Gierende windvlagen rukten aan de hakenkruisvlag die de soldaten net in de diepe sneeuw hadden geplant. In de zomer van 1942 kon het wel 52 graden worden op de steppen van de Kaukasus, maar hier, op de top van de Elbroes op 5642 meter hoogte, was het ook in augustus winter.
De soldaten lieten hun feestje echter niet door wat koude wind bederven. Het waren Duitse Alpenjagers, die zich prima thuis voelden tussen de besneeuwde berg-toppen.
Een gevoel van trots maakte zich van hen meester. Twee divisies hadden 200 kilometer gelopen om de hoogste berg van Europa te bereiken, en deze patrouille was het neusje van de zalm en had de eervolle opdracht gekregen om helemaal naar de top te klimmen.

De Alpenjagers brachten muildieren mee in onherbergzaam gebied.
Het zicht was bar slecht door mist en stuifsneeuw, maar de Alpenjagers wisten een paar foto’s te maken. Zo kon de pers in Duitsland deze jonge, gezonde helden op alle voorpagina’s zetten. Nu konden de soldaten aan de afdaling beginnen.
De Elbroes was veroverd en weldra zou de hele Kaukasus met zijn rijke olievelden in Duitse handen zijn. Dan was de zege aan het Oostfront een feit. De volgende dag ontdekten de Duitsers hun fout. Het was opgeklaard, en vanuit het dal zagen ze dat de vlag op de verkeerde top stond.
Er moest snel een expeditie naar de juiste berg, voordat iemand lucht kreeg van deze enorme blunder.

Zomer 1942: Duitsland was op zijn grootst toen de Alpenjagers het hakenkruis plantten op de top van de Elbroes: 2400 kilometer van de hoofdstad Berlijn.
Hitler reageerde op een onverwachte manier op het nieuws over de twee tochten in de Kaukasus: hij ontstak in woede. De Führer wilde de officieren die tijd verspild hadden aan zo’n potsierlijke propagandastunt het liefst voor de krijgsraad slepen.
Ze hadden moeten vechten voor de eindoverwinning. Hitler was nooit vies geweest van propaganda, maar wellicht waren zijn zenuwen met hem aan de haal gegaan. Er stond dan ook veel op het spel in deze augustusdagen.
De Wehrmacht was bezig aan een veldtocht die Duitsland toegang moest geven tot de onuitputtelijke oliereserves van de Sovjet-Unie. Maar als het offensief mislukte, zouden de Duitsers de oorlog onherroepelijk verliezen, zo wist Hitler.
Hitler is uit op Stalins olie
De opmars in de Kaukasus was ingegeven door de mislukking van de grote aanval op de Sovjet-Unie een jaar eerder. De Wehrmacht had weliswaar in korte tijd veel terreinwinst geboekt, maar de wegen waren slecht en de afstanden groot, en Operatie Barbarossa kwam vlak buiten Moskou piepend en krakend tot stilstand.
Stalin was niet verslagen en in de winter gingen de Russen in de tegenaanval.
Na het fiasco in Rusland ging de oorlog een nieuwe fase in. Sinds het uitbreken van de gevechten in 1939 hadden de Duitsers uitsluitend korte offensieven gevoerd, die ze allemaal razendsnel hadden gewonnen. Zo konden de troepen rusten en op krachten komen voor de volgende aanval.
Maar nu moest de Führer zich schikken in een uitputtingsslag met de Russen, en daarvoor moest er olie komen. Voor de strijd waren zeven miljoen vaten olie per maand nodig, maar er werden er slechts vijf miljoen geproduceerd.
De reserves waren al in het najaar van 1941 opgebruikt, waarna alle legeronderdelen op rantsoen gesteld werden.

Duitsland had 7,35 miljoen vaten olie per maand nodig, maar had er slechts 5,35 miljoen beschikbaar.
