De Slag om Stalingrad in het kort
Achtergrond
De oorlog aan het oostfront gaat het tweede jaar in als de Duitsers het belangrijke Stalingrad aanvallen.
Verloop
De Russen zetten 300.000 Duitse soldaten klem, die zich daarna noodgedwongen overgeven.
Gevolg
De nederlaag put het Duitse leger uit. De Sovjet-Unie valt vervolgens op alle fronten aan.
Het front bij Stalingrad, 10 januari 1943
Het Duitse 6e Leger was al twee maanden omsingeld. In het geheim had het Rode Leger 200.000 soldaten laten aanrukken om de vijand uit te schakelen.
Na een paar rustige dagen breekt op 10 januari 1943 om 8.05 uur de hel los op de steppen ten westen van Stalingrad.
Een bijtende sneeuwstorm raast over het verlaten terrein, als het vuur van duizenden kanonnen en stalinorgels de hemel verlicht. Dan doorbreekt een oorverdovend gebulder de stilte.
De Duitse soldaten in de loopgraven kruipen dichter op elkaar, terwijl de Russische artillerie 55 minuten lang onophoudelijk op ze in beukt.
Bij elke inslag vliegen aarde en dodelijke metaalsplinters door de lucht.
Het bombardement is zo intens dat een Russische artillerieofficier met nauwverholen trots zegt dat de vijand er maar op twee manieren uit kan komen: ‘dood of voor eeuwig krankzinnig’.

De olievelden rond de Kaukasus waren eigenlijk het hoofddoel van de Duitse Wehrmacht, maar Hitler kon de kans niet voorbij laten gaan om de naar Stalin genoemde stad in te nemen.
De Duitse generaal Edler von Daniels doet de dag droogjes af als een ‘enigszins onrustige zondag aan het front’, maar de Russische beschrijving is dichter bij de waarheid.
Op de bevroren steppe zijn de loopgraven lang niet diep genoeg.
Bovendien zijn de Duitse frontsoldaten uitgehongerd en uitgeput na weken te hebben geleefd op een dieet van waterige soep en een paar honderd gram brood. Ze hebben te weinig munitie, en de afstand tussen de zware wapens in de verdedigingslinie is veel te groot.
Precies om 9.00 uur houdt het kanongebulder op en klinkt er een onheilspellend geronk van dieselmotoren. De aarde trilt als honderden loodzware Russische T-34-tanks op de kapotgeschoten Duitse stellingen af komen.
Kort daarop volgen duizenden en nog eens duizenden Russische soldaten, met bajonetten op hun geweren, in sneeuwwitte uniformen.
Onder hoerageroep en het socialistische strijdlied de Internationale zingend zet de levende muur zich in beweging en overrompelt de Duitse verdedigers totaal.
‘Operatie Ring’, zoals het offensief tegen de Duitse troepen in Stalingrad wordt genoemd, is begonnen.
Het front bij Stalingrad, 11. januari
Het offensief van het Rode Leger gaat zijn tweede dag in. Op vele plaatsen aan het front doorbreken Russische troepen de Duitse verdediging.
Voor de Duitse troepen komt de Russische aanval niet als een verrassing.
Twee dagen eerder had de Russische bevelhebber Georgi Zjoekov het 6e Leger een laatste ultimatum gesteld.
Via geluidswagens langs de frontlinie en in tienduizenden pamfletten die werden uitgeworpen had Zjoekov directe overgave geëist, en daarbij beloofd de krijgsgevangenen humaan te behandelen.
Het alternatief was volgens de Russische generaal ‘de algehele uitroeiing van de Duitse troepen tot en met de laatste man’.

Georgi Zjoekov was de beste generaal van de Sovjet-Unie. Hij leidde de bevrijding van Stalingrad en de aanval op Berlijn.
Het antwoord van de opperbevelhebber van het 6e Leger, generaal Friedrich Paulus, is een duidelijk nee. Niemand in het Duitse leger twijfelt er daarom aan dat een aanval aanstaande is.
