De lange tocht per koets van het station van Chicago naar hotel Tremont House maakt de passagiers ongedurig. De stromende regen heeft de straten van de stad veranderd in een modderpoel.
En hoewel de koetsier zijn paarden uit alle macht aanspoort, moet hij het twee straten van het hotel opgeven. De wielen zitten hopeloos vast. Hij slaakt een gefrustreerde kreet.
Mopperend trekken de passagiers hun hoge laarzen aan om het laatste stukje lopend af te leggen. Mannen en vrouwen bewegen zich voetje voor voetje voort over de gladde, wiebelige houten planken die als een primitief trottoir over de zompige straten zijn gelegd.
Als laatste hindernis moeten ze de straat voor het hotel oversteken. Hier is de modder zo diep dat de gasten bang zijn dat ze blijven steken.
Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand zijn schoeisel verliest in de blubberboel van deze stad.
‘Er stroomt zo veel smerigheid door de goten dat zelfs de varkens hun neus optrekken als ze de stank ruiken.’ Krant uit Chicago
Chicago is in de 19e eeuw berucht onder reizigers. Sinds de stad in 1833 werd gesticht, stond hij bekend om zijn strijd tegen de modder en het water.
In die tijd kwam onder andere investeerder William Ogden naar Chicago om een stuk grond te kopen voor zijn zwager. Bij de aanblik van de onbegaanbare wegen ging hij echter twijfelen.
Hij stuurde zijn zwager in New York een waarschuwing. ‘Je maakt een grote fout. Het is hier één groot moeras,’ schreef hij.
Maar uiteindelijk wordt Ogden toch enthousiast over de stad. Zozeer dat hij er de eerste burgemeester van wordt. In de 20 jaar daarop groeit de stad uit tot dé metropool van het Middenwesten, met bijna 60.000 inwoners.
En elk jaar komen er meer bij, want Chicago heeft volop werk.
Hier openen de grootste veeveilingen en slachterijen, die het eindstation vormen van diverse cattle trails, de routes die cowboys gebruiken als ze koeien opdrijven vanaf de prairie.
Ook fabriekseigenaren ontdekken de stad, die dankzij kanalen en het nieuwe spoorwegennet nu een van de grootste verkeersknooppunten van de VS is.

Bij regen steeg het grondwater snel en werd Chicago één grote modderboel. Je had flink wat kracht en goede schoenen nodig om de straat over te steken.
Chicago lijkt ten dode opgeschreven
De leefomstandigheden zijn echter verre van ideaal, want Chicago is gebouwd op de vlakke oever van het Michiganmeer, en het grondwater is er zo hoog dat de wegen na een paar dagen regen blank staan.
Nog erger is het als het meer door een storm buiten zijn oevers treedt en zinkputten en latrines overstromen. Dan stroomt de ontlasting door de straten.
Ziekten als tyfus en dysenterie tieren welig in de derrie. Veel mensen hebben diarree, en recent heeft een cholera-epidemie aan 3500 ongelukkigen het leven gekost.
Het enige sanitair dat de stad heeft zijn de varkens die door de modder rollen en de ontlasting opeten. Een plaatselijke krant beschrijft de onsmakelijke toestanden in een artikel.
‘Er stroomt zo veel smerigheid door de goten dat zelfs de varkens hun neus optrekken als ze de stank ruiken.’
Met humor houden de inwoners van Chicago zich op regenachtige dagen op de been. Zo mogen ze graag een mop vertellen over een man die tot aan zijn nek in de modder staat.
Een vriendelijke voorbijganger vraagt: ‘Kan ik u helpen?’ ‘Nee dank u,’ antwoordt de man, ‘het gaat best. Ik zit op een uitstekend paard!’
Een andere mop gaat over een koets, waarvan de voorkant diep is weggezakt in de modder. Er hangt een bordje op: ‘Kortste weg naar China.’