Brandstof was schaars goed in de oorlog
De oorlog tegen de Sovjet-Unie leidde tot een groot olietekort in Duitsland. Hitler had nieuwe olievelden nodig om te winnen.
Nazileider Adolf Hitler had het in de jaren 1920 al over Lebensraum voor de Duitsers in het oosten. Hij wilde Duitsland zelfvoorzienend maken, zodat een blokkade niet tot hongersnood zou leiden en de industrie in zwaar weer zou brengen zoals in de Eerste Wereldoorlog was gebeurd.
Maar het land werd juist afhankelijker van geïmporteerde goederen, zoals brandstof, want de eigen grondstoffen waren slechts goed voor een kwart van het verbruik.
Toen de oorlog in 1939 uitbrak, schroefde Hitler de eigen productie op en ging bondgenoot Roemenië olie winnen. Bovendien exporteerde Jozef Stalin grote hoeveelheden olie naar Duitsland – op dat moment nog zijn bondgenoot.
Maar na de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in 1941 was dat afgelopen. De depots waren al snel leeg en de Wehrmacht had ondanks rantsoenering een tekort van 1,9 miljoen vaten olie per maand.
Olievoorziening in 1939
- Bron: Miljoenen vaten per jaar
- Oliebronnen in Duitsland: 4
- Synthetische olie (van steenkool): 9
- Import uit Europa (vooral Roemenië): 4
- Import uit de rest van de wereld: 28
Maar Hitler zag wel een oplossing toen hij in de eerste maanden van 1942 de landkaarten bestudeerde: de Kaukasus, waar zich de rijkste olievelden van de Sovjet-Unie bevonden, lag binnen bereik, en als de Duitsers al die olie wisten buit te maken, zouden de tankdivisies nooit meer zonder brandstof zitten.
Het olieveld Majkop produceerde 19 miljoen vaten per jaar, dat bij Grozny 32 miljoen en uit Bakoe aan de Kaspische Zee haalde Stalin maar liefst 190 miljoen vaten.
Volgens specialisten zou Hitler de productie snel kunnen opstarten als hij de olievelden had veroverd, maar in hun enthousiasme vergaten ze wat er in 1941 was gebeurd met het olieveld in Oekraïne dat in Duitse handen was gevallen: de Russen hadden er zo veel beton in gestort dat het een jaar later nog onbruikbaar was.
En de generaals die het plan uit moesten voeren, zagen een offensief in de Kaukasus niet zitten.
Führer luistert niet naar argumenten
In het vroege voorjaar van 1942 waren de hoogste Duitse officieren somber gestemd. Ze waren vanaf het begin tegen de aanval op de Sovjet-Unie geweest omdat dat land zelfs voor de machtige Wehrmacht een maatje te groot was.
De Duitsers hadden veel manschappen, vliegtuigen en tanks verloren, waardoor de troepen die diep in Rusland waren doorgedrongen, uiterst kwetsbaar waren.
De Wehrmacht moest in het defensief blijven aan het Oostfront, zo meenden de meeste generaals. Een enkeling repte zelfs van een terugtrekking tot aan de grens.
‘Als ik de olie van Majkop en Grozny niet weet te bemachtigen, moet ik de oorlog beëindigen.’ Adolf Hitler
Maar volgens Hitler zat de legertop vol angsthazen die beperkingen zagen in plaats van mogelijkheden, en hij ontsloeg de ergste zwartkijkers. Hij bombardeerde zichzelf tot opperbevel-hebber en ging zich meer bemoeien met de gang van zaken aan het front.
Tegen de zomer stond er nog maar één officier zo dicht bij de Führer dat hij diens beslissingen kon beïnvloeden: Franz Halder. Maar als chef van de generale staf van de Wehrmacht moest hij de bevelen van Hitler uitvoeren.
