Shutterstock
Stenalderen

In de steentijd waren er ook al non-binaire mensen

Duitse onderzoekers hebben duizenden jaren oude graven in heel Europa geanalyseerd, en dat heeft ze inzicht gegeven in de betekenis van gender in de steentijd en bronstijd.

De kijk op gender en identiteit was in het prehistorische Europa wellicht meer fluïde dan gedacht.

Dat is althans een van de conclusies van een studie van de Duitse universiteit van Göttingen, waarin een onderzoeksteam de inhoud van 1252 prehistorische graven van zeven verschillende locaties in heel Europa analyseerde.

Ze ontdekten dat tot 10 procent van de mensen die daar begraven waren zich wellicht niet identificeerden als uitsluitend man of vrouw – wat we tegenwoordig non-binair noemen.

‘Onderzoek naar gender in de prehistorie heeft de afgelopen decennia een levendig debat aangewakkerd, waarbij de vraag centraal staat of de aanduiding van geslacht in de prehistorie voldeed aan een binair model,’ schrijven de onderzoekers, die de studie publiceerden in het Cambridge Archaeological Journal.

In deze zoektocht keken de onderzoekers naar het verband tussen het biologische geslacht van de skeletten, en het sociale geslacht. Het biologische geslacht werd bepaald door de botonderzoek, en het sociale geslacht werd bepaald door de materiële voorwerpen die erbij in het graf lagen.

Zo vonden de onderzoekers in de duizenden graven uit de periode tussen 5500 en 1200 v.Chr. (van het neolithicum tot de late bronstijd) bij de mannen meestal wapens, en bij de vrouwen meestal juwelen.

Op zes van de zeven locaties, in Duitsland, Oostenrijk en Italië, vonden de onderzoekers echter een consistent aandeel mensen van wie het biologische geslacht niet hetzelfde was als het sociale gender op basis van de grafgiften.

De onderzoekers beschrijven bijvoorbeeld hoe een biologische man in Duitsland was begraven met een hoofdtooi van schelpen en andere voorwerpen die in principe met vrouwen werden geassocieerd.

Op een andere locatie ontdekten ze een qua biologie vrouwelijk skelet, omringd door een stenen bijl, een vishaak, zwijnentanden en een vuurstenen mes.

Volgens de onderzoekers bleek dat ongeveer 10 procent van de skeletten niet paste in een binaire man-vrouwindeling, maar ook dat bij ongeveer 30 procent van de skeletten het biologische en sociale geslacht niet kon worden vastgesteld.

‘De resultaten vertellen ons dat we historisch gezien niet langer non-binaire mensen als “uitzondering” op een regel moeten zien, maar eerder als “minderheden” die mogelijk formeel erkend, beschermd en zelfs geëerd werden,’ zegt dr. Eleonore Pape, die betrokken was bij het onderzoek aan de universiteit van Göttingen, en die nu werkt voor een Max Planck-instituut, op de afdeling evolutionaire antropologie.

Ze benadrukt echter dat dit slechts één mogelijke conclusie is, en dat bijvoorbeeld DNA-fouten in de categorisering van de botten of andere beperkingen in de onderzoeksmethode moeten worden uitgesloten in verder onderzoek.