Ondanks de humor van de bevolking is Chicago ten dode opgeschreven als de problemen niet worden opgelost. Er moet iets gebeuren.
Een van de vele immigranten die in 1855 naar de stad komen, is de 24-jarige George Pullman.
Hij heeft dan al naam gemaakt als autodidactisch ingenieur bij de uitbreiding van het Eriekanaal tussen de Grote Meren en de Hudsonrivier, die naar New York loopt.
George Pullman bood destijds aan de huizen die het kanaal in de weg stonden te verplaatsen.
Wanneer de klant het contract had ondertekend, tilde hij het gebouw simpelweg op van het fundament en rolde hij het over grote boomstammen naar het nieuwe adres.
Gezien de grote problemen van Chicago hoopt Pullman hier de hele stad te kunnen wegrollen.

Als een huis eenmaal was opgekrikt, verhoogden metselaars het fundament.
Ruziemaken over een oplossing
Voorlopig probeert de stad het probleem echter te lijf te gaan door planken over de modderige straten te leggen. Een erg duurzame oplossing is het niet, constateert het maandblad Putnam’s Monthly Magazine in een artikel.
‘Op straten en stoepen liggen planken. In de lente verandert de bodem zoals gebruikelijk in een moeras. De planken gaan drijven, en als er een zware koets passeert, spuit het modderwater in haast kunstzinnige fonteinen alle kanten op.’
Jaren ruziet de gemeenteraad over een oplossing. Een van de voorstellen is de stad helemaal op te geven, de huizen te slopen, de inwoners te evacueren en de stad elders te herbouwen.
Maar dat is zo duur dat het plan wordt afgekeurd en de zoektocht voortduurt. Een riool, dat regen- en afvalwater afvoert, zou de oplossing zijn.
Maar in een stad waar de huizen vlak boven het grondwaterpeil staan, is het zinloos om een riolering aan te leggen. Die zou immers de hele tijd overstromen.
Eind 1855 is er dan toch eindelijk een reddingsplan: een rioleringscomité onder leiding van ingenieur Ellis S. Chesbrough moet een riool aanleggen dat het water wegleidt.
De straten worden 2 meter verhoogd, zodat de buizen genoeg niveauverschil krijgen. Om te voorkomen dat de burgers voortaan in de kelder moeten wonen, worden de huizen opgetild.
Woonhuizen, openbare gebouwen en complete winkelstraten gaan to grade – naar het nieuwe niveau.
Schroefkrik is het antwoord
De opgave is al even zwaar als hij klinkt, want het grootste deel van de gebouwen in het centrum is van steen. Het deftige hotel Tremont House telt bijvoorbeeld zes verdiepingen en heeft 260 kamers.
Het gewicht van al die bakstenen loopt in de duizenden tonnen, maar Ellis S. Chesbrough heeft een idee. Als jonge man werkte hij bij de spoorwegen en hielp hij ontspoorde locomotieven weer op de rails zetten met handbediende schroefkriks.
Die techniek wil hij nu op grote schaal gaan inzetten in Chicago. Om aan te geven hoe urgent het probleem is, beschrijft de Chicago Daily Tribune in maart 1857 een wandeling van Lake Street naar Clark Street.
Elke huiseigenaar op de route heeft naar eigen inzicht een stoep gebouwd, met een hindernisbaan tot gevolg:
‘Eerst 7 meter vooruit en dan vier treden naar beneden. 10 meter verder gaat het zo steil omhoog dat je moet klimmen. Aan de andere kant glijd je weer omlaag. Dan volgt er misschien een half huizenblok met min of meer vlak terrein, waarna een smalle, steile trap naar eenhoog leidt, vanwaar je klimmend of vallend weer naar beneden moet. Zo gaat het de hele tijd op en neer en op en neer.’

De schroefkrik werd ontwikkeld om ontspoorde treinen weer terug te zetten.
