IJzige kou teistert de Duitse soldaten in het noordwesten van de Sovjet-Unie. Er hangen ijskristallen aan hun wimpers en de mannen kunnen hun ogen amper openhouden, maar in februari 1942 moeten de Duitsers het besneeuwde landschap voortdurend afspeuren op zoek naar de vijand.
In het dorp Bjakovo worden de Duitsers al 10 dagen wakker gehouden door Russische aanvallen. Het dorp is een van de buitenposten van de zogenoemde Zak van Demjansk, waar 96.000 Duitse soldaten zijn omsingeld door het Rode Leger.
Als ze terrein verliezen, kan de zak (Kessel in het Duits, ketel) instorten, en daarom hebben de Duitsers opdracht gekregen om hun posities koste wat kost te verdedigen.
Terwijl het op 18 januari opnieuw granaten regent, weten de mannen van SS-Obersturmführer Erwin Meierdress dat de Russen binnenkort een stormaanval zullen inzetten via de bevroren moerassen buiten Bjakovo. En inderdaad, daar komt het Rode Leger.
Vanuit huizen en geïmproviseerde bunkers schieten de Duitsers hun kogels over de besneeuwde vlakte.

De Duitsers moesten voortdurend opletten dat ze niet verrast werden door de vijand.
De Russische soldaten worden massaal neergemaaid. Ze vallen in de diepe sneeuw, die nog rood is van het bloed van meer dan 300 landgenoten die de afgelopen dagen al zijn gesneuveld.
Dan wordt Meierdress getroffen door een kogel en hij zakt in elkaar. Als de Russische tanks oprukken, zijn nog maar 30 van zijn 120 mannen in staat om te vechten.
‘Vijandelijke tanks in de stad. Commandant zwaargewond. We vechten tot de laatste man!’ schreeuwen de Duitsers via de radio, terwijl ze zich op het ergste voorbereiden.

De Duitsers zetten met veel succes hun lichte antitankwapens in toen Russische pantserwagens de zak binnenreden.
Begin 1942 zaten de soldaten in de Zak van Demjansk muurvast. De omsingelde troepen konden alleen munitie en voedsel krijgen via de eerste grote luchtbrug uit de geschiedenis. Elke dag landden er vliegtuigen met voorraden en Hermann Göring, de opperbevelhebber van de Duitse luchtmacht, was zo onder de indruk dat hij zichzelf begon te overschatten.
Maar voor de troepen die in Stalingrad omsingeld dreigden te worden, had zijn grootheidswaan fatale gevolgen.
Russen vallen aan op sneeuwscooters
Hitlers troepen veroverden Demjansk in oktober 1941 – slechts vier maanden na de Duitse invasie van de Sovjet-Unie.

De Zak van Demjansk (geel kruis) ontstond tussen Moskou en Leningrad toen de Russen tijdens het winteroffensief van 1941-1942 de nazi’s terugdrongen naar het westen.
Een deel van het leger legde een ijzeren ring rond Leningrad, terwijl de rest verder optrok naar Moskou. Maar zodra de Russische winter begon, sloeg Stalin terug. Hij zette een tegenoffensief in en in 1942 werden zes Duitse divisies omsingeld. De zogenoemde Zak van Demjansk was een feit.
Pas op zondag 8 februari drong de omvang van de ramp door tot de Duitsers. Hoewel er nog steeds gaten in de ‘ketel’ zaten, waren 96.000 soldaten compleet afgesneden van de rest van Hitlers leger. Die konden niet met de trein of vrachtwagens worden bevoorraad.
In de zomer werd Demjansk omringd door onbegaanbare moerassen, maar nu was het winter en daalde de temperatuur regelmatig tot 40 graden onder nul. Rivieren, meren en moerassen vroren dicht en werden begaanbaar voor Russische soldaten.
De Russische commandant in Demjansk, generaal Pavel Koerotsjkin, maakte gebruik van het winterweer en stuurde zijn ski- en sneeuwscooterbataljons eropaf. In de diepe sneeuw konden deze troepen veel sneller oprukken dan voertuigen en voetsoldaten.
Koerotsjkin verraste de Duitsers keer op keer en hield de ketel hermetisch gesloten.