Toch kunnen de Duitsers hun verdedigingslinie niet vasthouden wanneer de aanval van het Rode Leger komt.
In de sneeuwstormen is het ondoenlijk loopgraven in de bevroren grond uit te hakken.
In plaats daarvan gebruiken de Duitsers de bevroren lijken van gevallen kameraden en Russische soldaten als dekking. Maar de harde lichamen helpen nauwelijks tegen tanks en zware artillerie.
De Duitsers kunnen zich slechts terugtrekken, niet in de richting van Duitsland en het veilige westen, maar steeds verder naar het oosten in het in snel tempo kleiner wordende omsingelde gebied rond Stalingrad.
Het front bij Stalingrad, 13 januari
Het eerste doel van de Russen is het vliegveld bij Pitomnik, waar de meeste depots van het 6e Leger liggen.
Drie dagen lang leidt sergeant Günther Wallrawe de georganiseerde terugtrekking van zijn onderdeel.
Bij 20 graden vorst en in hevige sneeuwstormen hakken zijn mannen een aantal keer noodgedwongen verdedigingsstellingen uit in de bevroren grond, maar steeds breken de Russen door naburige verdedigingslinies.
Om niet omsingeld te raken laat Wallrawe zijn mannen zich steeds verder terugtrekken in de richting van Pitomnik en Stalingrad.

Enorm offensief doorbrak beleg
Op 10 januari begon het Rode Leger een offensief om Stalingrad te bevrijden.
In november 1942 sloot zich een ijzeren ring om het Duitse 6e Leger. Ondanks meerdere ontzetpogingen bleef het leger ingesloten, en in januari 1943 besloten de Russen de overgebleven tegenstand uit te schakelen.
Rond 200.000 troepen, met steun van tanks en zware artillerie, dreven de volgende twee weken de Duitsers in het nauw op een steeds kleiner gebied.
Eind januari naderden ze de rivier de Wolga bij Stalingrad en splitsten de Duitse troepen in tweeën. Twee dagen later gaf het 6e Leger zich over.
12 kilometer ten westen van het belangrijke vliegveld krijgt Wallrawe echter orders om de terugtrekking te stoppen bij een treinstation. Het bevel is duidelijk: de stelling moet tot de laatste man verdedigd worden.
De jonge sergeant weet zeker dat hij zal gaan sterven als Russische stormtroepen het station aanvallen. Tijdens de eerste aanvalsgolf krijgt hij een kogel in zijn maag. Normaal gesproken zou dat dodelijk zijn, maar niet bij Stalingrad.
Zoals bij veel andere Duitse soldaten redt een lege maag, die veel minder maagzuur produceert dan een volle, hem het leven. Zijn vitale organen komen niet in aanraking met de bijtende vloeistof.
Zwaargewond kruipt de sergeant naar het veldhospitaal in Pitomnik. Een paar uur later wordt hij geëvacueerd aan boord van een groot transportvliegtuig van de Luftwaffe.
De startbaan bij Pitomnik, 13 januari
Duizenden gewonden komen naar Pitomnik, waar maar enkele vliegtuigen zijn.
Voor Raymond Beyer is de situatie onwerkelijk. Twee maanden eerder is de 39-jarige veteraan als een van de laatsten naar Stalingrad gekoment. Vandaag is hij een van de laatsten die de stad verlaten.
Beyer ligt op een brancard bij de landingsbaan met schotwonden in beide benen en ziet gefrustreerd vliegtuig na vliegtuig opstijgen zonder hem. 12 kilometer verderop proberen Duitse soldaten met handwapens tijd te rekken om de gewonden te kunnen evacueren.
Beyer brengt een heel etmaal door in Pitomnik, tot hij eindelijk in een van de wachtende vliegtuigen wordt gedragen. Om hem heen staan SS-soldaten met machinegeweren om andere gewonden weg te houden.
