Getty Images

VS verloren in Vietnam na felle stadsoorlog

Op de vroege ochtend van 31 januari 1968 bestormen 10.000 Noord-Vietnamese soldaten vanuit de jungle de grote stad Hue. Die avond is het grootste deel van de stad gevallen, maar Zuid-Vietnam en de VS geven Hue niet op. Om elk huis wordt verbeten gevochten.

Jim Coolican geniet van het koele briesje dat langs zijn gezicht strijkt terwijl hij met zijn jeep door Hue rijdt.

In de paar maanden dat de kapitein nu in Vietnam is, is het erg warm geweest en het voelt als een bevrijding om wat frisse lucht te krijgen in de oude keizerstad, die is ingepakt in een winters grijs wolkendek.

De 27-jarige Coolican uit Pennsylvania heeft de afgelopen maanden bijna dag en nacht gewerkt als instructeur van de Zuid-­Vietnamese elite-eenheid Hac Bao, de ‘zwarte panters’. Maar deze avond, 30 januari 1968, heeft hij vrij dankzij het Vietnamese Nieuwjaar, Tet Nguyen Dan.

Vanwege Tet is er een wapenstilstand tussen Noord en Zuid, zoals elk jaar sinds de VS drie jaar eerder betrokken raakten bij de Vietnamoorlog.

Coolican heeft een biertje gedronken en een hapje gegeten in de stad en is nu op weg terug naar de Amerikaanse basis in Hue, MACV (Military Assistance Command, Vietnam).
Een paar dagen vrij zal hem goed doen.

‘Ik kan niet wachten. Ik droom er de hele tijd over. Tot heel snel.’ Uit een brief van de 19-jarige soldaat Frank Doezema, die heel graag naar huis wilde

De kapitein parkeert zijn jeep op de omheinde legerbasis, zegt zijn vriend Frank Doezema gedag en gaat naar bed.

De 19-jarige Doezema is Coolicans radio-operator, maar deze nacht bemant hij de mitrailleur in de noordwestelijke toren van de MACV-basis.

Doezema moet nog 39 dagen dienen in Vietnam voor hij terug mag naar zijn familie in Michigan.

‘Ik kan niet wachten. Ik droom er de hele tijd over. Tot heel snel,’ schreef hij pas nog aan zijn broers in de VS.

Alles duidt erop dat het een rustige wacht wordt – tot nu toe is Hue buiten de oorlog gebleven. Maar rond 3.30 uur ziet Doezema activiteit op straat en hoort hij knallen die hem niet in de oren klinken als nieuwjaarsvuurwerk.

Het geluid van mitrailleurs weergalmt in de nacht, en van zijn positie 7 meter boven de grond ziet de Amerikaan honderden Noord-Vietnamese soldaten met kalasjnikovs en granaatwerpers in rap tempo op de basis af komen.

Zonder aarzelen haalt Doezema de trekker over. De mitrailleur buldert en een groep aanstormende Vietnamezen wordt neergemaaid.

Maar Doezema ziet dat er meer volgen.

De oorlog heeft Hue bereikt, en een van de bloedigste veld­slagen van de Vietnamoorlog wacht.

© Three Lions/Stringer/Getty Images

Vietnamezen wilden vrij zijn na Tweede Wereldoorlog

Toen Frankrijk de strijd om zijn oude kolonie opgaf, kwamen de Amerikanen naar Vietnam.

Hue heeft symbolische betekenis

Bijna drie jaar eerder, in 1965, hadden de VS de eerste troepen naar Vietnam gestuurd.

De Amerikanen mengden zich in de oorlog om te voorkomen dat de communistische Noord-Vietnamezen de macht zouden grijpen in het land.

In de Koude Oorlog was een verdere verspreiding van het communisme een schrikbeeld voor de VS, en daarom koos president Lyndon B. Johnson ervoor om militaire steun te bieden aan Zuid-­Vietnam, dat kapitalistisch was.

Ondanks luchtaanvallen op doelen in Noord-Vietnam was het Volksleger van Vietnam drie jaar later echter nog lang niet verslagen.

De situatie werd verergerd doordat het Volksleger hulp kreeg van de Vietcong, een guerrillaleger van Zuid-­Vietnamezen die de communistische regering in Hanoi steunden.

