden de arbeiders het puin en de rotsblokken van de droge rivierbedding halen.

Het was een gigantische klus: elke dag, zes maanden lang, verwijderden ze tegen de 18.000 m3 slib en gruis, het resultaat van duizenden jaren van rivierafzettingen.

Terwijl de klus werd geklaard dacht Frank Crowe een geniaal plan uit om al het beton de kloof in te krijgen.

Negen locomotieven zouden elk metalen containers met zo’n 20 ton beton naar de rand van de Black Canyon trekken. Van hieruit moest een goederenkabelbaan ze de rest van het traject de diepte in brengen.

De tien kabelbanen waren de sterkste ter wereld: per stuk konden ze 170 ton tillen, en doordat de verankeringstorens op rails waren gemonteerd, konden de kabelbanen met het werk mee verplaatst worden.

Op 6 juni 1933 werd de eerste bak met beton 250 meter de diepte in gelaten, waar de arbeiders zijn vochtige lading in een houten kist van 230 m2 lieten lopen. Vervolgens schopten en schepten ze het beton op zijn plek.

Crowe wist dat hij de dam in blokken moest gieten, want als hij hem in één stuk stortte, zou het zo’n 125 jaar duren voordat de massa helemaal droog was.

Om dit proces te versnellen vond hij een systeem van waterleidingen uit dat het beton van binnenuit moest koelen. De uitvinding was een succes, waardoor het werktempo vele malen omhoog ging.

Crowes prototypes van uitvindingen waren echter niet altijd even veilig. Toen de kabelbaan op een gegeven moment een bak beton naar de arbeiders liet zakken, brak een van de twee lijnen en begon de bak vervaarlijk boven de dam te slingeren.

Johnson en Pitts, twee arbeiders, kwamen niet op tijd weg en werden keihard door de bak getroffen.

Pitts tuimelde 30 meter de diepte in en knalde met een holle dreun tegen een steiger. Maar Johnson was nergens te bekennen.

Later die avond werd hij op een andere steiger aangetroffen – 400 meter verderop. Hij was geschept door de bak, die hem pas weer had gelost toen de bodemkleppen opengingen.

De man kwam er gelukkig vanaf met blauwe plekken en beton in zijn ogen. En de dag daarna ging hij alweer aan het werk.

De rivierbedding moest ontdaan worden van een 30 m dikke laag puin, zodat de dam op een stevige bodem zou kunnen rusten.

© Boulder City Museum, W.A. Davis

Roosevelt wil Hooverdam inwijden

In 1934 was de arbeidskracht van Six Companies op zijn top. Als een geoliede machine werkten 5000 man dag en nacht aan de dam, die steeds sneller groeide naarmate de weken verstreken.

Een journalist die de bouw bezocht, stond paf van de efficiëntie: ‘Ze verdoen geen tijd aan gebabbel. De sfeer is sober en doelgericht. Six Companies regeert met harde hand, waardoor nu alleen de efficiëntsten nog over zijn.’

En dat klopte: werd er in juni 1933 nog 19.000 m3 beton gestort, in maart 1934 werd er wel 200.000 m3 beton in de kloof neergelaten.

Iedere dag werden er nieuwe bakken geleegd, waarna het beton egaal werd verdeeld. Blok na blok groeide de dam – tot hij meer dan 200 meter verrees op de rivierbodem in de kloof.

Eindelijk, op 21 februari 1935, werd de laatste bak beton boven Black Canyon getakeld en geleegd in een houten mal op de 14 meter brede bovenkant van de dam.

En daarmee had Frank Crowe het betonstorten twee jaar vóór de termijn die het Congres had gesteld, afgerond.

Het gejakker had tientallen mannen het leven gekost, terwijl Six Companies niet eens een bonus voor dat tempo kreeg.

Maar het concern bespaarde veel geld op de vroege oplevering: het kon een groot deel van de 5000 arbeiders nu ontslaan, wat enorm scheelde in de loonkosten.

Bovendien kreeg het bedrijf nu twee jaar extra rente op de miljoenen dollars die de regering had neergeteld.

President Franklin D. Roosevelt wilde de nieuwe dam maar al te graag inwijden als resultaat van zijn ‘New Deal’ – zijn gigantische hervormingsprogramma, dat tienduizenden mensen na de recessie uit de werkloosheid moest helpen.

Daarom werd de dam in gebruik genomen vóór hij klaar was – de waterkrachtcentrale zelf kon namelijk pas vanaf oktober 1936 stroom opwekken.

Op 30 september 1935 werd het even stil in de kloof. Heel Boulder City keek feestelijk gekleed toe hoe Roosevelts speciale trein het station binnenreed.

Daarna vertrok er een stoet limousines naar een podium boven de dam, waar de president plaatsnam.

Duizenden Amerikanen woonden de inwijding bij en er speelde een orkest van de school van Boulder City.

De jonge violist was de enige zoon van de Godbeys, Tommy, die toen hij klein was met zijn ouders naar het snikhete en gevaarlijke Rag Town was gekomen.

Nu had zijn vader werk in de stad, en Erma was ‘zeer trots’ op haar jongen.

‘Ik kwam, ik zag en ik stond versteld – net als iedereen die dit wonder voor het eerst aanschouwt,’ zo sprak Franklin D. Roosevelt de toeschouwers toe, plus de miljoenen radioluisteraars.

‘De afmetingen zijn onbevattelijk. Als we naar het werk kijken, moeten we oog hebben voor zijn makers, hun energie, inzet en volharding. Maar we moeten hoofdzakelijk dankbaar zijn jegens de duizenden arbeiders die al hun kennis en kracht in de bouw hebben gelegd.

De arbeiders bouwden een enorm houten frame ter ondersteuning van de vele mallen waarin het fundament van de dam gestort moest worden.

© Bettman/Getty Images

Dam levert water en stroom

Van 1931 tot 1935 werkten er al met al zo’n 21.000 mensen aan het enorme bouwwerk, en toen het voltooid was, twijfelde niemand aan de waarde van de dam voor de westelijke VS.

Ten eerste kon de waterkrachtcentrale stroom leveren aan de steden eromheen – van Las Vegas in de woestijn tot Los Angeles aan de Stille Oceaan-kust.

Ook maakte de Hooverdam het mogelijk de waterstand in de rivier te beheersen, zodat overstromingen in Imperial Valley te voorkomen waren, en het opgeslagen water kon gebruikt worden voor de landbouw langs de rivier de Colorado.

Van de arbeiders, die uit de hele VS kwamen, bleven er zo’n 500 achter om de centrale af te bouwen en de dam te onderhouden; de meeste anderen gingen naar huis om in de industrie te werken, die zich na de depressie weer herstelde.

Sommigen gingen wonen in Las Vegas, dat tijdens de bouw vier keer zo veel inwoners had gekregen.

Al was Frank Crowe rijk geworden van het bouwproject, hij was nog lang niet klaar met dammen bouwen.

‘Ik weet me geen raad,’ zei hij kort na de ingebruikneming van de dam. ‘Ik ben op zoek naar een baan, want ik wil doorgaan met dammen bouwen.’

Zo gezegd, zo gedaan. Crowe leidde de bouw van nog drie grote dammen voor hij zich in 1944 terugtrok.

Kort voor zijn dood werd hij door Time Magazine geïnterviewd. Crowe zei dat hij, ondanks alles, een diep respect voor de arbeiders had:

‘Als je wilt zien wie die dam werkelijk heeft gebouwd, dan moet je naar de kantine. Hij draagt een veiligheidshelm, is gemiddeld 31 jaar oud en weet hoe hij iets uit zijn handen moet laten komen.’