Piercings versleten gebit prehistorische man
Uit een opvallend slijtagepatroon op de tanden van een prehistorische man blijkt dat gezichtspiercings 12.000 jaar geleden al voorkwamen.

De onderste snijtanden en kiezen in de 12.000 jaar oude kaak zijn bijna volledig weggesleten.
Onderzoekers vonden het tot nu toe oudste bewijs van gezichtspiercings in Afrika op het skelet van een jonge man die zo’n 12.000 jaar geleden leefde.
De ontdekking werd gedaan toen antropoloog John Willman van de Universidade de Coimbra in Portugal mysterieuze beschadigingen op de tanden van de dode onderzocht.
De prehistorische man werd al in 1913 gevonden in de beroemde Olduvai-kloof in Tanzania en kreeg de naam Olduvai Hominid 1, afgekort OH1. Toen het skelet onderzocht werd, viel het op dat de vier voortanden in de onderkaak zeer versleten waren.
Vondst strookt met huidige gebitsslijtage
Op dat moment dacht men dat de slijtage het gevolg was van het kauwen van rauw plantaardig voedsel.
Maar toen John Willman het gebit onderzocht, was het zo klaar als een klontje: de gebitsslijtage strookt veel beter met die van mensen van nu met lippiercings.
Deze slijtage ontstaat doordat de achterkant van de piercing jarenlang tegen de tanden schuurt. Volgens Willman was het sieraad in de lip van de prehistorische man vermoedelijk van hout.
Man had ook wangpiercings
Op basis van de beschadigingen aan de tanden schat hij dat het sieraad zo’n 2 centimeter breed geweest moet zijn. Het slijtagepatroon op de kiezen duidt erop dat beide wangen van de man ook gepiercet waren.