Vanuit schuilplaatsen in de jungle viel de Vietcong keer op keer Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen aan.

In januari 1968 besloot Hanoi dat het tijd was voor een echt offensief. Volgens het hoofd van de communistische partij Le Duan waren de Noord-Vietnamese gewapende troepen ‘sterk gerijpt’ en klaar voor een groot offensief op meer dan 100 steden in Zuid-Vietnam.

Geen stad had meer symbolische betekenis dan Hue, dat van 1802 tot 1945 de hoofdstad van Vietnam was geweest.

De stad had in die tijd keizers en koningen gehuisvest en was eeuwen het geestelijke en culturele centrum van het land. En met 140.000 inwoners was het de derde stad van Vietnam.

Tet Nguyen Dan was het perfecte moment voor de aanval op Hue en de andere doelen in Zuid-Vietnam.

Het feest maakte het makkelijker dan anders om wapens en guerrillastrijders de steden binnen te smokkelen.

De controle verslapte namelijk doordat veel mensen tijdens de wekenlange wapenstilstand op reis gingen om hun familie te bezoeken.

Bovendien was het gebruikelijk dat Vietnamezen met Tet hun doden naar huis brachten om ze in een familiegraf te begraven.

Dat maakte het mogelijk om wapens te smokkelen in de kisten.

Tet-offensief omvatte heel Zuid-Vietnam:

Noord-Vietnam viel met Nieuwjaar 110 steden aan

Het Tet-offensief in 1967 moest de militaire macht van Noord-Vietnam laten zien en de Zuid-­Vietnamezen ertoe aanzetten in opstand te komen tegen de Amerikanen in het land.

Shutterstock

Hue

was het culturele hart van het land. Het had dan ook grote symbolische waarde om de stad in handen te hebben.

Bettmann/Getty Images & Shutterstock

De bergstad Dalat

was de dans bijna ontsprongen, maar hier vochten de Amerikanen en Zuid-­Vietnamezen 10 dagen lang tegen de Vietcong.

International Military Antiques & USMC Archives & Shutterstock

In Saigon, de hoofdstad van Zuid-Vietnam, vielen de Noord-Vietnamezen o.a. de Amerikaanse ambassade aan. Na zes uur waren de aanvallers verslagen.

Three Lions/Stringer/Getty Images & Shutterstock

Aanval wordt zorgvuldig gepland

De revolutionaire leider van Noord-­Vietnam, Ho Chi Minh, was opgegroeid in Hue. Daarom steunden veel inwoners de Vietcong en hielpen ze in het geheim mee om de aanval voor te bereiden.

Zodoende werden er in januari 1968 veel wapens en voorraden op karren en in bootjes de stad in gesmokkeld.

Een van de wapensmokkelaars was de boer Ngu Nguyen, die even buiten Hue woonde en elke dag naar de stad voer om kippen en eieren te verkopen.

In de aanloop naar het Tet-offensief had Nguyen een geheime ruimte in zijn boot gebouwd.

Daarin verstopte hij onder meer kalasjnikovs, granaatwerpers en granaten, en in de manden met eieren verborg hij pakketten met munitie.

Zo voer hij de stad binnen, zonder dat zijn lading werd gecontroleerd.

‘Het is showtime!’ Kapitein Jim Coolican toen de Slag om Hue begon

Een andere inwoner van Hue die Noord-­Vietnam steunde, was Che Thi Mung.

Deze jonge vrouw werkte als spion voor een lokale Vietcong-cel omdat Zuid-Vietnamese soldaten haar zus hadden gedood.

De 18-jarige gebruikte haar charme om dicht bij de Amerikaanse soldaten te komen en hun belangrijke informatie te ontfutselen.

In de eerste nacht van het Tet-offensief hielpen zij en andere mensen van lokale Vietcong-cellen de Noord-­Vietnamese troepen om via de rijstvelden de straten van Hue te bereiken.

Zo konden de bijna 10.000 soldaten van het Volksleger en de Vietcong de vijand overrompelen.

De helft van de troepen viel de Citadel (de oude stadskern) aan, aan de ene kant van de Parfumrivier, die Hue doorsnijdt.