De strijd om een plaats in het bevrijdende vliegtuig is hevig, en regelmatig wordt er geschoten op de jammerende soldaten. Pas als hij aan boord is, kan Beyer opgelucht ademhalen.
Als een piloot hem wat brood geeft, grist een korporaal het uit zijn handen en eet het op.
Beyer vindt het een vorm van rechtvaardigheid dat de man even later in elkaar zakt en sterft.
Het ondervoede lichaam kon dat voedsel zo ineens niet aan.
Het vliegveld bij Pitomnik, 14 januari
De Duitsers vechten om de controle over de twee vliegvelden Pitomnik en Goemrak te behouden, de enige manier voor het 6e Leger om het geïsoleerde Stalingrad in of uit te komen.
De chaos in Pitomnik is totaal. Honderden bebloede mannen met verband om vechten om vooruit te komen in de lange rijen. De door soldaten met machinegeweren beschermde artsen verdelen de gewonden in drie categorieën:
zwaargewonden gaan naar de landingsbaan en komen dichter bij hun redding. Soldaten met bevroren ledematen en vleeswonden gaan meteen terug naar het front. En mannen met een schotwond in de rechterhand worden naar buiten gesleept en doodgeschoten.
De artsen herkennen het meteen als iemand zichzelf heeft verwond om weg te komen uit Stalingrad.

Op de vlucht lieten de Duitsers in paniek tanks, artillerie en gewonde soldaten achter.
Voor de gelukkigen begint op de startbaan een nieuwe strijd, nu voor een plaats in een vliegtuig.
Wie niet zelf kan lopen is kansloos en ligt passief op een brancard.
Mannen met krukken en verband om het hoofd vechten om een plek, en de frontlinie is nu zo dichtbij dat granaten van de zware Russische kanonnen regelmatig inslaan op de landingsbaan.
’Onze ondergang is onvermijdelijk’ Friedrich Paulus, Duitse generaal bij Slag om Stalingrad
Zelfs soldaten die de vliegtuigen weten te bereiken zijn niet veilig. Vaak klimmen veel te veel mensen aan boord van de vrachtvliegtuigen van de Luftwaffe.
De grote gevaartes moeten snel klimmen om aan het geschut een paar kilometer verderop te ontkomen, en de zware last is een gevaar.
Soms vragen de piloten te veel van hun vliegtuig en beginnen de motoren te loeien als het toestel bijna loodrecht hangt voordat ze afslaan. Voor de soldaten duurt de paniek slechts kort.
Ze zijn ten dode opgeschreven. Onwerkelijk langzaam vallen de vliegtuigen achterover voor ze neerstorten in een inferno van vuur.
De Russische steppe, ten oosten van Pitomnik, 15 januari
De Duitsers hebben Pitomnik opgegeven. Gewonden proberen het veldhospitaal bij het vliegveld van Goemrak te bereiken.
De zwaargewonden in Pitomnik worden achtergelaten voor de Russen, als de Duitsers zich terugtrekken naar het kleinere vliegveld van Goemrak.
Op de steppe ploeteren uitgehongerde en gewonde soldaten door de sneeuw. Hun bevroren voeten zijn gewikkeld in reepjes doek.

Burgers zaten gevangen in het kruisvuur tussen de Russische en Duitse troepen. Op de foto zie je een oudere Russische vrouw die zich had verstopt maar door Duitse soldaten wordt ontdekt. Zomer 1942.
Door de vorst zijn hun lippen opengebarsten en zien hun gezichten er wasachtig uit. Regelmatig valt er iemand van uitputting dood neer.
Op zo’n moment telt elke seconde. Andere soldaten kleden de dode snel uit voordat de kleding aan het lichaam vastvriest.
De gelukkigsten krijgen nieuwe laarzen, die het verschil tussen leven en dood kunnen betekenen. Met een beetje nieuwe hoop door dit extra laagje bescherming lopen ze verder.