‘Het ging om wilskracht,’ zei een naaste medewerker van Halder, generaal Günther Blumentritt, na de oorlog tegen een Britse historicus. In 1942 raadde de Duitse stafchef een offensief af nadat hij een inlichtingenrapport onder ogen had gekregen waaruit bleek dat de Sovjet-Unie maar liefst 600 tot 700 nieuwe tanks per maand produceerde.
‘Toen Halder dat vertelde, sloeg Hitler met zijn vuist op tafel en zei dat dat onmogelijk was. Hij geloofde nooit dingen die hij niet wenste te geloven.’
Hitler had besloten dat het Rode Leger sterk verzwakt was na de verliezen van 1941. Dat idee werd de officiële leer van de Wehrmacht toen Hitler in april 1942 Führerbefehl 41 uitvaardigde:
‘Zodra het weer en het terrein het toestaan, moeten we het initiatief herwinnen en de vijand onze wil opleggen door middel van het superieure Duitse leiderschap en de superieure Duitse troepen.’
Alles moest worden ingezet om de olie van de Kaukasus in handen te krijgen. ‘Als ik de olie van Majkop en Grozny niet weet te bemachtigen, moet ik de oorlog beëindigen,’ verklaarde Hitler.
Generaal Halder had zijn punt gemaakt, en nu moest hij als een gehoorzame soldaat een plan opstellen voor een operatie waar hij niet in geloofde. Het resultaat was een strategisch meesterwerk.

Russen die Duitsland in 1941 krijgsgevangen maakte, verhongerden massaal. In latere jaren werden ze tewerkgesteld.
Gevangenen bleven in leven
Aan de vooravond van de aanval op Rusland in 1941 deelde Hitler zijn generaals mee dat de oorlogsregels aan het Oostfront niet zouden gelden.
Hij wilde niet alleen land veroveren, maar de communistische ideologie en de bevolking van Untermenschen met wortel en tak uitroeien. Daarom stelde hij de regels van de Geneefse Conventies voor de behandeling van krijgsgevangenen buiten werking.
‘In deze strijd zijn genade en respect voor internationale wetten verkeerd. Deze vormen een bedreiging voor onze veiligheid en de snelle pacificatie van bezet gebied.’
- Führerbefehl van Adolf Hitler, uitgevaardigd op 6 juni 1941
Het ging de Duitsers voor de wind en zo’n 3,3 miljoen Russen gaven zich over. 2,8 miljoen van hen kwamen binnen zes maanden om doordat ze op open velden zonder sanitaire voorzieningen werden vastgehouden.
Ze kregen nauwelijks te eten. Zelfs in de vernietigingskampen van de nazi’s stierven de gevangenen niet zo snel als in de kampen aan het Oostfront.
In 1942, toen hij met tegenslag te maken kreeg, moest Hitler zijn beleid veranderen. Anders dan hij had verwacht was de Sovjet-Unie niet ingestort, en de oorlogsindustrie in Duitsland zat te springen om arbeidskrachten.
Voortaan werden Russische gevangenen naar Duitse fabrieken en boerderijen gebracht. Daar vielen nog steeds veel doden, maar dat waren er lang niet zo veel als in de krijgsgevangenenkampen.
Stalin helpt een handje
Aan het eind van het voorjaar had de zon de Russische steppen uitgedroogd, maar de Duitsers verroerden zich niet. Aan de andere kant van het front had Jozef Stalin de conclusie getrokken dat de Wehrmacht verzwakt was, en de Sovjetleider gaf orders voor een offensief.
750.000 troepen van het Rode Leger rukten op naar de industriestad Charkov in Oekraïne. Infanterie en geschut van de Wehrmacht pareerden de aanval, en pas toen het Russische offensief was stilgevallen, zette Halder zijn tanks in.
De pantserdivisies naderden het Rode Leger van twee kanten en Stalin moest zijn troepen halsoverkop terugtrekken. In drie weken tijd raakten de Russen bijna 300.000 man kwijt, terwijl de Duitse verliezen beperkt bleven tot 20.000.