Intussen bestormde de andere helft het nieuwere stadsdeel, dat de Triangle werd genoemd.

Daar stond de MACV-­basis, waar Coolican lag te slapen.

Amerikanen worden ruw gewekt

Toen er op de ochtend van 31 januari even na 3.30 uur een granaat tegen de prikkeldraadomheining geworpen werd, schrok kapitein Coolican wakker.

De eerste gedachte van de Amerikaanse officier was: ‘Het is showtime!’

Hij kleedde zich aan en greep zijn geweer – net als de andere 400 soldaten van de basis.

Buiten zag Coolican meteen dat een paar vijanden het stalen hek van de basis al waren gepasseerd.

In een reflex schoot hij en hij raakte er twee. De salvo’s schalden door een groot deel van het complex toen de Amerikaanse soldaten de strijd aangingen met de aanvallers.

Het geknal van de geweren werd even overstemd toen de benzinetank van een jeep werd getroffen door een granaat en ontplofte.

Voor Coolican kon reageren, sloeg een volgende granaat in op het dak van de wachttoren waar Frank Doezema zat. Zijn mitrailleur verstomde direct.

Coolican keek ontzet naar de rokende toren waar zijn kameraad zich bevond.

Zonder zich om zijn eigen veiligheid te bekommeren, rende hij naar de toren en beklom hij de ladder.

De Amerikanen moesten bij de herovering van Hue iedere meter bevechten.

© Bettmann/Getty Images

Op het platform van de toren trof hij Doezema zwaargewond aan.

Scherpe metaalsplinters hadden zijn lichaam op meerdere plekken opengereten en één been lag er bijna af.

Coolican slingerde Doezema over zijn schouder, maar door het bungelende been lukte het hem niet om de gewonde man door de smalle opening de toren uit te krijgen.

Coolican zag geen andere oplossing dan zijn vriend twee doses morfine te geven en zijn gekartelde gevechtsmes uit de schede te halen.

Verbeten sneed hij de resten van Doezema’s been eraf.

Pas nu kon Coolican zich door het gat wurmen en zijn jonge vriend naar de legerarts van de basis brengen.

Terwijl Doezema met spoed werd behandeld, slaagden de 400 Amerikaanse soldaten in het complex erin de aanval af te slaan en de basis te barricaderen.

Op andere plekken hadden de Noord-­Vietnamezen meer geluk, en bij het krieken van de dag hadden ze het grootste deel van Hue veroverd.

Alleen de MACV-basis en een Zuid-­Vietnamese basis in het noorden van de Citadel hielden nog stand.

Opgeven is geen optie

Hoewel de situatie nu kritiek was, was opgeven geen optie voor de Amerikanen en de Zuid-Vietnamezen.

Behalve het symbolische belang van Hue liep Weg 1, de hoofdweg van het land, erdoorheen.

Dat maakte Hue tot een knooppunt voor al het verkeer bij de 17e breedtegraad, de grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam.

Ook de Parfumrivier, een belangrijke waterweg die uitmondde in de Zuid-Chinese Zee, liep door Hue.

De troepen op de MACV-basis wisten niet hoeveel aanvallers ze tegenover zich hadden, maar wel dat de vijand bestond uit ‘PAVN’ en ‘Charlie’ – zo noemden de Amerikanen het relatief goed getrainde Volksleger in donkergroene uniformen en de guerrillastrijders van de Vietcong, die vaak een kakikleurige of zwarte korte broek droegen en een rode bandana om hun helm.

Maar één ding was zeker: het wemelde van de vijanden in de straten van Hue en er was versterking nodig.

Toen duidelijk was dat de strijd om Hue was verloren, vluchtte de Vietcong weg.

© Keystone/Getty Images

Hulptroepen ondergaan vuurdoop

Coolican en zijn landgenoten op de basis kregen te horen dat drie compagnies in de omgeving van Hue zich naar de oude hoofdstad zouden begeven.

Op zijn verzoek om luchtsteun kreeg de kapitein echter een glashelder ‘nee’ te horen.

De hoogste Amerikaanse generaal in Vietnam, William Westmoreland, vond dat overdreven.