De bestuurder van een Russische Aerosan-sneeuwscooter zat achter een gepantserde plaat. Een schutter bediende het machinegeweer. Een Aerosan kon vier skiërs achter zich aan trekken.
De commandant van de omsingelde divisies, generaal Walter von Brockdorff-Ahlefeldt, zuchtte diep toen hij op zondagmiddag zijn kaarten bestudeerde. Volgens de laatste berichten was de opmars van het Rode Leger zorgwekkend.
‘Generaal, is de omsingeling daarmee gesloten?’ wilde zijn adjudant weten.
‘Absoluut,’ antwoordde von Brockdorff-Ahlefeldt.
In de dagen daarna verstevigden de Russen hun greep op Demjansk en de omsingelde Duitsers konden geen kant meer op. Ze zaten gevangen in een gebied ter grootte van de provincie Groningen. Maar Von Brockdorff-Ahlefeldt gaf de hoop niet op.
‘We zijn met 96.000 man. Duitse soldaten zijn beter dan de Russische, daar gaat het om. Er komen zware weken aan, maar we slaan ons erdoorheen,’ zei de generaal.
Duitsers moeten standhouden
Voor het eerst in de Tweede Wereldoorlog werd een grote Duitse troepenmacht door de vijand omsingeld. Toch weigerde Hitler om zijn troepen te evacueren: hij wilde ze zo snel mogelijk inzetten voor een nieuwe aanval op Moskou.

Terwijl de Duitse tanks optrokken in het oosten, ontbrak het aan bevoorrading.
1942 werd het begin van het einde voor Hitler
Tijdens zijn invasie van de Sovjet-Unie had de Führer Stalins leger bijna verslagen, maar Moskou werd gered door een extreem koude winter.
De Duitse invasie van de Sovjet-Unie verliep boven verwachting goed. In december 1941 stonden Hitlers troepen op slechts 30 kilometer van Moskou, maar toen kwam de barre Russische winter Stalin te hulp.
Door de sneeuw konden de Duitsers niet bevoorraad worden, en na een half jaar waren de soldaten uitgeput en waren hun voorraden op. Stalin verplaatste nog meer troepen vanuit Siberië en tegen het eind van het jaar had hij twee keer zoveel soldaten als de Duitsers om zijn hoofdstad te verdedigen. Toen zette hij de tegenaanval in. De Duitsers waren verrast door het offensief en werden teruggedrongen. Maar Stalin was nog niet tevreden.
‘We mogen de Duitsers geen adempauze geven, maar moeten ze steeds verder naar het westen drijven en dwingen hun reserves te gebruiken,’ zei de Sovjetleider in 1942.
Toen de Russen hun winteroffensief steeds verder uitbreidden, werden zes Duitse divisies begin februari omsingeld bij Demjansk, zo’n 450 kilometer ten noordwesten van Moskou.
De Führer verbood het woord ‘zak’. Officieel werd Demjansk een ‘vesting’ genoemd, en zijn verwachtingen waren torenhoog:
‘Demjansk moet tot de laatste man verdedigd worden!’
Gelukkig hadden de Duitsers de beschikking over meer dan 300 artilleriewapens en goede verdedigende stellingen binnen het omsingelde gebied. Maar de soldaten hadden zwaar te lijden onder het barre klimaat.
‘Af en toe vriest het 58 graden. We hebben geen winterkleren. Het enige wat ons een beetje beschermt tegen de kou zijn onze jassen en een paar bivakmutsen. Soms hangen er prachtige ijspegels aan onze kin,’ schreef soldaat Günther Fernickel in een brief naar zijn familie.
Een van zijn landgenoten zei dat hij een afgeknipte panty als muts gebruikte.






