Verbrande ruïne van het Babylonische beleg van Jeruzalem gevonden

Als straf voor de joodse opstand belegerde de machtige koning van Babylon zo’n 2600 jaar geleden Jeruzalem. Archeologen hebben onlangs nog meer bewijs gevonden dat het Bijbelse verhaal over het platbranden van de heilige stad en de verwoesting van de eerste tempel waar is.

Schilderij van vluchtelingen uit brandende stad
© Jacques Joseph Tissot/Jewish Museum, New York/Public Domain

Na een beleg van tweeënhalf jaar wisten de Babyloniërs van Nebukadnezar II in 586 v.Chr. Jeruzalem binnen te dringen.

Uit woede over de opstand van de joden zaaiden de Babyloniërs volgens het Oude Testament dood en verderf in de hoofdstad van het toenmalige koninkrijk Judea.

Onlangs hebben Israëlische archeologen de ruïnes ontdekt van een verrassend groot gebouw dat in vlammen opging toen de koning van Babylon de joodse – en later christelijke – heilige stad met de grond gelijkmaakte om een voorbeeld te stellen.

Luxe villa met twee verdiepingen

Een team archeologen van verschillende Israëlische universiteiten heeft onderzoek gedaan naar de ruïne in het Davidson Center, een gebied bij de Klaagmuur met een schat aan archeologische vondsten uit de tijd van de eerste twee tempels van Jeruzalem.

Gezien de staat van de ruïne ‘kan er geen twijfel over bestaan dat deze in contact is geweest met vuur,’ schrijven de onderzoekers in het Journal of Archaeological Science.

Volgens het verslag tonen roetsporen in het 2600 jaar oude gebouw aan dat de brand opzettelijk werd aangestoken op verschillende plaatsen op de bovenverdieping.

Het ging om een prachtig huis met twee verdiepingen, dat waarschijnlijk toebehoorde aan een rijke adellijke familie, concluderen de onderzoekers.

De villa mat 10 bij 17 meter en is daarmee een van de grootste gebouwen uit de periode van de eerste tempel in deze omgeving die zijn blootgelegd.

Ruïnes in Davidson Center in Jeruzalem

De grote ruïne staat in het Davidson Center bij de Klaagmuur in Jeruzalem. De onderzoekers hebben er vondsten gedaan uit de tijd van de eerste stempel, die in 586 v.Chr. werd verwoest op bevel van Nebukadnezar II.

© Assaf Peretz, Israel Antiquities Authority

Keizer van Midden-Oosten neemt wraak op de joden

De rijkdom van de eigenaar en de omvang van de ruïne zeggen ook iets over het lot dat de bewoners trof, en waarom juist hun huis bewust in brand werd gestoken.

Onder Nebukadnezar II beleefde Babylon een gouden tijdperk en groeide het uit tot een rijk dat zich uitstrekte van het huidige Turkije tot Egypte.

In de 6e eeuw v.Chr. onderwierp Nebukadnezar de Grote, zoals hij vaak wordt genoemd, ook het koninkrijk Judea. Het geslacht van koning David mocht de troon behouden, maar Judea werd een vazalstaat van het grote rijk, dat genoemd is naar zijn hoofdstad: het duizenden jaren oude Babylon in het huidige Irak.

In 601 v.Chr. probeerden de koningen van Judea zich los te maken van Babylon en sloten ze een verbond met de Egyptenaren, die Nebukadnezar zonder succes aanviel. Voor straf vielen de Babyloniërs vier jaar later Jeruzalem binnen en werden meer dan 10.000 joden verbannen.

Ruim tien jaar later, in 589 v.Chr., probeerde Sedekia, koning van Judea, opnieuw om onder het tribuut aan Nebukadnezar uit te komen. Dit leidde tot het tweede Babylonische beleg van Jeruzalem, dat eindigde met een vuurzee en de eerste verwoesting van de tempel op de heilige Tempelberg.

Het grootste deel van de adel van Jeruzalem, waaronder de familie van David, wordt gedeporteerd naar Babylon, waar ze in ballingschap leven tot de Babyloniërs bijna 50 jaar later de heerschappij over het Midden-Oosten moesten afstaan aan de Perzen.

Hetzelfde lot trof waarschijnlijk de joden die in het prachtige huis woonden dat onlangs is onderzocht.