‘Val door de hele stad aan en maak korte metten met de PAVN!’ Bevel van Amerikaanse legerleiding aan ‘Big Ernie’

De hulptroepen vochten zich een weg naar Hue.

Slechts met steun van tanks konden de compagnies de MACV-basis bereiken zonder door sluipschutters en granaten te worden uitgeschakeld.

Veel voertuigen werden echter kapot­geschoten en beschadigd, dus toen de eerste compagnies de basis op reden, waren de eenheden sterk uitgedund.

Dat was een domper op de vreugde over troepenversterkingen.

Een paar dagen later werden Cooligan en zijn kameraden echter opgevrolijkt toen er een compagnie met 12 trucks en twee lichte Ontos-tankjagers – een type tank dat was ontwikkeld om andere tanks uit te schakelen – aankwam.

Uit de tank stapte luitenant-­kolonel Ernie Cheatham, die het bevel over de Amerikaanse troepen kreeg.

Cheatham, een voormalige footballspeler voor de Pittsburgh Steelers, was een beer van een vent, die ‘Big Ernie’ werd genoemd.

Zijn orders waren simpel en duidelijk: ‘Val door de hele stad aan en maak korte metten met de PAVN!’

Volgens historici kwamen er circa 6000 burgers om bij de Slag om Hue.

© Granger/Imageselect

Doodseskaders liquideerden burgers

Amerikanen gaan in de tegenaanval

Hoewel de basis met de versterkingen over zo’n 1000 mannen beschikte, was de vijand nog steeds in de meerderheid.

En de PAVN en de Vietcong hadden ruim de tijd gehad om gunstige posities in te nemen in de straten en huizen van Hue. ‘Big Ernie’ wist dat de herovering van de stad levens zou kosten.

De soldaten kregen de opdracht de Noord-Vietnamezen te verdrijven uit de Triangle aan de zuidzijde van de rivier.

De eerste hindernis was een gebouw van drie etages met grote stalen deuren, dat de Amerikanen ‘Treasury’ doopten.

De tweede was het ziekenhuis, en de derde sterke positie van de communisten was het provinciehuis, waar de rood-blauwe vlag van de Vietcong wapperde.

Bij de Slag om Hue hadden de Amerikanen een betere uitrusting dan de Noord-Vietnamezen.

© Polfoto/Topfoto/Ritzau Scanpix

Op zaterdag 3 februari stormden Amerikaanse mariniers vanaf de basis in de richting van het Treasury-gebouw twee straten verderop. Ze waren getraind in een jungleoorlog, maar Hue had geen bomen om je achter te verstoppen.

De Noord-Vietnamezen hadden door de ramen op de bovenste etage vrij zicht, en zodra de Amerikanen de eerste hoek om waren veegden hun geweren genadeloos over de straten.

Stanley Murdock, een 19-jarige radio-­operator, was het eerste slachtoffer.

Die ochtend had Murdock zijn kameraden verteld dat hij had gedroomd over een engel die tegen hem zei dat hij het niet zou redden. De engel kreeg gelijk.

De Amerikanen leerden al snel dat ze de ramen constant in de gaten moesten houden.

Bij de opmars langs de gevels hielden ze de openingen in elk gebouw dat ze passeerden daarom nauwlettend in het oog.

Zagen ze iets weerkaatsen, dan openden ze meteen het vuur.

Gasaanval verjaagt vijanden

Om het Treasury-gebouw zelf, het doel van de eerste aanval, stond een lage muur met een ijzeren hek erop. De vijand had zich met mitrailleurs tussen de muur en het gebouw verschanst.

Ook op het dak zaten de soldaten klaar om de Amerikanen onder vuur te nemen. Door de effectieve verdediging was Treasury nog in handen van de Noord-Vietnamezen toen de zon onderging.

Big Ernies leger had zware verliezen geleden, en de volgende morgen ging het al niet veel beter. Eén schamel gat in de muur rond Treasury was de enige vordering. Maar toen kreeg officier John Salvati een idee.

Op de MACV-basis had hij een flink aantal traangaskanonnen zien staan. Er werden er een paar gehaald en door het gat afgevuurd, waardoor er veel traangas het gebouw binnendrong.

De Amerikanen zetten traangas in in Hue.