Vliegvelden houden Duitsers in leven
In de Zak van Demjansk lagen twee vliegvelden die de Luftwaffe gebruikte om een luchtbrug op te zetten. Transportvliegtuigen bereikten de landingsbanen vanaf Duitse bases in het westen van de Sovjet-Unie.
VLIEGVELD DEMJANSK
Toen de Duitsers Demjansk in de herfst van 1941 veroverden, ontdekten ze een geïmproviseerde landingsbaan die de Russen hadden aangelegd. Ze dwongen Russische krijgsgevangenen om de landingsbaan uit te breiden. Het vliegveld kon 30 vrachtvliegtuigen tegelijk aan, maar zoveel landden er bijna nooit.
VLIEGVELD PESKI
Tien kilometer ten oosten van Demjansk bouwden de Duitsers nog een vliegveld bij het dorp Peski. Tussen 19 februari en 18 mei 1942 stegen de vliegtuigen van de Luftwaffe 14.455 keer op om de vliegvelden in de ketel te bevoorraden. Dat zijn 240 transportvliegtuigen per dag.
DE ZAK VAN DEMJANSK
De Zak van Demjansk was 120 kilometer lang en 90 kilometer breed. De zak was daarmee zo groot dat de Russische artillerie de vijand niet op veilige afstand kon beschieten. In plaats daarvan bleef Stalin de Duitsers bestormen.
Offensief mislukt
Begin maart staken 8500 Russische parachutisten de bevroren moerassen over om de vliegvelden aan te vallen. Het duurde een week voordat ze er waren, vanwege de sneeuw en Duitse hinderlagen. Hun aanval werd op 19 maart afgeslagen en slechts 900 mannen keerden terug naar de Russische linies.
RAMOESJEVO-CORRIDOR
Na tweeënhalve maand bevoorrading via de lucht wisten de Duitsers op 21 april 1942 een 4 kilometer brede corridor door de Russische linies te creëren. Deze zogenoemde Ramoesjevo-corridor werd gebruikt om de omsingelde Duitse troepen te bevoorraden. Maar door het Russische geschut durfden maar weinig konvooien de corridor te gebruiken.
De Duitsers vernikkelden niet alleen van de kou, maar hadden ook aan een tekort aan manschappen. De omsingelde divisies waren sinds de invasie van de Sovjet-Unie bijna gehalveerd en de frontlinie was 300 kilometer lang.
‘We hebben versterkingen gebouwd en bemand. Iedereen, tot en met de laatste soldaat, is ingezet, ook de koks,’ schreef een jonge luitenant.
Von Brockdorff-Ahlefeldt hield zijn mobiele eenheden achter de hand, zodat deze de soldaten aan de frontlinie konden helpen wanneer de Russen grote aanvallen inzetten. Ze kwamen bijvoorbeeld in actie op 18 februari, toen Meierdress in Bjakovo nog maar een paar man over had.
Kort nadat Meierdress gewond werd afgevoerd, kwam een eenheid met kanonnen en tanks de resterende 30 man te hulp.
Het Rode Leger leed enorme verliezen in de Slag om Demjansk – maar voor de Duitsers zag het er nog slechter uit. Ze hadden geen voedsel of munitie meer en waren volledig afhankelijk van de bevoorrading van de Luftwaffe.
Luchtbrug maakt slechte start
Von Brockdorff-Ahlefeldt beloofde zijn soldaten dat ‘voedsel en munitie zullen worden gedropt’ en dat er ‘genoeg eten zal zijn’.

De Luftwaffe van Hermann Göring had in het begin van de oorlog veel successen geboekt, maar nu wachtte de luchtmacht een heel andere taak dan het murw beuken van de vijand.
Opperbevelhebber Göring had namelijk gegarandeerd dat de Luftwaffe een luchtbrug kon opzetten die minstens 200 ton voorraden per dag kon leveren aan de 96.000 soldaten.
Maar de eerste twee dagen werden er slechts 16 en 27 ton naar de ketel gebracht.
Er moest iets gebeuren. Göring stuurde een van zijn slimste mensen, kolonel Fritz Morzik, naar het Oostfront. Op 18 februari landde hij in Pskov, 250 kilometer ten westen van Demjansk.
Van hieruit zou Morzik de eerste grote luchtbrug uit de geschiedenis organiseren, en de energieke kolonel haalde 220 transportvliegtuigen naar Pskov – voornamelijk Junkers Ju 52’s, bijgenaamd ‘Tante Ju’.
De Ju 52 was een groot vliegtuig met drie motoren, maar kon maximaal twee ton aan vracht vervoeren. Er waren dus 100 vliegtuigen per dag nodig om genoeg voedsel, brandstof en munitie naar Demjansk te brengen.
Het probleem was echter dat ‘Tante Ju’ over een gebied moest vliegen dat in handen was van de Russen en vol lag met luchtafweergeschut. En er waren Russische jachtvliegtuigen.

