Neanderthalers: Van sukkeltjes tot gelijkwaardige medemensen
Ruim een eeuw werden Neanderthalers weggezet als achterlijke holbewoners. Inmiddels weten we door DNA-onderzoek en talloze archeologische vondsten dat ze veel meer waren dan dat.

Neanderthalers begraven een dode aan de voet van een rots. Enkele decennia geleden dachten we nog dat onze ‘primitieve’ historische buurman niet in staat was tot zulke empathie.
Lang waren de Neanderthalers een groot mysterie: wie waren ze? Hoe leefden ze? En hebben wij ze uitgeroeid?
Toen we over hun bestaan leerden, zagen we ze eerst als een primitief ras dat achterbleef bij ons. Maar dat beeld is in de afgelopen decennia sterk veranderd.
Wetenschappers weten nu precies hoe nauw de Neanderthalers aan Homo sapiens – de anatomisch moderne mens – verwant waren.
Een nauwkeurige analyse van het onderzoek naar Neanderthalers gaat daarom niet alleen over de prehistorische mensensoort zelf, maar ook over onze arrogantie en zelfoverschatting.
Zeg hier hallo tegen je historische buurman!
Een Neanderthalergezinnetje – een man en een vrouw van rond de 40 en hun tiener – zit in een kleine kalksteengrot in het Neandertal, nabij het huidige Düsseldorf in Duitsland. Het is 40.000 jaar geleden.
Een vuurtje verlicht de grot, waar de man ligt te kermen van de pijn. Hij lijdt aan een agressieve botziekte, en het is slechts een kwestie van tijd voor hij zijn laatste adem zal uitblazen.
Hij is niet de enige voor wie het einde nadert. De afgelopen decennia gaat het door ernstige klimaatverandering slecht met de Neanderthaler als soort.
De grote bossen waar de prooidieren van de Neanderthalers leven, zijn veranderd in steppen, waardoor ze moeilijk aan vlees kunnen komen.
Veel Neanderthalers zijn al bezweken aan ziekten die worden veroorzaakt door inteelt, en door uitheemse ziekten die door concurrerende mensensoorten worden verspreid.
De Neanderthalers zijn nomaden, maar de Duitse kalksteengrot wordt de laatste rustplaats van dit gezin.
Ongeveer 10.000 jaar later is de Neanderthaler als soort verdwenen, na tienduizenden jaren dominant te zijn geweest. Nu is alleen Homo sapiens (de ‘verstandige’ of ‘wijze’ mens) nog over op de evolutionaire ladder.

Neanderthalers werden 100 jaar geleden heel anders afgebeeld dan nu. In die tijd hadden ze vaak een wanhopige, ietwat achterlijke uitdrukking op hun gezicht. Zo ziet een individu eruit dat gedoemd is om uit te sterven, dachten de kunstenaars toen waarschijnlijk. Schilderij uit 1920 van Charles R. Knight.
Ontdekt in Duitse kalksteengrot
Het Neanderthalgezin in de Duitse grot behoorde tot de laatste Neanderthalers op aarde. En ironisch genoeg zijn het de eerste exemplaren van de uitgestorven mensensoort die we hebben ontdekt.
In 1856 stuitten mijnwerkers op de botten in de kalksteengrot Kleine Feldhofer Grotte in het Neandertal.
De mannen gooiden de botten weg als afval, maar de eigenaar van de mijn was geïnteresseerd in de fossielen, waar ook een schedel bij zat. Hij dacht dat het botten van een holenbeer waren.
Het jaar erop werden de botten bestudeerd door de plaatselijke onderwijzer Johann Carl Fuhlrott en door hoogleraar anatomie Hermann Schaaffhausen van de Universiteit van Bonn.
Zij beseften meteen dit het een sensationele vondst was: de botten waren waarschijnlijk afkomstig van een primitieve mensensoort.
De onbekende mensensoort werd in 1864 door de Ierse geoloog William King Homo neanderthalensis genoemd. De soort is vernoemd naar het dal waar de botten zijn gevonden: het Neandertal.
In die tijd was alleen al het idee dat er meerdere mensensoorten hadden bestaan voor veel wetenschappers absurd en provocerend.
Pas met de ontdekking van twee volwassen Neanderthalers in de grot van Spy in België in 1886 werd de Neanderthaler eindelijk erkend als een anatomisch gedefinieerde, uitgestorven mensensoort.