Omsingeld gebied rond Stalingrad, 16 januari
600 artsen zijn met het 6e Leger mee naar Stalingrad gekomen. Tijdens de slag proberen ze tevergeefs gewonden te helpen.
De echte helden van Stalingrad zijn de ambulancechauffeurs en de artsen.
In kapotgeschoten ambulances waarvan alleen het chassis nog over is, pendelen ze onverschrokken tussen het front en Goemrak, zich er terdege van bewust dat voertuigen voor de Russische vliegtuigen en tanks een hoofddoel zijn.
Telkens weer zien de Duitse frontsoldaten de ambulances in volle vaart opduiken en met gewonden aan boord verdwijnen.
De meeste chauffeurs moeten het met hun leven bekopen. Voor de artsen zou zelfmoord met gif een uitweg zijn, maar hun plichtsbesef is te groot.
Zelfs de enkeling die een plaats in een vliegtuig aangeboden krijgt, slaat dit botweg af.
Van de 600 artsen die met het leger naar Stalingrad kwamen, verlaat niet één de strijd voortijdig.
Ten westen van het vliegveld bij Goemrak, 19 januari
Het gebied dat onder controle was van het 6e Leger is in negen dagen gehalveerd en wordt steeds kleiner.
In negen dagen breekt het Rode Leger keer op keer door de Duitse verdedigingslinies heen.
Vaak heeft het 6e Leger de loopgraven zonder slag of stoot in paniek verlaten, en de soldaten van het Rode Leger treffen overal in de steek gelaten stellingen aan.
Ze verbazen zich over de enorme hoeveelheden geweren, mortieren en veldgeschut die hun Duitse collega’s in de loopgraven hebben achtergelaten.
VIDEO: Russische ooggetuige vertelt over gevechten in Stalingrad
Bij Goemrak zijn er zo veel wapens dat het Russische 64e Leger geen plaats kan vinden om zijn artillerie op te stellen.
Meestal gebruiken ze de veroverde schuttersputjes hiervoor, maar naarmate ze dichter bij Stalingrad komen liggen deze vol dode Duitsers.
Goemrak, 22 januari
Het ooit zo gedisciplineerde Duitse leger valt uit elkaar. De officieren moeten extreme maatregelen nemen om nog een beetje orde te kunnen houden.
Zelfs tot de meest Hitler-getrouwe soldaten is de realiteit doorgedrongen: het 6e Leger wordt door de Russen verpletterd. Binnen een paar uur zal Goemrak vallen, en elk vliegtuig dat nu opstijgt kan het laatste zijn.
Door de hopeloze situatie valt het gedisciplineerde Duitse leger uit elkaar. Zelfs hooggeplaatste officieren proberen nu aan de dood te ontsnappen door weg te komen.
Met een vals bevel verschaft een jonge overste zich een plaats aan boord van een vliegtuig en landt anderhalf uur later buiten het omsingelde gebied. Hij hoopt dat zijn afwezigheid niemand opvalt in de chaos rond Goemrak.

Stalingrad werd verwoest door Duitse vliegtuigen. Tussen de brokstukken vonden genadeloze gevechten plaats.
Maar als de chauffeur van de officier rapporteert dat de overste verdwenen is nadat hij naar Goemrak was gegaan, wordt generaal Friedrich Paulus woedend.
Hij neemt meteen contact op met de leiding van de eenheid en eist dat de deserteur teruggevlogen wordt om terechtgesteld te worden.
Door plaatsgebrek is dat echter niet mogelijk, en hij wordt ter plekke geëxecuteerd.
Ten oosten van Goemrak, 22 januari
Haastig verlaten de Duitsers Goemrak. Ze laten zwaargewonden en gevangenen achter.
Als soldaten van het Rode Leger bij een door prikkeldraad afgesloten gebied bij Goemrak komen, zijn ze geschokt.
In dit open kamp liggen duizenden naakte, bevroren lijken. Een klein groepje mannen zit dicht opeengepakt om zich te beschermen tegen de wind.