Kolonel Friedrich-Wilhelm ‘Fritz’ Morzik werd benoemd tot commandant van de Duitse transportvliegtuigen.
Daarnaast liepen ze het risico om hun doel voorbij te vliegen. De twee kleine, Duitse vliegvelden waren namelijk erg moeilijk te zien in het besneeuwde gebied. Eén landingsbaan was zelfs zo klein dat de piloten hem ‘de handdoek’ noemden.
Morziks oplossing: vlieg ter hoogte van de boomtoppen!
De twee landingsbanen waren vaak spiegelglad en de toestellen konden gemakkelijk wegglijden en beschadigd raken. En dus haalde Morzik de beste monteurs van de Luftwaffe naar de ketel om de vliegtuigen snel weer te kunnen repareren.
Speciale verwarmingsinstallaties hielden de vliegtuigmotoren warm tijdens het laden en lossen, zodat de toestellen altijd konden opstijgen in de extreme kou.
Eind februari lukte het de Luftwaffe om de beloofde hoeveelheden te leveren, en in de ketel zelf werden de vliegtuigen zo snel mogelijk leeggehaald.
Vervolgens werd alles, van meel tot kogels en lange onderbroeken, op paardenkarren geladen, om de spullen naar alle uithoeken van de Zak van Demjansk te brengen.

De bevoorradingsbom moest met de hand naar de Duitse posities worden gesleept.
Speciale bommen bevoorraden omsingelde stad
Ook in een plaatsje 130 km ten zuidwesten van de Zak van Demjansk werden Duitse troepen in de winter van 1942 omsingeld. Hier konden geen transportvliegtuigen landen. Daarom werden de hulpgoederen uit het vliegtuig gegooid.
Elk vliegtuig dat bij Cholm probeerde te landen, zou onmiddellijk door het Rode Leger aan flarden worden geschoten. Daarom besloot de Luftwaffe om de 5500 Duitsers in de stad te bevoorraden met zogenoemde Versorgungsbomben – bevoorradingsbommen.
Deze torpedovormige stalen hulzen hadden parachutes om de val van enkele honderden meters op te vangen. De bevoorradingsbommen bevatten wapens, munitie en vooral voedsel.
Door de zware beschietingen waren de droppings echter extreem riskant, en naarmate de tijd verstreek, werd Cholm steeds slechter en minder bevoorraad. De soldaten waren zo uitgehongerd en uitgeput dat ze de 250 kilo zware bommen nauwelijks meer konden verplaatsen.
Na 105 loodzware dagen werden de soldaten in Cholm op 5 mei eindelijk gered toen andere Duitse eenheden hen te hulp schoten. Van de 5500 soldaten waren er nog maar 1200 in leven.
Hoewel Göring zijn belofte uiteindelijk was nagekomen, was 200 ton per dag het absolute minimum – net genoeg om de zes Duitse divisies die de Zak van Demjansk verdedigden op de been te houden.
De soldaten leefden op minimale rantsoenen en moesten soms dagen wachten op voedsel en munitie, omdat de bevoorradingstroepen werden tegengehouden door de diepe sneeuw.
Parachutisten vallen aan
Begin maart waren Stalin en zijn generale staf woedend dat de Duitsers in de Zak van Demjansk nog steeds niet verslagen waren.
De legerleiding in Moskou had namelijk verwacht dat het Rode Leger de vijand binnen vijf dagen zou verslaan, maar naarmate de weken verstreken, bleek dat de Duitsers zich hardnekkig bleven verdedigen.
‘De stille, besneeuwde velden buiten de dorpen veranderden in een oorverdovend inferno zodra we oprukten. Elke vierkante meter land werd beschoten door machinegeweren en artillerie vanuit verborgen posities in de dorpen,’ rapporteerde generaal Koerotsjkin.
‘De Duitsers verschansten zich aan de frontlinie achter de lijken van onze soldaten.’ Russische artilleriecommandant bij de Zak van Demjansk
Toen Hitlers troepen zich in het bevroren landschap verschansten, gebruikten ze alles wat ze konden gebruiken, aldus een Russische commandant:
‘De Duitsers verschansten zich aan de frontlinie achter de lijken van onze soldaten, stapelden ze op en goten er water over.’
Om een bres in de Duitse verdediging te slaan, stelde Moskou op 6 maart 8500 parachutisten ter beschikking van generaal Koerotsjkin.
De parachutisten waren de elite van het Rode Leger. Ze landden in het noordwesten van de ketel, verzamelden zich in de bossen en slopen vervolgens naar de Duitse vliegvelden. Ze moesten ook het hoofdkwartier van Von Brockdorff-Ahlenfeldt in Dobrosli bij Demjansk innemen.
In de nacht van 13 maart vielen 2000 Russische parachutisten aan vanuit de bossen ten noorden van Demjansk, maar de Duitsers gebruikten lichtgranaten om hun vijand te kunnen zien en uit te schakelen met zware artillerie.
‘Ons luchtafweergeschut buldert, de granaatwerper ratelt, en het geweervuur suist over de sneeuw naar schimmen in witte camouflagepakken,’ schreef een SS-soldaat naar huis.

