Oorlog is zo oud als de mensheid, en de noodzaak om van gesneuvelde strijders ‘af te komen’ bestaat dan ook al duizenden jaren. Voor de oude Grieken was het een erekwestie om dode soldaten naar huis te brengen. Ze namen de moeite om de doden te identificeren, zodat ze volgens het gebruik van hun eigen cultuur begraven konden worden.
Doden die niet naar hun familie konden worden gebracht, kwamen in een massagraf, en in hun plaats van herkomst verrees een leeg graf.
Romeinse soldaten betaalden maandelijks een bedrag voor hun begrafenis. De Romeinen begroeven of cremeerden elke gesneuvelde legionair. Ook zij legden een symbolisch graf aan in diens thuisstreek als er geen lijk was.
Middeleeuwse legers gingen minder zorgvuldig te werk. Tenzij het om een edelman ging, werden gesneuvelden van hun wapens en ander waardevol bezit ontdaan en in massagraven gegooid met duizenden anderen.
Toen vuurwapens en kanonnen hun intrede hadden gedaan op het slagveld, nam het aantal gesneuvelden sterk toe en werd het te kostbaar om hen allemaal te begraven.