Eerste gebouw wordt opgetild
In januari 1858 kan het eerste stenen gebouw de lucht in. Er worden tunnels onder het huis gegraven om ruimte te creëren voor de werkmannen, die 200 schroefkriks onder de buitenmuren en de dragende wanden plaatsen.
Op een teken van de ploegbaas worden de schroefkriks aan het werk gezet. Elke man is verantwoordelijk voor ongeveer 10 kriks, die om de beurt een kwartslag worden aangedraaid.
Telkens als alle schroefkriks aan de beurt zijn geweest, worden het metselwerk en de stabiliteit van het gebouw door een inspecteur gecontroleerd.
Als een schroefkrik zijn maximale hoogte heeft bereikt, wordt hij op zware houten balken geplaatst – klaar voor het volgende stukje omhoog.
De eerste actie van het project trekt honderden nieuwsgierigen, en ook de Chicago Daily Tribune is ter plaatse.
‘Gisteren werd de verhoging van Mr. Newhalls gebouw voltooid en gingen de metselaars aan de gang met het nieuwe fundament. Het bakstenen huis telt vier verdiepingen, is 63 voet (21 meter, red.) lang en weegt 750 ton.
Het werd door 15 mannen met 200 schroefkriks 6 voet opgetild. Zonder enige schade aan het gebouw,’ juicht de journalist. Hij wijst zijn lezers op het grote symbolische belang van deze gebeurtenis voor de VS.
‘Met zo’n project vertegenwoordigt Chicago het beste van onze natie, en we gaan ervan uit dat spoedig alle waardevolle stenen huizen in de stad worden verhoogd, want de kosten zijn gering in verhouding tot de voordelen.’
Alleen al in 1858 wordt de procedure 50 keer met succes toegepast.

‘Hotels op wielen’ – dankzij George Pullman werden lange treinreizen een plezier.
Huizentiller stapte over op de trein
De opdracht om de huizen van Chicago boven de modder uit te tillen, maakte ondernemer George Pullman rijk. Het geld investeerde hij in een opkomende, veelbelovende branche: de trein.
In 1864 begon Pullman met de bouw van eet- en slaapwagons, die hij verhuurde aan spoorwegmaatschappijen. Het comfort en eten tijdens de reis sloegen aan, en al snel stonden Pullmans wagons bekend als ‘hotels op wielen’.
Hij stelde zwarte huisslaven, die na de burgeroorlog (1861-1865) waren bevrijd, aan in de bediening. Daarmee was Pullman een paar jaar de grootste werkgever van de zwarte bevolking.
Pullman stierf in 1897 als een steenrijke vrek. Zijn bedrijf ging later op in het treinconcern Bombardier.
Drie experts werken samen
De volgende mijlpaal van het project wordt begin 1860 bereikt. Deze keer gaat het om een 107 meter lang blok van met elkaar samenhangende gebouwen in Lake Street – compleet met winkels, kantoren en appartementen.
Het is zo’n grote opgave dat de drie hoofdingenieurs van de stad zich er samen over buigen. Een van hen is George Pullman, expert in het verrijden van huizen, die inmiddels ook de schroefkriktechniek beheerst.
De klus moet in vijf dagen worden geklaard door 600 mannen met 6000 dommekachten. De Chicago Press & Tribune bericht erover op 2 april.

Honderden houten huizen in Chicago werden naar een nieuw adres gerold.
‘Een betrouwbare bron schat het totale gewicht van het huizenblok op 35.000 ton. De arbeiders gingen zo voorzichtig te werk dat er niet één ruit sneuvelde en het metselwerk evenmin scheuren opliep. Binnen in het gebouw ging het leven zijn normale gang. Het contract werd uitgevoerd in samenwerking met ondernemers Pullman & Moore, Brown & Hollingsworth en Ely & Smith voor 17.000 dollar. Als alle verbeteringen aan het blok zijn doorgevoerd, komt de totaalprijs bijna op het dubbele.’
