Spitfire-wrak bevatte botresten
75 jaar nadat een Spitfire was neergestort tijdens de Tweede Wereldoorlog, groeven archeologen de overblijfselen op. Tussen de brokstukken troffen ze botsplinters van de piloot aan.

Groot-Brittannië bouwde tijdens de Tweede Wereldoorlog zo'n 22.000 Spitfire-toestellen.
20-jarige piloot kwam om
Op 22 november 1940 stortte een Spitfire-toestel neer in een moeras in het oosten van Engeland. De piloot, de 20-jarige Harold Edwin Penketh, had slechts 13 vlieguren in een Spitfire op zijn naam staan toen zijn vliegtuig ter aarde stortte. Penketh was op slag dood, en zijn lichaam werd geborgen en naar Brighton gestuurd, waar hij vandaan kwam. Daar werd de omgekomen piloot door zijn familie begraven.
Nu, 75 jaar na het ongeluk, hebben archeologen botresten gevonden tussen de brokstukken van Penkeths vliegtuig, een Mark 1 Spitfire X4593. Forensisch geneeskundigen bevestigen dat de botfragmenten van de jonge piloot zijn.
Uit onderzoek is gebleken dat het zuurstofsysteem van het vliegtuig wellicht haperde, maar mogelijk heeft Penketh het ongeluk zelf veroorzaakt.
Wat de oorzaak ook was, het toestel raakte in een duikvlucht en stortte neer in een moeras. Doordat het wrak volliep met water en modder, kwam het twee meter onder de grond te liggen.
Jongetje was getuige van het ongeluk
De destijds 8-jarige Tony Redhead zag het ongeluk gebeuren. Zoals veel van zijn leeftijdgenoten tijdens de oorlog zat hij op de trap voor zijn ouderlijk huis in Cambridgeshire om gevechtsvliegtuigen als de Hurricane, Spitfire en Lancaster Bomber te bekijken.
Maar deze dag was anders dan de andere. Drie Spitfires van de Royal Air Force kwamen overvliegen. Het toestel met Harold Edwin Penketh aan de stuurknuppel was op trainingsmissie, en toen het een hoogte van 8,5 kilometer bereikte, raakte het plotseling uit koers en viel het als een baksteen naar beneden.
'Ik kan me het enorme lawaai nog goed herinneren,' zegt de nu 83-jarige Redhead tegen de Britse krant The Telegraph.
'Opeens hielden de motoren ermee op en stortte het vliegtuig loodrecht naar beneden,' vervolgt hij.
Op zo'n 600 meter hoogte wist de bemanning het toestel recht te trekken, maar al snel begon het weer te duiken, tot het zich met de neus naar voren in de grond boorde.
Archeologen zijn trots op Spitfire-vondst
Zeven dagen lang groeven archeologen van Oxford Archaelogy East in het drassige terrein waar de Spitfire van Penketh neerstortte.
'Het is erg spannend, en een grote uitdaging. Ik heb over de hele wereld opgravingen gedaan, maar als je kunt zeggen "wij hebben een Spitfire opgegraven" is dat wel heel bijzonder,' zegt projectleider Stephen Macaulay in de Britse krant Daily Mail.
Hoewel het vliegtuig 75 jaar in een Engels moeras lag, hebben de archeologen van alles uit de grond gehaald.
Naast de botresten zijn de cockpit, de contolepanelen en een van de benzinetanks opgegraven.
Ook het horloge van Penketh en een sigarettenetui met de initialen HEP doken op, even als de Merlin-motor, een rubberen neksteun en delen van de vleugel.