Deze Slag bij Charkov toonde aan dat de Duitsers nog steeds de meesters van de bewegingsoorlog waren. Ze hadden minder tanks dan de Russen, die bovendien slechter waren, maar dankzij goed opgeleide officieren, effectieve luchtsteun van de Luftwaffe en veel radio’s om hun aanvallen te coördineren hadden de Duitsers het Rode Leger slim in de tang weten te nemen.
Na een winter vol tegenslagen was deze overwinning net wat de Wehrmacht nodig had. De roekeloze aanval van Stalin had een offensief makkelijker gemaakt: ‘Het Rode Leger had veel krachten verspild die het tegen onze aanval in had kunnen zetten,’ zo zei Blumentritt.
Bijna de hele maand juni waren de Duitsers zich aan het voorbereiden, en op de 28e was het zo ver. De codenaam van de operatie luidde Fall Blau.

Hitler had zijn geliefde hond Blondie meegenomen naar het Werwolf-complex.
Hitler verhuisde naar Oekraïne
In de zomer van 1942 verliet de Führer de Wolfsschanze in Oost-Pruisen. Zijn nieuwe hoofdkwartier in Oekraïne heette Werwolf. Daar wilde hij meer voeling met het Oostfront krijgen.
Russische krijgsgevangenen bouwden in de lente van 1942 een nieuw hoofdkwartier voor de Führer. Zodra Hitler het in juni betrokken had, liet hij alle arbeiders executeren. Ze wisten te veel.
Het complex Werwolf lag verborgen in een bos en bood plaats aan een legertje stafofficieren en bedienden.
Achter het prikkeldraad stonden een militaire commandocentrale en een bunker, maar ook barakken met een eetzaal, sauna en bioscoop, waar de generale staf kon ontspannen.
Werwolf werd gebouwd om Hitler de gelegenheid te geven het grootscheepse offensief Fall Blau van dichtbij te leiden. Hij had welbeschouwd echter net zo goed in de Wolfsschanze in Oost-Pruisen kunnen blijven, want al bij het begin van de gevechten was Hitler ruim 700 kilometer van het front verwijderd, en die afstand nam alleen nog maar toe terwijl de Duitsers oprukten.
In september was het minder ver naar Berlijn dan naar de eenheden in de Kaukasus. De Führer gaf bevelen zonder de omstandigheden te kennen.
Hitlers gezondheid liet hem bovendien in de steek in Oekraïne. Vanwege de zomerhitte was het er bijna niet te harden, en het was zo vochtig in het hoofdkwartier dat Hitler in juli een zware griep kreeg. Toch bleef hij tot oktober, toen de Duitse opmars tot stilstand was gekomen.
Hij keerde in 1943 twee keer kort terug, maar een jaar later werd het complex opgeblazen om het niet in Russische handen te laten vallen.
De Wehrmacht brak snel door de Russische linies; het Rode Leger was nog niet bekomen van de zware verliezen bij Charkov. De opmars verliep zo snel dat zelfs de meest sceptische Duitse generaals ervan stonden te kijken.
Binnen drie weken stonden de Duitsers aan de machtige rivier de Don, waarna de laatste en beslissende fase van Fall Blau kon beginnen. De olievelden van de Kaukasus, die Duitsland onoverwinnelijk moesten maken, waren nu binnen handbereik. De pantserdivisies hoefden er alleen nog heen te rijden.
Tanks gaan de Kaukasus in
Volgens het plan de campagne van stafchef Halder zou generaal Ewald von Kleist de olievelden als eerste bereiken. In 1942 was Von Kleist een van de meest ervaren pantsergeneraals die grote overwinningen in Frankrijk en de Sovjet-Unie op zijn naam had staan. Hij had ook de genadestoot uitgedeeld bij Charkov. Er werd heel wat van hem verwacht.