In 2000 vonden archeologen meer fragmenten van de schedel van de eerste bekende Neanderthaler (Neanderthaler 1) bij nieuwe opgravingen in de Duitse Kleine Feldhofer Grotte. We hebben inmiddels duizenden Neanderthalerbotten en fragmenten ervan, van in totaal 200 à 300 individuen.
Lange tijd werd de Neanderthaler gezien als een missing link tussen onze soort, Homo sapiens, en de apen: een primitieve, niet al te snuggere holbewoner die grommend met zijn knots op dieren joeg.
Nu weten wetenschappers wel beter dan de Neanderthaler te reduceren tot een achtergebleven loot aan de menselijke stamboom.
Aangepast aan een kouder klimaat

Modellen van drie mensensoorten: Homo heidelbergensis, Homo sapiens en Homo neanderthalensis.
Onze hele familie – het mensengeslacht Homo – komt oorspronkelijk uit Afrika, waar onze meest recente gemeenschappelijke voorouder die we delen met de chimpansees 6 à 7 miljoen jaar geleden leefde.
Van daaruit vertakte de menselijke stamboom zich in meerdere mensensoorten, waaronder Homo heidelbergensis, die 800.000 tot 200.000 jaar geleden leefde en door veel wetenschappers wordt beschouwd als de directe voorouder van Homo sapiens en de Neanderthaler.
Tussen de 500.000 en 400.000 jaar geleden trokken de voorouders van de Neanderthaler van Afrika naar Europa en het Midden-Oosten, waar ze circa 200.000 jaar geleden evolueerden tot een aparte mensensoort.
De Neanderthalers leefden in Eurazië – van Wales tot aan China en naar het zuiden toe tot aan de rand van de Arabische woestijnen – van het interglaciaal Eemien tot het begin van het glaciaal Weichselien.
Ze pasten zich aan het koudere klimaat aan, wat goed te zien is aan hun anatomie.
Hun botten waren dikker en ronder dan de onze, waardoor ze steviger gebouwd waren.
En hun neus was groter, wat waarschijnlijk ook met de kou te maken heeft. Een grote neusholte verwarmt de lucht die je inademt, wat een voordeel is in een koude omgeving.
Verspreiding van Neanderthalers

De Neanderthalers leefden in een gordel van Europa tot aan Azië. Het gebied tussen Groot-Brittannië en het Europese continent was ooit land – het zogeheten Doggerland. Hier leefden in bepaalde perioden ook Neanderthalers.
De Neanderthalers hadden voorgangers en tijdgenoten onder de mensensoorten. Dit is hun ontwikkelingsgeschiedenis in het kort.
Ca. 1,8 mln jaar geleden: Voorouder loopt rechtop
De eerste mensensoort die voornamelijk rechtop liep, Homo erectus, ontstaat circa 1,8 miljoen jaar terug in Afrika.
Ca. 700.000 jaar geleden: Homo heidelbergensis
Homo erectus ontwikkelt zich tot Homo heidelbergensis, waaruit waarschijnlijk zowel de Neanderthaler als de latere Homo sapiens is geëvolueerd.
400.000-500.000 jaar geleden: Migratie naar Eurazië
Homo heidelbergensis splitst zich in twee groepen. Eén groep migreert naar Azië (de latere denisovamens). De andere groep (de Neanderthalers) verspreidt zich zoals te zien is op de kaart hierboven.
Ca. 200.000 jaar geleden: Zelfstandige soort
De oudste vondsten van Neanderthalers als aparte soort met herkenbare eigenschappen komen uit Ehringsdorf, Duitsland en zijn bijna 200.000 jaar oud.
60.000-70.000 jaar geleden: Ontmoeting met Homo sapiens
Homo sapiens verlaat Afrika en verspreidt zich in de millennia erop over de hele wereld. Onderweg ontmoet de moderne mens de Neanderthaler en de denisovamens, en DNA-onderzoek toont aan dat de drie soorten zich met elkaar kruisen.
Ca. 30.000 jaar geleden: Neanderthaler sterft uit
Het jongste exemplaar van de Neanderthaler is circa 30.000 jaar oud en is gevonden in de grot Gorham’s Cave/Vanguard Cave in Gibraltar.
Jachtmethode
De kou vergde meer energie, en wetenschappers schatten dat een Neanderthaler zeker 3500 tot 5000 calorieën per dag nodig had. Dat is ruim het dubbele van de huidige dagelijkse aanbevolen hoeveelheid.
Een groep van tien Neanderthalers nam in totaal 300.000 calorieën per week tot zich. Daarvoor moesten ze drie rendieren doden.
Jaren werd gedacht dat de Neanderthalers aaseters waren, omdat ze te dom zouden zijn om te jagen. Veel dierenbotten die bij stoffelijke overschotten van de Neanderthalers werden gevonden, bevatten schraapsporen van Neanderthalers en bijtsporen van roofdieren.
De heersende opvatting was daarom dat de prooien door roofdieren werden gedood, waarna de Neanderthalers de restjes opaten.
Maar in 1980 bleek uit nader onderzoek dat de schraapsporen het oudst waren. De Neanderthalers hadden het dier dus gedood en het vlees deels opgegeten, waarna hyena’s of andere vleeseters zich over de rest hadden ontfermd.
In 2018 bracht de opgraving van Neumark-Nord 2, een nederzetting uit het Eemien in Duitsland, botten van damherten aan het licht met duidelijke gaten in de heupen en nekwervels. De gaten waren veroorzaakt door speren, die niet waren geworpen, maar in de prooi waren gestoken.
De Neanderthalers joegen gecoördineerd op dieren als bizons, dam- en edelherten, waarbij één groep een kudde opdreef naar een tweede groep jagers, die tevoorschijn sprongen en de dieren aan hun speer regen.
Archeologische sporen van 50 locaties in Europa duiden erop dat de Neanderthalers ook kleinere dieren aten, zoals konijnen, patrijzen en schildpadden. Hun complexe jachttechniek getuigt van een veel hogere intelligentie dan die van een aapmens, zoals de Neanderthalers eerst werden gezien.
Intelligentie

