Circa 18.000 jaar geleden kwam een jonge pup vroegtijdig aan zijn einde in de ijzige Siberische kou. Of hij door honger, kou of een ziekte stierf, is niet bekend.
Het staat echter wel vast dat de bijna perfect bewaard gebleven pup een sensatie is: het is geen hond, maar ook geen wolf.
Dode pup was maar twee maanden oud
De pup werd in 2018 bij Jakoetsk in Siberië gevonden, en sindsdien doen onder anderen Zweedse wetenschappers onderzoek naar het DNA.
‘Maar we weten nog steeds niet of het een hond of een wolf is,’ aldus David Stanton van het Zweedse centrum voor paleogenetica.
Ze hebben wel ontdekt dat het om een mannetje gaat en dat hij zo’n twee maanden oud was toen hij stierf.
Een theorie is dat de pup tot een vroeg hondenras behoort dat niet volledig wolf was, maar ook nog niet volledig hond. Een soort 'missing link’ dus tussen de wolf en de hond.
Ouderdom van de tamme hond is omstreden
Het tot nu toe oudste fossiel van een tamme hond is gedateerd op circa 14.700 jaar geleden, maar wanneer de hond en de wolf precies ieder huns weegs gingen, is zeer omstreden.
In 2017 stelde een groep onderzoekers vast dat er al 40.000 jaar geleden sprake was van hondachtige rassen. Wanneer die getemd zijn, is echter niet zeker.
De wetenschappers gaan door met het in kaart brengen van het DNA van de pup om het raadsel op te lossen.