Ingewanden van Ötzi vertellen nieuws over vroege Europeanen

Een bacterie uit de uitgedroogde ingewanden van de steentijdman Ötzi duidt erop dat Europa 5300 jaar geleden vooral vanuit het Midden-Oosten bevolkt werd, en niet vanuit het Midden-Oosten én Afrika, zoals tot nu toe aangenomen.

Geneeskundigen en microbiologen hebben kennis over steentijdmigratie uit de uitgedroogde damen van Ötzi weten te halen.

Het begon allemaal met een kale kruin van uitgedroogde huid.

In 1991 zag een stel wandelaars een hoofd uit het ijs in de Italiaanse Ötztal-Alpen steken, en al snel kwam het bijzonder goed bewaarde lichaam van een circa 5300 jaar oude steentijdman tevoorschijn.

Sindsdien is de ene ontdekking na de andere gedaan. Zo is aangetoond dat Ötzi vermoord is met een pijl in zijn rug, dat hij 61 tatoeages had en dat zijn laatste maaltijd uit een flink stuk bergsteenbok bestond.

En nu heeft Ötzi opnieuw nieuws te melden: de vondst van een bepaalde bacterie in zijn darmstelsel duidt erop dat de immigratie naar Europa in de tijd van de ijsman vooral uit het Midden-Oosten kwam, en niet uit het Midden-Oosten én Afrika, zoals tot nu toe aangenomen.

Ötzi's darmen hadden een verrassing in petto

Onderzoekers van de Europese Academie in Bolzano hebben in het tijdschrift Science de resultaten gepubliceerd van hun onderzoek, waarbij ze de bacterie Helicobacter pylori (H. pylori) in Ötzi's darmen hebben gevonden.

H. pylori leeft al meer dan 100.000 jaar in de ingewanden van mensen, en heeft zich tot verschillende varianten ontwikkeld naarmate we de wereld bevolkten.

Onze voorouders in het Midden-Oosten en Afrika droegen dan ook elk een andere soort H. pylori met zich mee, en op dit moment heeft ongeveer de helft van de Europese bevolking een derde variant van de bacterie in zijn darmen: een mix van die uit het Midden-Oosten (ook wel de Euraziatische variant genoemd) en die uit Afrika.

De variant in de darmen van Ötzi bleek tot verrassing van de onderzoekers niet de Europese mix te zijn, maar de versie uit het Midden-Oosten.

Ötzi's voorouders kwamen uit het Midden-Oosten

De onderzoekers vermoeden nu dat de immigratie in de tijd van Ötzi en eerder in de steentijd vooral uit het Midden-Oosten kwam, en dat de immigratie uit Afrika, waarvan tot nu toe werd gedacht dat die al tijdens de ijstijd van 20.000 jaar geleden begonnen was, pas na de dood van Ötzi 5300 jaar geleden op gang is gekomen.

'We kunnen vaststellen dat de immigratiegolf waarmee de Afrikaanse Helicobacter pylori naar Europa kwam, nog niet echt was begonnen toen Ötzi in de Alpen rondliep,' zegt een van de onderzoeksleiders, geneticus Yoshan Moodley, tegen CBS News.

Op zichzelf is het geen nieuwe informatie dat de voorouders van Ötzi uit het Midden-Oosten kwamen; dat werd al in 2008 vastgesteld toen het DNA van de steentijdman in kaart werd gebracht en ontdekt werd dat hij uit de zogeheten haplogroep G kwam, die in de vroege steentijd in Klein-Azië voorkwam.

Maar wat we nog niet wisten, is dat Europa vóór en tijdens het leven van Ötzi vooral vanuit het Midden-Oosten bevolkt werd, en dus niet vanuit het Afrikaanse continent.

Ötzi was oud, gespierd en veel blootgesteld aan zon en wind, zo blijkt uit deze forensische reconstructie door het Archeologisch Museum van Zuid-Tirol.

© Thilo Arg / Wikimedia Commons

Ötzi had wellicht een maagzweer

En de darmflora van Ötzi had nog meer te vertellen: we weten nu ook een stuk meer over de gezondheid van de ijsman.

Uit eerder onderzoek van de galblaas en maag van Ötzi is gebleken dat hij gevarieerd at, een actief leven leidde en geen overgewicht had. Maar de vondst van de H. pylori-microbe in zijn darmen wijst er ook op dat hij mogelijk last had van maagzweren.

Een tiende van de huidige dragers van H. pylori ontwikkelt een ontsteking van de maagwand, vooral op hogere leeftijd. En Ötzi was rond de 40 toen hij stierf – een gezegende leeftijd in de steentijd.

'Ötzi had aanleg om maagzweren te ontwikkelen,' aldus paleopatholoog Albert Zink, het hoofd van het instituut voor mummies en de ijsman van de Europese Academie. 'Maar we weten niet zeker of dat ook gebeurd is, want zijn maagweefsel is niet bewaard gebleven, en dat hebben we nodig om de ziekte te kunnen vaststellen,' voegt hij eraan toe.

Ötzi wordt bij -6 °C en 98% luchtvochtigheid bewaard in het Archeologisch Museum van Zuid-Tirol in Bolzano.

© Scanpix