© Savagemorrowproject.fandom.com

Met gasmaskers op stormden de Ameri­kanen het gebouw in, waar ze de verblinde communisten, die niet over gasmaskers beschikten, neerschoten.

Veel Noord-Vietnamese soldaten wisten door de achteruitgang te vluchten, maar de Amerikanen hadden Treasury eindelijk veroverd.

Na dit succes werd het traangas een beslissend wapen voor de Amerikanen. Later die zondag reden ze een 106mm-­kanon naar het ziekenhuis met behulp van een klein, snel voertuig dat wel wat weghad van een golfkarretje.

Een voltreffer maakte een gat in het hoofdgebouw, waarna een gaskanon zijn bijtende inhoud in het kamp van de vijand leegde.

Toen de gaswolk optrok en de Amerikanen bezig waren om het gebouw te ruimen, werden ze eraan her­innerd dat in Hue niets was wat het leek.

Een onschuldig ogende non liep door de gang van het ziekenhuis naar een groep soldaten toe.

Plotseling schoof ze haar habijt opzij en trok ze een pistool.

Slechts door de snelle reactie van een soldaat met een M16 mislukte de aanval van de vermomde Vietcong-partizaan.

Verovering gaat kamer voor kamer

Aan het einde van het weekend was de sfeer bij de Amerikanen een stuk beter.

Zondag 4 februari meldde een oorlogs­correspondent van de krant The New York Times in Hue: ‘Toen de schemer viel, hadden de mariniers acht straten van de stad in handen.’

De journalist schreef echter ook over de keerzijde. De strijd had ‘in vijf dagen tijd circa 150 slachtoffers geëist’.

Om het aantal verliezen te beperken, ontwikkelde Big Ernie een strategie, waarbij een gebouw eerst met mortieren werd gebombardeerd. Dat deel van de aanval noemde hij ‘de voorhamer’.

Vervolgens vuurden de Amerikanen een wolk van traangas af, gevolgd door tankgeschut, 106mm-granaatwerpers of bazooka’s, waarna tot slot de mariniers in actie kwamen.

Elk gebouw herbergde grote gevaren.

Het veiligst was het om met een bazooka gaten in de muur te schieten, zodat de mariniers op onverwachte plekken konden binnendringen in plaats van via de deur, waar vallen waren geplaatst.

‘We trokken de veiligheidspin eruit en begonnen met “bakken”: we wachtten een paar seconden voor we de granaat wierpen. Dan wisten we zeker dat hij niet werd teruggegooid.’ Amerikaanse sergeant over het gebruik van handgranaten in Hue

Vaak lag er een handgranaat in een blikje boven op de deur.

De pin was eruit getrokken, zodat de hefboom alleen nog door het blikje ingedrukt gehouden werd.

Als het blikje viel, rolde de granaat op de grond en ontplofte hij.

De Amerikanen maakten zelf ook veel gebruik van handgranaten als ze een gebouw kamer voor kamer moesten veiligstellen.

Mariniers leerden al snel om in die situatie de granaat in hun hand te ‘bakken’ voor ze hem gooiden.

‘We trokken de veiligheidspin eruit en begonnen met “bakken”: we wachtten een paar seconden voor we de granaat wierpen. Dan wisten we zeker dat hij niet werd teruggegooid,’ herinnerde een Amerikaanse sergeant zich.

Als de granaat was ontploft, renden de Amerikanen de kamer in en schoten ze er op los om eventuele overlevenden te doden.

Soms maakte de manoeuvre echter ook onschuldige slachtoffers, als er burgers in het gebouw waren.

Noord-Vietnamezen waren als de dood voor tankjager

© Shutterstock

M50 Ontos-tank

Klein, licht en razendsnel. De Ontos-tank (of eigenlijk tankjager) had precies de eigenschappen die nodig waren in Hue.

De tank had zes terugslagloze 106mm-lopen, die zelfs dikke muren konden doorboren.

Als het geschut was afgevuurd, kon de Ontos zich dankzij de goede acceleratie in veiligheid brengen voordat de vijand kon reageren.

Dat maakte de Ontos tot het perfecte ‘hit-and-run-wapen’ in Hue.

