Nieuwe vondst: Steentijdmensen gingen naar de tandarts
De vondst van twee 13.000 jaar oude kiezen met duidelijke gaatjes en schraapsporen duidt erop dat er in de steentijd al tandheelkundige zorg werd verleend.

Gebit van bovenaf gezien.
Na de vondst van twee 13.000 jaar oude kiezen in het noorden van Italië stellen wetenschappers vast dat mensen al in de steentijd vullingen in hun kiezen hadden.
Nadat de aangetaste kies grondig was schoongemaakt, werd het ontstoken weefsel middenin verwijderd met behulp van de stenen gereedschappen die beschikbaar waren. Ten slotte werd het hele gebied rond de kies bedekt met bitumen: een kleverig, teerachtig goedje waar nu asfalt van wordt gemaakt.
De vullingen van toen
De twee kiezen vertonen duidelijke sporen van scherpe stenen die zijn gebruikt om de gaatjes uit te boren voordat het aangetaste weefsel werd verwijderd.
‘Het was vast en zeker net zo pijnlijk als het klinkt,’ aldus biologisch antropoloog Stefano Benazzi van de universiteit van Bologna. Hij legt uit dat het gebruik van bitumen de pijn waarschijnlijk moest verzachten en daarna voedsel en vuil uit het gaatje moest weren – net als een hedendaagse vulling.
Naast resten van bitumen vonden de onderzoekers ook plantaardige vezels en haar in de kiezen.
Lange traditie van tandenstokers
‘Al is dit voorlopig de enige vondst die getuigt van tandheelkundige zorg in de steentijd, het kan heel goed zijn dat er onder steentijdmensen een bredere tendens of zelfs een traditie was om gebitsproblemen te verhelpen,’ aldus Stefano Benazzi.
Hij gaat ervan uit dat de methode waarop kiezen in de steentijd werden behandeld, berust op het veel oudere gebruik van de tandenstoker. Die werd 1,77 miljoen jaar geleden al gemaakt van scherpe steentjes en houtsplinters.