Ze hebben bij toeval een Duits gevangenenkamp gevonden, waar duizenden soldaten van het Rode Leger werden vastgehouden.

In het begin van de Slag om Stalingrad hadden de Duitsers de overhand over de Russische troepen, die werden teruggedreven naar de Wolga.
Zo’n 20 zijn er nog maar in leven, maar ze zijn zo uitgehongerd dat ze dood neervallen als hun redders brood en worst geven.
Een Russische filmploeg filmt de uitgemergelde lijken, en de beelden worden aan de bevolking getoond.
Een paar uur later denderen Russische tanks over de landingsbaan bij Goemrak. Honderden zwaargewonde Duitsers zijn op brancards in een veldhospitaal achtergelaten.
Zonder pardon worden ze verpletterd door de rupsbanden van de tanks of doodgeschoten door een snel geweersalvo.
Stalingrad-stad, 24 januari
Na twee maanden omsingeling is het leger uitgehongerd.
Goemrak is gevallen. En daarmee is elk sprankje hoop op overleven verdwenen. De dagelijkse rantsoenen zijn teruggebracht tot 50 gram brood en een kop waterige soep.
Als het meezit drijft er nog een erwtje of een meelballetje in de dunne, smakeloze vloeistof.
Twee maanden van omsingeling hebben hun tol geëist, en het 6e Leger is eind januari niet veel meer dan een verzameling wandelende skeletten.
Als het laatste grammetje vet verbrand is, is de pijn bij elke beweging ondraaglijk, en zelfs geharde veteranen jammeren tijdens het marcheren van ellende.
’Er komt een dag dat toekomstige generaties met trots zullen spreken over de gevechten van het 6e Leger’ Hermann Göring, hoofd van de Luftwaffe
Paulus ziet zich genoodzaakt kannibalisme te verbieden, maar waarschijnlijk houdt dat de soldaten niet tegen. De kou echter wel.
Bij meer dan 20 graden vorst worden de lijken zo hard dat er geen reepje vlees van afgesneden kan worden.
Ook de bevroren dode paarden blijven onaangeroerd.
Alleen als de genie langskomt met een zaag, kunnen de soldaten een beetje kostbaar vlees van de broodmagere paarden snijden en wat eiwitten binnenkrijgen.
Het front bij Stalingrad, 25 januari
De Luftwaffe probeert de troepen vanuit de lucht te bevoorraden. Elke dag vliegt ze over Stalingrad en dropt haar voorraden.
Voor de piloten van de zware Condor-transportvliegtuigen worden de vluchten naar Stalingrad steeds moeilijker. Vaak moeten ze omkeren en vluchten met Jak-jagers achter zich aan.
Ook hebben Russische eenheden eindeloze rijen luchtafweergeschut opgesteld langs de meest gebruikte routes naar Stalingrad.
Zodra de routes gewijzigd worden, past het geschut zich aan. Sinds half november is de Luftwaffe elke dag ongeveer vijf toestellen kwijtgeraakt.
Zelfs vliegtuigen die het afweergeschut voorbij komen kunnen niet veel hulp bieden. De Russische geheime dienst heeft de code gebroken die bij de droppings gebruikt wordt.

In januari waren de paarden geslacht, en had het 6e Leger bijna geen diesel meer. Duitse bevoorradingstroepen sleepten het voedsel en de spaarzame munitie op sleden naar het front.
Luftwaffe moest leger in leven houden
Volgens berekeningen had het 6e Leger ongeveer 500 ton voorraden per dag nodig om te overleven. De Duitse luchtmacht zorgde voor de aanvoer.
Toen het net zich sloot om het 6e Leger in november 1942 probeerden de Duitsers een gigantische luchtbrug op poten te zetten.
Militaire experts schatten dat de 200.000 ingesloten soldaten elke dag 500 ton voorraden nodig hadden.
