Shutterstock
Leopardtank

Waarom worden tanks vaak vernoemd naar katachtigen?

Snel, wendbaar en krachtig. In 1941 ontwikkelde Ferdinand Porsche een tank voor het Duitse leger – en hij vernoemde hem naar het wildste roofdier. Al gauw werden alle tanks vernoemd naar katachtigen.

In de loop der jaren zijn er heel wat tanks namen vernoemd naar katachtigen, maar de Duitser Ferdinand Porsche startte die trend toen hij in 1941 een nieuwe tank ontwikkelde voor het Duitse leger.

Hij gaf de machine de bijnaam ‘Tiger’, wat beter klonk dan de officiële naam – ‘Panzerkampfwagen VI Ausführung H’.

Het doel van de naam was, naar verluidt, om aan te geven dat de Tiger veel sneller, wendbaarder en krachtiger was dan eerdere Duitse tanks – allemaal eigenschappen die passen bij de tijger.

Tiger II tank

De ‘Tiger II’ was sneller, sterker en beter gepantserd dan de tanks die Duitsland daarvoor had.

© Das Bundesarchiv

West-Duitsland zette de traditie voort

De Duitse propagandamachine zag wel potentie in de krachtige naam, waardoor de Duitse tanks werden voorgesteld als onoverwinnelijke roofdieren op het slagveld. De naam werd gebruikt om de steun voor de oorlog onder de Duitsers te vergroten, maar vooral ook om de vijand bang te maken.

Al snel werden ook andere pantservoertuigen naar wilde katachtigen vernoemd, zoals de panter, de leeuw en de poema. Tegelijkertijd kregen pantserjagers die vijandelijke tanks moesten vernietigen namen als ‘Jagdtiger’ en ‘Jagdpanther’.

De Amerikanen namen de traditie ook over – de fabrikant Buick noemde in 1943 de tankjager ‘M18 Hellcat’ vanwege zijn snelheid.

Na de Tweede Wereldoorlog werd de traditie voortgezet door West-Duitsland. In de jaren vijftig begon het land aan een nieuwe tank, en na rijp beraad besloten de volksvertegenwoordigers het voertuig ‘Leopard’ te noemen, hoewel critici vonden dat de naam riekte naar nazipropaganda. Het alternatief – ‘wild zwijn’ – werd gegeven aan een nieuwe mijnenveger.