VIDEO: Kijk hoe de Duitse oorlogsmachine oprukt over de steppe
Toen Von Kleist zijn 1e Pantserleger in beweging bracht, wist hij dat hij nog een lange weg te gaan had. Het was 330 kilometer naar de velden van Majkop en Grozny lag 750 kilometer verderop.
Zelfs Hitler dacht niet dat Von Kleist voor de winter verder dan Grozny zou komen. Het offensief maakte een vliegende start toen de Duitse genie twee bruggen wist te bouwen over de 150 meter brede Don.
Het Rode Leger was pas een paar dagen later in staat tot een tegenaanval, en toen waren de tanks van Von Kleist al een heel stuk opgeschoten.
‘Geen stap terug!’ Stalins Bevel 227
Ze rukten op naar het zuiden en stelden belangrijke knooppunten veilig voordat de Russen de verdediging van de grond kregen.
Een geërgerde Stalin vaardigde Bevel 227 uit, waarin hij waarschuwde voor de gevolgen van een Duitse opmars: ‘Als we onze terugtrekking niet onmiddellijk een halt toeroepen, komen we zonder brood, zonder metalen, zonder grondstoffen, zonder fabrieken en zonder spoorlijnen te zitten,’ luidde de sombere voorspelling van de Sovjetdictator.
De soldaten moesten vechten, en Stalin stelde lafaards en paniekzaaiers strenge straffen in het vooruitzicht. De laatste woorden van het bevel waren glashelder: ‘Geen stap terug!’
De troepen aan het front hadden echter weinig aan deze boodschap uit Moskou. Von Kleist denderde dwars door alle eenheden heen die bleven staan in plaats van te vluchten.
En de situatie werd er niet rooskleuriger op toen de Duitsers op 29 juli de enige spoorlijn tussen de Kaukasus en de rest van de Sovjet-Unie overstaken en lamlegden.
Voor één keertje hadden de Duitsers aan het Oostfront meer en betere tanks dan de vijand.
Duitse wapens in 1942

Maschinengewehr 42
De Duitse infanterie had meer vuurkracht dan de vijand dankzij het machinegeweer MG 42. De geallieerden noemden het wapen ‘Hitlers cirkelzaag’ vanwege het snerpende geluid dat het maakte.
De loop werd snel heet en was binnen een paar tellen te vervangen.

Volkswagen Type 166
De blitzkrieg werd vertraagd door de slechte wegen en vele rivieren van Rusland. Daarom bouwde Volkswagen een amfibieauto die op het moeilijkste terrein uit de voeten kon. Tijdens het varen dienden de voorwielen als roer.

Marder II (Sonderkfz. 132)
Duitse tanks waren in 1941 geen partij voor de Russische T-34. Het bouwen van betere tanks kostte tijd, en in de tussentijd kwam er een noodoplossing: verouderde Duitse pantservoertuigen werden voorzien van een buitgemaakt kanon.
Een paar Russische T-34’s wisten weliswaar via veerboten over de Kaspische Zee het front te bereiken, maar de Duitsers hadden vooral te maken met Britse en Amerikaanse tanks die de geallieerden via Perzië aan het Rode Leger hadden geleverd.
Die waren te traag voor de snelle oorlog aan het Oostfront en hadden altijd een gebrek aan munitie en reserveonderdelen.
Vreugde in hoofdkwartier Werwolf
In de zomer van 1942 ontving de Führer uitsluitend goed nieuws van het front in zijn gloednieuwe hoofdkwartier Werwolf in Oekraïne. Het Rode Leger toonde zich een reus op lemen voeten, precies zoals hij had gedacht.
En zijn generaals waren bangeriken – Franz Halder voorop. Hitler dacht terug aan 1940, toen híj alleen had geloofd in een overwinning op het grote Frankrijk – en gelijk had gekregen.
Hitler was jaloers op Stalin, zo bekende hij tijdens een diner waarbij ook Halder aan tafel zat: de Sovjetleider kon harder optreden tegen eigenwijze generaals dan de Führer.