Geen wapen werd meer gevreesd door de troepen van het Volksleger en de Vietcong.

© International Military Antiques & USMC Archives

RPG-2-granaatwerper

Met een gewicht van bijna 5 kilo was de Russische granaatwerper RPG-2 gemakkelijk te vervoeren.

Het wapen was tot op wel 150 meter afstand zeer precies, wat het bijzonder dodelijk maakte.

De RPG-2 was als antitankwapen bedoeld en werd in Hue ingezet tegen de Amerikaanse tanks, maar ook tegen andere doelen.

Zo kon de granaatwerper worden afgevuurd op ramen waarachter de vijand zat.

Twee mannen bedienden het wapen: de ene droeg de buis en drie extra granaten in een rugzak, de andere – die ook drie extra granaten had – herlaadde het wapen.

Amerikanen doden onschuldige

Bij het veiligstellen van een flat leegde de soldaat Eden Jimenez zijn magazijn in een kamer met een hoge kledingkast.

Toen hij de doorzeefde kast opende, zag hij een jonge Vietnamese vrouw, die stikte in haar eigen bloed.

In haar armen had ze een baby, die op miraculeuze wijze niet was geraakt. De moeder stierf, maar Jimenez bracht het kindje naar de achterhoede.

De Amerikaanse tactiek van ‘eerst schieten’ was helaas noodzakelijk, omdat er vaak vijandelijke soldaten verborgen zaten in de huizen. Alleen al bij de ontruiming van het ziekenhuis verloren de Amerikanen 12 mannen.

De troepen van Big Ernie stoomden nu echter snel op naar het laatste grote doel in de Triangle: het provinciehuis in Hue.

Met het gebruikelijke bombardement gevolgd door traangas joegen de Amerikanen de Noord-Vietnamezen op de vlucht.

Het traangas was ondraaglijk voor de onbeschermde Aziaten, die zich ertegen probeerden te beschermen door op een doek te plassen en die om hun hoofd te binden.

Ondanks de in urine gedrenkte doeken raakten vele PAVN-soldaten verblind en gaven ze bloed op en waren ze niet in staat om verzet te bieden.

Het resultaat was dat de mannen van Big Ernie na een week vechten de Vietcong-vlag, die boven het hoofdkantoor van de provincie in Hue wapperde, konden neerhalen.

Soms vluchtten de Noord-Vietnamezen al bij de aanblik van een Ontos-tank.

© International Military Antiques & USMC Archives

Stank neemt toe in Citadel

In de twee dagen daarop veroverden de Amerikanen de rest van de Triangle.

Nu konden ze zich richten op de Citadel aan de overkant van de Parfumrivier, waar de vijand zich achter de oude stadsmuren had verschanst.

Terwijl de mariniers van Big Ernie om de Triangle gevochten
hadden, waren er verse troepen in Hue aangekomen.

Die waren nu in het noorden van de Citadel, waar een groep Zuid-Vietnamese troepen nog standhield tegen de Noord-Vietnamezen.

Daarmee was de situatie omgedraaid, en plotseling dreigden de PAVN en de Vietcong hun greep op Hue te verliezen.

Ze troostten zich echter met de gedachte dat de Amerikanen de historische wijk met zijn oude tempels en het koninklijk paleis vast niet zouden bombarderen.

Maar de Zuid-Vietnamese vicepresident Nguyen Cao Ky was niet bepaald sentimenteel aangelegd.

‘De stank van de dood vreselijk was, en overal – als je je rantsoen at, was het alsof je de dood at.’ Een 20-jarige Amerikaanse soldaat die in Hue vocht

‘Deze zaken zijn gebouwd door mensen en kunnen worden herbouwd door mensen. Bombardeer ze!’ zei hij tegen de Amerikanen.

Maar een dik wolkendek boven de stad maakte een luchtaanval onmogelijk, waardoor de gevechten in februari door­gingen.

De communisten boden felle tegenstand en de Amerikanen vorderden slechts traag over de brede lanen van de Citadel. De lijken stapelden zich op.

‘Er liggen dode PAVN’ers op straat en ze drijven in de rivier. Het ruikt hier naar de dood,’ schreef een Amerikaanse soldaat van 20. Een kapitein merkte op dat ‘de stank van de dood vreselijk was, en overal – als je je rantsoen at, was het alsof je de dood at’.