Door de strenge vorst konden de gesneuvelden niet begraven worden. Op sommige plekken gebruikten de Duitsers lijken als zandzakken.
Toen de aanval van de parachutisten twee dagen later voorbij was, lagen er 800 Russen dood in de sneeuw.
Een week later probeerden 3000 andere Russische elitesoldaten Dobrosli en het vliegveld ten noordoosten van Demjansk te veroveren, maar opnieuw werden ze ‘weggevaagd’, aldus een SS-officier.
Na twee weken van zware verliezen trok Koerotsjkin zich terug. Maar de Duitsers lieten hun vijand niet ontsnappen. Overal werden de uitgeputte Russen opgejaagd – sommigen namen zelfs hun toevlucht tot kannibalisme om aan de hongerdood te ontkomen.
Een Duitse arts beschreef twee Russische lijken:
‘Twee bevroren lichamen, schedel verbrijzeld door een scherp voorwerp. Hersenen verwijderd. Het lijkt erop dat de hersenen zijn uitgelepeld.’
Van de 8500 Russische parachutisten keerde slechts 10 procent levend terug.
Gewonden per vliegtuig vervoerd
De Duitsers in de Zak van Demjansk overleefden dankzij de luchtbrug.
Hitlers troepen hadden een tekort aan worst en kogels
De zes Duitse divisies die in de Zak van Demjansk omsingeld waren, hadden iedere dag 200 à 300 ton aan bevoorrading nodig.

Vlees en citroenen in het laadruim
Hoewel de Duitse soldaten al op half rantsoen leefden, had de Zak van Demjansk elke dag 54 ton voedsel nodig – vooral varkensvlees in alle varianten, en het liefst natuurlijk braadworst. Fruit in blik en citroenen voorkwamen dat de soldaten scheurbuik kregen.

Hooi voor duizenden paarden
Er moest haver en hooi worden ingevlogen voor de 20.000 paarden van de Duitsers. In de sneeuw waren paarden handige trekdieren, die karren met spullen naar de manschappen brachten.

Tabak tegen de zenuwen
In de Tweede Wereldoorlog rookten bijna alle soldaten – ze werden er rustig van en het werkte tegen de honger. Soms kregen de omsingelde troepen ook chocolade en alcohol.

Kanonnenvoer
In de Zak van Demjansk was een voortdurend tekort aan artilleriegranaten, hoeveel de vliegtuigen er ook meenamen. Daarnaast werden er dagelijks duizenden kogels ingevlogen.

