IJsmummie Ötzi had aderverkalking

Als Ötzi circa 5300 jaar geleden niet door een vijandelijke pijl was gestorven, had aderverkalking hem op latere leeftijd mogelijk de das om gedaan.

Op zijn 46e werd Ötzi vermoord en achtergelaten. Binnen korte tijd was zijn lijk bevroren.

© Ritzau Scanpix

Aderverkalking op drie plekken in het hartgebied en in de aorta en de aderen onder in de schedel – daar had de ijsmummie Ötzi bij leven onder andere mee te kampen.

Dat blijkt uit nieuwe CT-scans van de circa 5300 jaar oude mummie, aldus onderzoekers van hetZuid-Tiroler Archeologiemuseum in Bolzano in een persbericht.

Ötzi had een erfelijke aanleg

De scans komen overeen met eerdere studies van Ötzi, waaruit bleek dat hij een erfelijke aanleg voor hart- en vaatziekten had.

De aderverkalking had volgens de onderzoekers kunnen resulteren in levensbedreigende bloedproppen als Ötzi niet op 46-jarige leeftijd was vermoord.

Waarschijnlijk was de aderverkalking te wijten aan slechte genen, en niet aan zijn levensstijl. Hoewel er duidelijke aanwijzingen zijn dat Ötzi onder andere veel vlees at, leidde hij een actief bestaan en was hij niet dik.

Genen of levensstijl?

Naast Ötzi zijn er ook andere mummies onderzocht, onder meer uit de oudheid en uit Egypte. Daaruit blijkt eveneens dat aderverkalking en hart- en vaatziekten al in de oudheid erfelijk bepaald waren.

De studies zijn belangrijk voor het geneeskundig onderzoek van nu, dat probeert vast te stellen of genen of levensstijl het meest bepalend zijn voor hart- en vaatziekten.

Twee wandelaars vonden Ötzi in 1991 in de Alpen.

© Ritzau Scanpix