Met een snelheid van ongeveer 40 centimeter per dag gaat de winkelstraat naar het nieuwe straatniveau.
Ook nu komen er duizenden mensen kijken. Een ondernemende boekdrukker neemt de kunstenaar Edward Mendel in de arm om een lithografie te maken van de straat met de gebouwen nog op de schroefkriks.
Duitse tilactie loopt mis
In Chicago vielen er geen doden bij het verhogen van de huizen, maar dat sprak niet vanzelf. Bij een tilactie in Duitsland kwamen 53 mensen om.
Erasmus Rückgauer was een ervaren aannemer die al meer dan 80 huizen had opgetild. In april 1906 nam hij een nieuwe opdracht aan: de verhoging van de herberg Hirsch in het dorp Nagold in Zuidwest-Duitsland.
Het 24 meter lange gebouw woog 650 ton en moest 1,6 meter de lucht in om ruimte te creëren voor een feestzaal in het souterrain.
In plaats van schroefkriks gebruikte Erasmus Rückgauer een gepatenteerde hijsinstallatie die Hirsch met takels en zwengels moest optillen. Om 7.00 uur ’s ochtends gingen 100 mannen aan de slag.
Alles leek volgens plan te gaan, en de herberg bleef gewoon open voor gasten. Drie uur later begon het gebouw echter gevaarlijk over te hellen naar één kant, waarna er een oorverdovend geraas klonk.
De herberg stortte in boven de werklui en gasten. 53 mensen werden verpletterd onder de stenen en nog eens 100 mensen raakten gewond.
De oorzaak van het ongeluk bleek rot in het vakwerk. Rückgauer had dit niet ontdekt omdat hij de herberg niet van tevoren had onderzocht.
Luxehotel wordt opgetild
Ten slotte is de beurt aan het voorname hotel van de stad, Tremont House. Het statige gebouw op de hoek van Lake en Dearborn Street beslaat 4000 vierkante meter en moet 6 voet omhoog.
Het is een megaklus, waarvoor 5000 schroefkriks nodig zijn, dus ook hier moeten de ondernemers weer samenwerken.
In januari 1861 kan het werk eindelijk beginnen, en de Chicago Daily Tribune volgt de gebeurtenissen weer op de voet.
Op maandag 25 februari schrijft de krant: ‘De verbeteringen zijn vorige week flink opgeschoten. De achterste muren, grenzend aan andere gebouwen, zijn losgemaakt en rond de gemetselde schoorsteen werd een ondersteunende structuur aangebracht. Spoedig komen de schroeven (schroefkriks, red.) erbij, en dan gaat Tremont omhoog.’
‘Er ging geen dag voorbij of ik kwam wel een huis tegen dat onderweg was naar een nieuwe wijk. Eén keer zag ik er wel negen.’ Bewoner van Chicago
Een dag later is het al zover:
‘Om de enorme kracht van de schroef op waarde te kunnen schatten, moet men Tremont House bezoeken en het langzame, maar gestage proces observeren waarmee het omvangrijke gebouw van zes etages de lucht in gaat. 5000 schroeven en één oplettende man per 10 stuks. Een paar gecoördineerde draaien aan een zwengel, en daar gaat ze!’
De ondernemers zijn er zo zeker van dat alles goed zal gaan, dat ze het hotel toestemming geven om open te blijven.
Een gast van Tremont House beschrijft zijn verrassing als hij ’s middags terugkomt bij zijn verblijf: ‘Vandaag ontdekte ik dat de afstand tussen het trottoir en de ingang een stuk groter was geworden.’
Als het project op 27 februari met succes wordt voltooid, is de Chicago Daily Tribune er weer bij.
‘Tot op heden zijn er geen scheuren in de muren ontstaan, en het succes van de indrukwekkendste tiloperatie die ooit in dit land is uitgevoerd, is niet ontsierd door ongelukken.’