Tonnen benzine
De Duitse vracht- en pantserwagens hadden elke dag 21 ton brandstof nodig. Met name de reactietroepen, die bij een grote Sovjetaanval snel naar het front moesten komen, verbruikten veel benzine.
De transportvliegtuigen brachten niet alleen levensbelangrijke voorzieningen, maar namen ook gewonde soldaten mee terug – wat goed was voor het moreel. Maar deze evacuaties gingen niet altijd goed. Voor de Duitsers was het hartverscheurend om te zien hoe een brandend vliegtuig met gewonde kameraden aan boord neerstortte.
Als tegenzet verplaatste Morzik Duitse Messerschmitts naar bases vlak bij de frontlinie, om de Ju 52’s vanuit en naar Demjansk te begeleiden.
Elke dag gebeurde er wel een ramp in de lucht, maar vanaf eind maart kregen de Duitsers de overhand – en dat was te zien in de statistieken:
waar de Duitsers in maart 52 transportvliegtuigen hadden verloren, werden er in april slechts acht neergeschoten.
In april steeg de temperatuur en smolt de sneeuw in de Zak van Demjansk. De keihard bevroren wegen veranderden in één grote helse modderpoel.

Duitse Stuka's vielen het Rode Leger genadeloos aan om de ijzeren ring die de Russen rond Demjansk hadden gelegd te doorbreken.
Door de modder verloren de Russen hun tactische voordeel, en de Duitsers profiteerden van het voorjaar door generaal Walther von Seydlitz-Kurzbach met twee divisies naar Demjansk te sturen – en een corridor te forceren voor de noodlijdende, omsingelde troepen.
Met steun van Stuka-vliegtuigen die de Russische eenheden vanuit de lucht bestookten, vocht Von Seydlitz-Kurzbach zich een weg naar het dorp Ramoesjevo.
Hier stuitte hij op 21 april op Duitse soldaten die op datzelfde moment probeerden uit te breken.
‘Ondanks de vijandelijke overmacht hebben jullie gewonnen. Wat jullie hebben bereikt, behoort tot de beste prestaties van de Duitse troepen,’ zei de bevelhebber vol trots.
Voor het eerst in drie maanden hadden de soldaten van Von Brockdorff-Ahlefeldt weer genoeg te eten. In de weken daarna werd de corridor beveiligd met prikkeldraad en 22.000 mijnen, om te voorkomen dat de Russen het gebied in handen kregen.
Tegelijkertijd versterkten genietroepen de modderige wegen met boomstammen en bouwden ze bruggen om de modder te ontlopen.
‘Mijn Führer, ik verzeker u dat de Luftwaffe het 6e Leger kan bevoorraden.’ De belofte van Göring voordat Stalingrad omsingeld wordt
Vrachtwagens met wapens en munitie reden onafgebroken de Zak van Demjansk binnen. Vanaf half mei vervoerden de Duitsers dagelijks ongeveer 100 ton voorraden via de corridor, waardoor de gevaarlijke vluchten naar Demjansk niet meer nodig waren.
Dankzij de corridor werd de Zak van Demjansk nu gezien als een van de vooruitgeschoven posities die Hitler zo graag wilde. In de Wolfsschanze juichte de Führer, terwijl Stalin in Moskou kookte van woede.
Zes maanden later verlegden de twee rivalen hun aandacht echter naar Stalingrad in het zuiden. Hier wist het Rode Leger in de herfst van 1942 bijna 300.000 Duitse troepen te omsingelen. Maar dit keer zou het succes van Göring in Demjansk hun fataal worden.
Succes tegen een hoge prijs
De divisies van Von Brockdorff-Ahlefeldt zaten nog vast in Demjansk toen Hitler en zijn generaals in november 1942 bijeenkwamen om te beslissen wat ze konden doen met het omsingelde 6e Leger in Stalingrad.
Opnieuw wees Hitler elke vorm van evacuatie af, en de opperbevelhebber van de Luftwaffe, Hermann Göring, dacht dat hij de oplossing had.
‘Mijn Führer, ik verzeker u dat de Luftwaffe het 6e Leger kan bevoorraden. Ik weet dat ik het kan,’ beloofde Göring.
Hij verwees hiermee naar het succes van de luchtbrug in Demjansk. Gemiddeld hadden de vliegtuigen 273 ton per dag geleverd, en Göring garandeerde dat de Luftwaffe dit kon verhogen tot 500 ton indien nodig.
‘Ik heb geen reden om aan hem te twijfelen,’ zei Hitler toen de andere generaals protesteerden en zijn garantie een utopie noemden.
En inderdaad, al gauw bleek Görings luchtbrug naar Stalingrad een luchtkasteel. Met amper 90 ton aan bevoorrading per dag, verhongerden en bevroren veel Duitsers in het omsingelde Stalingrad. Op 2 februari 1943 gaven de restanten van het 6e Leger zich over aan de Russen.