Er zijn een paar voorbeelden van uitingen van Neanderthalers die als kunst geïnterpreteerd kunnen worden. Hier zijn acht lijnen in de rotsbodem van een grot bij Gibraltar gekrast.
De hersenen van Neanderthalers waren 15 procent groter dan die van ons.
Maar door hun platte voorhoofd was er minder ruimte voor de frontale kwab, die nauw verbonden is met complexe denkprocessen zoals geheugen en taal.
Toch hadden Neanderthalers waarschijnlijk wel een vorm van taal – zij het lang niet zo goed ontwikkeld als de onze.
Ook de kleine hersenen, die vooral worden gebruikt om bewegingen te coördineren, waren kleiner dan bij ons.
Maar in andere opzichten zaten Neanderthalers qua intelligentie op hetzelfde niveau als wij.
Uit recente vondsten blijkt dat ze kleding maakten, werktuigen ontwikkelden, zich artistiek uitten met grotschilderingen en lichaamsverf en sieraden maakten van schelpen en veren.
Ze leefden, werkten, aten en sliepen samen als families – waarschijnlijk tot wel drie generaties – en hun gevoelsleven en sociale intelligentie waren hoogstwaarschijnlijk net zo rijk en goed ontwikkeld als de onze.
Verschillen: Neanderthalers en Homo sapiens

Homo sapiens links, Neanderthaler rechts. De verschillen zijn enorm, maar toch konden de twee soorten met elkaar paren. Recent onderzoek duidt er wel op dat alleen mannelijke Neanderthalers konden paren met vrouwelijke Homo sapiens, en niet andersom.
Zo verschillend en toch zo gelijk
Archeologen kunnen relatief eenvoudig bepalen of de botresten die ze vinden van een Neanderthaler of een Homo sapiens zijn.
Robuust is een woord dat goed past bij de Neanderthalers. Ze waren over het geheel genomen sterker en krachtiger gebouwd dan wij.
Een ander belangrijk verschil is de schedel, die bij Neanderthalers circa 15 procent groter was dan bij ons. De schedel was ook platter en het achterhoofd was niet afgerond zoals dat van Homo sapiens.
Bovendien waren bij de Neanderthalers de wenkbrauwboog, oogkassen en neus groter, maar hun kin was minder uitgesproken.
Dit zijn enkele fysieke verschillen tussen beide mensensoorten.

Neanderthaler - Homo sapiens
Grotere en plattere schedel
Grotere wenkbrauwboog
Grotere neus
Grotere en bredere borstkas
Bredere heupen
Kortere onderarmen
Grotere heupgewrichten
Grotere en dikkere knieschijven
Kortere en plattere onderbenen
Neanderthalers leven voort in onze genen
We weten niet zeker waarom de Neanderthalers zo’n 30.000 jaar geleden van de aardbodem verdwenen. Waarschijnlijk is een combinatie van factoren de mensensoort fataal geworden.
In een paar honderd jaar tijd werd het aanzienlijk kouder, waardoor het dieren- en plantenleven drastisch veranderde. De Neanderthalers konden zich waarschijnlijk niet goed genoeg aanpassen aan de nieuwe omstandigheden, deels doordat Homo sapiens hun jachtgebied binnendrong met efficiëntere werktuigen (zoals pijl-en-boog en naalden van hoorn en bot) en hen wegconcurreerde.
In 2010 kregen we een nieuwe aanwijzing in het mysterie van het einde van de Neanderthalers, toen de Zweedse wetenschapper Svante Pääbo na tientallen jaren ploeteren als eerste het Neanderthalergenoom in kaart bracht.
Nobelprijs voor Neanderthalers