De Luftwaffe haalde vliegtuigen van alle fronten weg om te helpen, maar al snel bleek dat het ondoenlijk was.
Zelfs toen de Duitsers ook de twee vliegvelden in Goemrak en Pitomnik in handen hadden, konden de piloten van de Luftwaffe maar 150 ton voedsel en munitie per dag vervoeren.
Russisch luchtafweergeschut haalde veel vliegtuigen neer, en het Rode Leger veroverde een aantal Duitse vliegvelden in het westen.
Zo werden de piloten gedwongen nieuwe startbanen steeds verder weg van Stalingrad te gebruiken.
Na de val van Goemrak stond de Luftwaffe voor een onmogelijke taak.
Alles moest met parachutes gedropt worden, en de voorraden vielen vaak in Russische handen.
Als de zware vliegtuigen dichterbij komen, zwaaien de Russische soldaten met rode, groene en gele fakkels.
Zo laten ze de nietsvermoedende Duitse piloten hun lading droppen en kunnen ze de duizenden winterjassen, laarzen, wapens en voedingsmiddelen confisqueren.
En als er al containers aankomen blijkt het gebrek aan organisatie schrijnend.
Een Duitse sergeant vertelt dat zijn eenheid hoopvol een container opende, maar alleen pakjes peper vond.
Droogjes merkt de sergeant op dat ze de specerij misschien het beste in de ogen van de vijand kunnen strooien.
De gevangenenkampen ten oosten van Stalingrad, 25 januari
Duizenden Duitsers deserteren of geven zich over. Hun laarzen en voedsel worden afgepakt en ze worden naar kampen ten oosten van Stalingrad gestuurd.
De duizenden Duitsers die de Russen gevangen hebben genomen, komen nu in de hel terecht.
Ze worden ondergebracht in grote kampen, vaak alleen een stukje steppe met metershoog prikkeldraad eromheen.
Op de bevroren grond liggen de mannen in gescheurde kleding.De gelukkigen hebben versleten laarzen aan, anderen hebben stukjes kleding van de doden om hun voeten ter bescherming tegen de ijskoude Siberische wind die door het kamp raast.

De Duitse soldaten werden krijgsgevangen gemaakt na de Slag om Stalingrad in de Tweede Wereldoorlog. Ze kwamen er al snel achter dat hun ontberingen nog lang niet voorbij waren.
Maar kou, honger en etterende wonden zijn niet de grootste marteling voor de gevangenen. Luizen hebben bezit genomen van de lichamen van de soldaten, die te zwak zijn om weerstand te bieden.
De bloedzuigende insecten bedekken iedere plek en laten overal rode, jeukende beten achter. De laag luizen is zo dik dat ze bij elkaar geschraapt kunnen worden als meel in een ton, meldt de militaire arts Hans Dibold, die de stervenden verzorgt.
Als de dood nabij is, verlaten de luizen het lichaam.
Stalingrad-stad, 26 januari
De Russen staan een paar kilometer van het Duitse hoofdkwartier in de kelder onder het warenhuis Unimag.
In de doolhof van kelderruimtes onder het warenhuis Unimag zit generaal Friedrich Paulus achter een donker gordijn.
Hier brengt de steeds apathischer wordende leider van de Duitse strijdkrachten zijn dagen door.
Liggend op zijn bed of ijsberend, terwijl hij de strategische besluiten overlaat aan zijn tweede man, generaal-majoor Arthur Schmidt.

Veldmaarschalk Friedrich Paulus werd na zijn gevangenneming een van de scherpste critici van het Hitler-regime. Hij stierf in 1956 in Dresden.
Als een adjudant hem het bericht brengt dat de Russen aan de Wolga staan en het 6e Leger in tweeën hebben gedeeld, dooft het laatste sprankje hoop op redding.
Hij stuurt meteen een telegram naar Berlijn waarin hij toestemming vraagt het 6e Leger over te geven.
