Bij Anda in de Chinese provincie Heilongjiang hebben archeologen de grootste ondergrondse bunker van de beruchte Japanse Eenheid 731 gelokaliseerd.
Deze eenheid voerde gruwelijke experimenten uit op zo’n 12.000 krijgsgevangenen en burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De bunker is nog niet geopend, maar de Chinezen waren er al lange tijd naar op zoek.
Door eerder ontdekte documenten weten we dat de martelkamer van de eenheid in Anda door de Japanners werd gebruikt om de effecten van dodelijke ziektes en biologische wapens te testen op burgers, vooral Chinezen en Russen.

Een luchtfoto van het gebied waar de opgravingen plaatsvinden. 1,5 meter onder de grond liggen ruimten met gangen ertussen, waar de Japanners op mensen experimenteerden.
Resultaten werden gedeeld met de VS
De bunker van 33 bij 20 meter werd gebouwd in 1941 en was het meest geavanceerde en meest gebruikte testcentrum van Eenheid 731.
Later kwam aan het licht hoe de Japanners bijvoorbeeld mensen vastbonden aan palen in een open veld, waarna vliegtuigen gifgas of met pest geïnfecteerde vlooien dropten. Japanse artsen testten ook wat bevriezing met baby’s doet.
Na de oorlog ontsprong een aantal onderzoekers van Eenheid 731 de dans dankzij een deal met de Amerikaanse regering, zo blijkt uit geheime documenten. De Amerikanen beloofden hen niet te vervolgen in ruil voor de kennis die ze hadden opgedaan.
Amerikaanse wetenschappers gebruikten de Japanse gegevens om chemische wapens te ontwikkelen tijdens de Koude Oorlog
De Chinese archeologen denken dat de ontdekking meer bewijs van Japanse oorlogsmisdaden kan opleveren en de aandacht weer kan vestigen op dit gruwelijke hoofdstuk in de geschiedenis.