Svante Pääbo met de schedel van een Neanderthaler.
In 2022 ontving de Zweedse geneticus Svante Pääbo de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor zijn baanbrekende onderzoek naar Neanderthalers.
De Neanderthalers zijn allang uitgestorven, maar leven voort in onze genen. De Zweedse geneticus Svante Pääbo bewees dit in 2010 in een baanbrekend onderzoek, waarin hij het Neanderthalergenoom voor het eerst in kaart bracht. Dit werd gedaan aan de hand van fossiel DNA in een 50.000 jaar oud teenbot, dat Russische archeologen in 2010 hadden gevonden in een grot in het Altaigebergte in Siberië.
Twee jaar eerder hadden archeologen het topje van een vingerbot uit dezelfde periode opgegraven. Uit het genetisch materiaal konden de archeologen afleiden dat het ging om een compleet nieuwe soort, de denisovamens, die had gepaard met Homo sapiens en de Neanderthaler.
Later bleek uit nadere genoomsequencing dat alle mensen van nu 1 tot 4 procent Neanderthalergenen hebben. De hoogste prevalentie is in Oost-Azië, de laagste in Afrika.
Volgens meerdere onderzoeksgroepen heeft Homo sapiens in Azië waarschijnlijk nog een latere ontmoeting gehad met Neanderthalers, en heeft de Neanderthaler in Azië dus langer overleefd dan in Europa. Maar er zijn nog geen vondsten die deze theorie bevestigen.
Dit soort observaties zijn nu mogelijk doordat Svante Pääbo en zijn team het DNA van de Neanderthaler in kaart hebben gebracht en analysemethoden hebben ontwikkeld die tot een enorme sprong voorwaarts hebben geleid in het genetisch onderzoek.
Neanderthaler leeft voort
Uit vergelijkingen met het genoom van Homo sapiens uit dezelfde periode blijkt dat de Neanderthalers veel inteelt kenden – waarschijnlijk doordat ze in kleinere groepen leefden dan Homo sapiens.
Inteelt kan leiden tot allerlei ziekten en een verzwakt immuunsysteem, wat de Neanderthalers vermoedelijk kwetsbaar maakte voor veel van de nieuwe ziekten die Homo sapiens hielp verspreiden.
Pääbo’s genoomsequencing van de Neanderthalers wees echter ook uit dat de mensensoort voortleeft in ons.
Toen Homo sapiens rond 120.000 jaar geleden Afrika verliet, trok onze soort naar het Midden-Oosten, vanwaar we ons over de hele aarde hebben verspreid. Duizenden jaren deelden Homo sapiens en de Neanderthalers dus hetzelfde grondgebied, en Pääbo toonde met zijn onderzoek aan dat de twee soorten niet alleen naast elkaar leefden, maar ook samen kinderen kregen.
Dat betekent dat alle mensen – behalve degenen van Sub-Saharaanse afkomst (ten zuiden van de Sahara) – 1 tot 4 procent Neanderthaler-DNA hebben.

Zouden het ons opvallen als er een Neanderthaler naast ons stond? Wassen beeld van een Neanderthaler in het Neanderthal Museum in Mettmann, Duitsland.
Nu het genoom van de Neanderthaler in kaart is gebracht, is er weer een stukje gelegd van de evolutionaire puzzel van deze mensensoort, die meer dan 150 jaar geleden in een Duitse kalksteengrot werd ontdekt.
En in musea over de hele wereld liggen nog genoeg stukjes in de vorm van skeletresten van honderden individuen, waarmee we in de toekomst met behulp van DNA-analyse een nog completer beeld van de Neanderthaler kunnen krijgen.
Zoals een van ’s werelds meest vooraanstaande Neanderthaleronderzoekers, Rebecca Wragg Sykes, schrijft aan het einde van haar boek Neanderthal – Life, Death, Art and Love (2022):
‘In de komende tien jaar zullen we zien dat de deur naar de complexe geschiedenis en biologie van Neanderthalers, die nu nog op een kier staat, verder wordt opengeduwd.’