De Amerikanen gingen de stank te lijf door de rottende lijken te verbranden met vlammenwerpers.

Misschien oneerbiedig, maar het was nodig om de kans op epidemieën en ratten te verkleinen.

De Meridianpoort is een van de paleisgebouwen die de 20-eeuwse oorlogen hebben overleefd.

© Shutterstock

Keizer kopieerde Chinese collega

’Zwarte panters’ veroveren paleis

Pas in de derde week van februari 1968 waren de verdedigers murw gebeukt.

De bevoorradingswegen waren vrijwel allemaal geblokkeerd en de bodem van de munitiekisten kwam in zicht.

Op dat moment had de PAVN nog slechts twee van de 10 poorten van de Citadel in handen.

Tussen 20 en 22 februari verdween het merendeel van de troepen die nog over waren in de donkere nacht.

Het paleis, dat was gebouwd naar het voorbeeld van de Verboden Stad in Peking, had de vijand nog wel.

Kapitein Jim Coolican kreeg het bevel over de Zuid-Vietnamese elite-eenheid Hac Bao, die hij zelf had getraind, en moest het paleis veroveren.

Op de vroege ochtend van vrijdag 23 februari sloegen er granaten in op de poorten en muren van het paleis.

Zodra er gaten in het baksteen ontstonden, stormden Coolican en zijn 150 ‘panters’ naar binnen.

De overgebleven Noord-­Vietnamese soldaten openden het vuur, maar werden al snel gedood.

Binnen de paleismuren lagen de lijken van maar liefst 64 vijanden – de Noord-­Vietnamezen hadden de relatief veilige plek als ziekenhuis gebruikt.

Coolican en zijn mannen vonden ook de resten van een paard en een hond, die waren geslacht om de hongerige PAVN-troepen te voeden.

Gevechten in Hue eisen veel levens

Met de inname van het paleis was het Noord-Vietnamese Tet-offensief in Hue definitief afgeslagen. Coolican en zijn mannen waren blij met de zege, al was daar een hoge prijs voor betaald.

De kapitein kreeg slecht nieuws over zijn vriend Frank Doezema, die hij in het eerste uur van de Slag om Hue uit de MACV-toren had gedragen.

De jonge soldaat had het niet gered, en hij was lang niet de enige Amerikaan wiens lichaam in een lijkenzak terug naar zijn familie in de VS werd gestuurd.

In totaal stierven er 216 soldaten van de marine en de landmacht en raakten er 1364 gewond. Ook werden er 458 Zuid-Vietnamezen gedood en ruim 1000 verwond in de strijd.

De aanvallers kwamen er echter het slechtst af.

De communisten hebben nooit betrouwbare cijfers vrijgegeven, maar naar schatting kwamen er 2500 tot 5000 soldaten van de PAVN en de Vietcong om in Hue.

De Noord-Vietnamezen werden bij het offensief pas teruggeslagen na zware stadsgevechten.

© Bettmann/Getty Images

Beide partijen willen vrede

De Slag om Hue en de overige Noord-Vietnamese aanvallen binnen het Tet-offensief waren een wake-upcall voor de VS.

Ze beseften dat de regering in Noord-Vietnam in staat was een grootscheepse aanval te coördineren en dat een verdere oorlog de VS duur zou komen te staan.

Ook de Noord-Vietnamezen leerden een les: ze hadden verwacht dat hun machtsvertoon tijdens Tet de Zuid-­Vietnamezen zou doen inzien dat het tijd was om in opstand te komen tegen de Amerikanen, maar dat gebeurde niet.

Na twee maanden werden de PAVN en de Vietcong dan ook in alle 110 steden die ze hadden aangevallen, verslagen.

Door de ervaring van Hue en het Tet-­offensief zagen de VS en de regering in Hanoi in dat de oorlog niet eindeloos kon doorgaan.

Ze openden onderhandelingen en in 1973 werd er een vredesverdrag ondertekend, waarna de VS hun troepen terugtrokken.

Twee jaar later versloeg Noord-Vietnam Zuid-Vietnam alsnog.