‘De troepen hebben geen voedsel en munitie’, schrijft de generaal, en hij legt uit dat het leger uiteenvalt aan het hele front.
‘18.000 gewonden zitten opeengepakt in Stalingrad zonder medische verzorging. Onze ondergang is onvermijdelijk’, schrijft Paulus, en hij sluit zijn telegram af met de woorden:
‘Het leger vraagt toestemming zich over te geven en de laatste levens te redden.’

Naarmate de Slag om Stalingrad in de Tweede Wereldoorlog vorderde, werd het steeds moeilijker om dekking te zoeken, doordat veel gebouwen waren verwoest.
Hitlers antwoord is een luid en duidelijk nee. De troepen in Stalingrad houden zo veel Russische troepen bezig dat andere delen van het Duitse leger meer naar het westen tijd hebben om hun verdediging te organiseren.
En bovendien zou de val van Stalingrad een catastrofe zijn voor de nazi’s, die over slechts vier dagen met een grootse ceremonie zullen vieren dat de machtsovername tien jaar geleden plaatsvond.
De Führer bevordert Friedrich Paulus tot veldmaarschalk en wijst hem op de trotse geschiedenis van het Duitse officierskorps.
Geen veldmaarschalk heeft zijn leger of zichzelf ooit overgegeven. De boodschap aan Paulus is duidelijk:
pleeg zelfmoord of vecht tot de dood.
Berlijn, 30 januari
Hoewel Paulus smeekt om zich over te mogen geven, weigert Hitler. Stalingrad past perfect in de nazipropaganda.
In Duitse steden, in heel bezet Europa en zelfs hier in de ruïnes van Stalingrad klinkt de stem van Hermann Göring door de radio.
De gezette baas van de Luftwaffe spreekt van de ‘Vesting Stalingrad’, die bijna gevallen is, maar eeuwig voortleeft.

Hermann Göring was onder meer hoofd van de Luftwaffe en zegde meer voorraden voor het front toe dan mogelijk was. Dat had catastrofale gevolgen voor de soldaten in Stalingrad. Hier zie je Göring (midden) met Adolf Hitler (uiterst links), Martin Bormann (links van Göring) en Baldur von Schirach (rechts) bij Obersalzberg in 1936.
De soldaten luisteren met een mengeling van boosheid, ongeloof en spotlust naar het nazikopstuk, dat vanuit de veiligheid van Berlijn, 2200 kilometer verderop, op bombastische wijze de helden prijst:
‘Er komt een dag dat toekomstige generaties met trots zullen spreken over de gevechten van het 6e Leger’, meldt Göring, en hij zegt dat de slag herinnerd wordt als het fundament onder de overwinning van het Derde Rijk.
Voor de ingesloten soldaten in Stalingrad is de toespraak lachwekkend. De dikste man van Duitsland predikt moed en volharding voor de uitgehongerde troepen.
Paulus’ hoofdkwartier, 31 januari
Veldmaarschalk Friedrich Paulus stemt in met vredesbesprekingen.
Terwijl de twee Russische onderhandelaars door de gangen onder het warenhuis Unimag lopen, valt er een ongemakkelijke stilte. De Duitse soldaten zeggen geen woord, alsof de duivel zelf langsloopt.
Steeds verder verdwijnen de twee Russen in de doolhof, tot ze hun doel bereiken: een klein, eenvoudig kamertje, met alleen een bureau en een stoel op de harde betonnen vloer.
Op twee muren hangen landkaarten, en op de derde muur prijkt een grote hakenkruisvlag. Hier moeten de Russen wachten.
‘Het leger vraagt toestemming zich over te geven en de laatste levens te redden.’ Friedrich Paulus in een telegram aan Adolf Hitler
Alles is stil als Paulus’ tweede man, generaal-majoor Arthur Schmidt, de kamer binnengaat. Hij ziet er piekfijn uit in een keurig geperst uniform, met glad geschoren wangen en gekamde haren.