De Duitsers in Stalingrad raakten door hun voorraden heen en moesten zich overgeven.
Luchtbrug naar Stalingrad werd een fiasco
Na zijn succes bij Demjansk steeg het succes Göring naar zijn hoofd. Hij beweerde dat de Luftwaffe 300.000 omsingelde soldaten in Stalingrad kon bevoorraden. Zijn belofte kreeg fatale gevolgen.
Het succes van Demjansk lag nog vers in zijn geheugen toen Hitler in november 1942 300.000 Duitse troepen beval om Stalingrad te blijven verdedigen – ook al waren ze omsingeld door een miljoen Sovjetsoldaten.
De Führer geloofde dat de opperbevelhebber van de Luftwaffe, Hermann Göring, voldoende voedsel en munitie kon leveren – via een luchtbrug, net als in Demjansk.
Maar hoewel het beleg van Stalingrad slechts 71 dagen duurde – een maand korter dan bij Demjansk – kwam Göring zijn belofte niet na; dit doordat de afstand tussen de Duitse luchtmachtbases en Stalingrad groter was en de Russen meer gevechtsvliegtuigen hadden.
Vanwege de afstand moesten de vrachtvliegtuigen ook zonder escorte vliegen. De nederlaag bij Stalingrad kwam nazi-Duitsland duur te staan, en Hitlers troepen trokken zich steeds verder terug van het Oostfront.
Duitse soldaten
Demjansk: 96.000
Stalingrad: 300.000
Bevoorrading nodig per dag
Demjansk: 200 ton
Stalingrad: 500 ton
De luchtbrug leverde elke dag
Demjansk: 273 ton gemiddeld
Stalingrad: Zelden meer dan 137 ton
De nederlaag zou een beslissende invloed hebben op de Tweede Wereldoorlog. Hierna konden de Duitsers de oorlog niet meer winnen.
Medaille voor dubieuze overwinning
Na de ramp bij Stalingrad stemde Hitler in met de evacuatie van de troepen van Von Brockdorff-Ahlefeldt in Demjansk.
Op 17 februari 1943 – een jaar na de omsingeling – marcheerden de eerste Duitse troepen door de Ramoesjevo-corridor. 10 dagen later verliet de laatste soldaat Demjansk.
Hitler presenteerde het Duitse verzet in de zak als een enorme defensieve overwinning. Iedereen die erbij betrokken was, ontving het ‘Demjanskschild’ – een van de slechts zes campagne-insignes die het Derde Rijk tijdens de Wereldoorlog uitdeelde.
Maar in werkelijkheid was deze zelfverklaarde triomf duurbetaald: hoewel de luchtbrug de benodigde voorraden had geleverd, verloor de Luftwaffe 387 bemanningsleden en 265 vliegtuigen – waaronder 125 transportvliegtuigen.

Duitse soldaten droegen hun Demjanskschild met trots na hun overwinning op de Russische overmacht. Maar Hitlers capriolen kwamen Duitsland duur te staan.
Naast de gigantische verliezen, die de Luftwaffe aanzienlijk verzwakten, zaten de meeste vliegtuigen en bemanningsleden, net als de omsingelde soldaten, in 1942 vast in een klein en relatief onbelangrijk gebied.
Volgens historici hadden de mankracht en het materieel veel beter ergens anders kunnen worden ingezet – bijvoorbeeld bij Stalingrad.