De 185 brandweerlieden van Chicago konden weinig doen tegen de felle brand.
Stad ging aan vuur ten onder
De onderbemande brandweer stond machteloos toen er in 1871 een grote brand uitbrak in Chicago. 17.450 gebouwen gingen in vlammen op.
Op zondagavond 8 oktober 1871 vloog een stal in DeKoven Street in brand. Het vuur sloeg over naar de gebouwen ernaast: houten huizen met geteerd karton op het dak.
Doordat het een lange, droge zomer was geweest en er een sterke wind stond, verspreidde de brand zich snel.
De 185 brandweerlieden keken machteloos toe hoe de wind de gloeiende deeltjes meenam naar andere straten, met vrijwel allemaal houten gebouwen. Vuurstormen kregen ook vat op stenen gebouwen.
Dinsdagochtend ging de wind eindelijk liggen. De ramp was voorbij en de inwoners konden de schade opnemen: 9 km2 stad was in de as gelegd, meer dan 300 mensen waren omgekomen en 100.000 mensen waren hun huis kwijt.
De wederopbouw van de stad werd geraamd op 200 miljoen dollar – zo’n 4 miljard euro nu.
De oorzaak van de brand werd nooit gevonden, maar in lijn met de weerstand tegen Ierse immigranten werd onder andere een Ierse vrouw ervoor opgehangen.
Tijdens het melken zou de koe van deze Cathrine O’Leary een lamp omver hebben geschopt, waardoor het stro vlam vatte.
Symbool van de pioniersgeest
Hoeveel stenen gebouwen er in totaal zijn opgetild, weten we niet, maar het moeten er honderden zijn geweest.
In dezelfde periode redt Chicago ook veel houten huizen, die gemakkelijk zijn te verplaatsen: ze worden door paarden naar hun nieuwe adres getrokken.
De inwoners moeten dan ook regelmatig wachten voor een overstekend huis.
‘Er ging geen dag voorbij of ik kwam wel een huis tegen dat onderweg was naar een nieuwe wijk. Eén keer zag ik er wel negen,’ vertelt een bezoeker.
De Chicago Press & Tribune is getuige van een wel heel absurde gebeurtenis:
‘Gisteren zagen we op de hoek van Kinzie Street en Dearborn Street een houten gebouw dat naar het westen werd gereden. Terwijl het onderweg was, werkten er timmerlui aan de gevel. Dat bespaarde blijkbaar tijd.’

Na de brand in 1871 schreef Chicago weer geschiedenis: op de dure bouwgrond kwamen de eerste wolkenkrabbers ter wereld op.
In 1866 is de zogeheten Windy City aan het Michiganmeer eindelijk verlost van het moeras, dankzij ondernemers, spierkracht en schroefkriks. In de jaren erop volgen steden als New Orleans, die ook worden bedreigd door water, het voorbeeld van Chicago.
Het verhaal over de metamorfose van Chicago gaat de hele wereld over. In december neemt een Britse journalist zijn intrek in Tremont House. Hij werkt bij de Londense krant The Times.
‘Volgens de mensen in de VS is met geld en vastberadenheid alles mogelijk. Ze tillen huizenblokken ter grootte van Buckingham Palace 6 voet omhoog zonder de bewoners te hinderen. Hotel Tremont House – het immense gebouw waar ik dit schrijf – is net als de helft van de oude stad verhoogd. De inwoners vinden het een weinig belangwekkende prestatie en glimlachen slechts om de verbijstering van de vreemdeling.’
Lang kan Chicago niet van het succes genieten. Vijf jaar later breekt er een grote brand uit, die de met veel moeite opgetilde huizen binnen twee dagen in uitgebrande ruïnes verandert.
100.000 mensen worden dakloos en de stad is nu nog verder van huis dan in de moddertijd. De inwoners van Chicago moeten van voren af aan beginnen. Alweer.