Als de generaal wat wil zeggen, bijt hij hem in korte zinnen toe: ‘Generaal Paulus is tot veldmaarschalk benoemd. Hij voert de Duitse troepen niet langer aan. Zijn hoofd staat er niet naar om met de Russen te praten.’
Generaal-majoor Schmidt heeft toestemming gekregen om alle vredesbesprekingen te leiden.
De Russische delegatie overhandigt het ultimatum, dat een onvoorwaardelijke overgave eist.

Soldaten van het Rode Leger vieren feest na de Duitse capitulatie.
Alle gevechtshandelingen moeten onmiddellijk gestaakt worden, en de Duitse soldaten moeten zich verzamelen op het ‘plein van de gevallen strijders’ in Stalingrad-Centrum, waar ze hun wapens moeten neerleggen.
Na de formele ondertekening van de documenten krijgen de Russen toegang tot het vertrek van Paulus. Ze treffen de generaal zenuwachtig ijsberend aan, zijn uniformjas hangt los.
De veldmaarschalk zegt zijn naam en rang en verklaart dat hij geen wapens draagt. Dan sloft hij naar buiten door de gangen van Unimag, naar de winterzon en Russische gevangenschap.
Stalingrad, 2 februari
De Slag om Stalingrad is voorbij.
Viktor Kontradenko, journalist bij de krant van het Rode Leger, bekijkt de kapotgeschoten stad verbijsterd. Uit de ruïnes komen duizenden en nog eens duizenden Duitse soldaten.
Een gigantische rij verslagen mannen, die hun wapens op een grote stapel gooien.
Vlak bij Kontradenko valt een jonge luitenant om van uitputting. De journalist hoort hem met steeds zwakkere stem zijn vriend roepen: ‘Peter! Peter!’
Deze gunt hem echter geen blik waardig. Hij zet zijn kraag op, haalt zijn schouders op en loopt door, zonder laarzen.
Hem wacht een mars van 5000 kilometer naar de Siberische kampen.

Kou, honger en ziekten kostten de meeste Duitsers al onderweg naar Siberië het leven.
Duitsers kregen een enkeltje naar de hel
Na de Slag om Stalingrad werden 200.000 soldaten van het 6e Leger door de Russen gevangengenomen en naar Siberië gestuurd. Slechts 5000 overleefden de werkkampen.
Volgens de Duitse legerleiding waren er bijna 200.000 Duitse soldaten in Stalingrad toen het 6e Leger zich overgaf.
Volgens het Rode Leger was het aantal krijgsgevangenen 95.000.
Wellicht kwam dit verschil doordat de Russen de gevangenen registreerden die de verzamelkampen 50 kilometer ten oosten van Stalingrad bereikten.
Waarschijnlijk kwamen tienduizenden die de tocht blootvoets aflegden om. Volgens historici bezweken ook vele uitgehongerde soldaten door ziekte onderweg. Misschien stierven er al 100.000 man tijdens de eerste mars.
Na registratie in de verzamelkampen ging de mars door naar Siberië, 5000 kilometer verderop. Hier werden de Duitsers toegevoegd aan het enorme aantal dwangarbeiders van de Russen.
Toen Stalin in 1953 stierf begon de vroegere Duitse bondskanselier Konrad Adenauer onderhandelingen met het Sovjetregime over de vrijlating van de Duitse krijgsgevangenen.
In 1955 liet de Sovjet-Unie hen gaan, en na 10 jaar keerden 5000 overlevenden naar hun vaderland terug.
De rest was bezweken aan honger, kou of zware arbeid.
Zo verging het de ooggetuigen
Niemand kent het lot van sergeant Günther Wallrawe of Raymond Beyer.
De arts Hans Dibold overleefde de oorlog en schreef zijn ervaringen op.
Generaal-majoor Arthur Schmidt zat 12 jaar gevangen in de Sovjet-Unie. Hij stierf in Karlsruhe in 1987.