Na de grote zuiveringen van de jaren 1930 was het Rode Leger een werktuig in de handen van de dictator. Het was doordesemd van ideologie en de wil van de leider was wet.
Een dergelijk fanatisme trof Hitler helaas niet aan in het Duitse officierenkorps. ‘De Duitse officieren hebben telkens bezwaren, sputteren tegen en steunen mij onvoldoende,’ klaagde hij. Omdat hij zijn generaals wantrouwde, bemoeide hij zich met de kleinste details aan het front, dat honderden kilo-meters verderop lag.
En zelfs toen Hitler ziek werd, nam de stroom bevelen uit het Führerhauptquartier niet af. Eind juli 1942 had hij een zware griep onder de leden en nam hij een aantal besluiten die rampzalig zouden blijken.
Halder wilde van zijn in zijn ogen onmogelijke taak af en probeerde zijn ontslag in te dienen, maar Hitler aanvaardde het niet. De Führer was het vaak met Halder oneens, maar hij had behoefte aan mannen zoals hij om de Wehrmacht gezond te houden.
En het offensief leek de olie op te gaan leveren die volgens Hitler nodig was om de oorlog te winnen. Begin augustus naderden de tanks van Von Kleist de velden van Majkop.
Speciale eenheden gaan op de olie af
De Duitsers gingen er niet vanuit dat de Russen de olie-installaties heel zouden laten als ze zich terugtrokken uit Majkop. Daarom had Von Kleist speciale troepen meegenomen die sabotage door het Rode Leger moesten voorkomen.
Het Sonderverband Brandenburg – de leden werden de Brandenburgers genoemd – was opgericht door de Duitse inlichtingendienst Abwehr. De soldaten waren gespecialiseerd in commandoacties achter de vijandelijke linies, waar ze spioneerden, valse informatie in omloop brachten en doelen veiligstelden.
De Brandenburgers spraken vreemde talen en hesen zich regelmatig in het uniform van de vijand. De eenheid die Von Kleist onder zijn bevel had, bestond vooral uit Duitsers uit het Baltische gebied die Russisch spraken.
Op 1 augustus 1942 gingen 62 Branden-burgers op weg naar Majkop. Ze wisten eenvoudig door te dringen op Russisch grondgebied, want op dat moment was het front dankzij de snelle opmars van Von Kleist uiteengevallen.
Ze moesten 100 kilometer rijden, maar de Brandenburgers werd geen strobreed in de weg gelegd: ze droegen het uniform van de gevreesde inlichtingendienst NKVD.
In Majkop veroverden de speciale troepen twee communicatiecentra, en via radio en telefoon verspreidden ze het bericht dat de Wehrmacht de stad al aan het omsingelen was.
Hierdoor pakten meerdere eenheden van het Rode Leger hun biezen nu het nog kon. De eerste fase van de actie was geslaagd.

De Duitse troepen legden vele kilometers af terwijl het Rode Leger voor hen uit vluchtte.
Het volgende onderdeel van het plan bleek een stuk lastiger. De olievelden van Majkop waren over een groot gebied verspreid, en de 62 mannen konden alleen de dichtstbijzijnde bereiken.
En nu hielpen zelfs de NKVD-uniformen niet meer. Eenheden van het Rode Leger bliezen de jaknikkers op, goten ijzer en beton in de boorgaten en staken een groot aantal olietanks in brand.
Toen de troepen van Von Kleist op 9 augustus Majkop bereikten, hadden de Brandenbugers maar 29 tanks met ruwe olie gered. Het zou maanden duren om de productie weer op te starten en een transportroute op te zetten naar de olie-raffinaderijen in Duitsland.
En de slag om de Kaukasus was nog lang niet voorbij. Na de eerste successen begonnen donkere wolken zich samen te pakken.
Benzine raakt op
Hitler had de oliebronnen aangewezen als het belangrijkste doel van 1942, maar hij wedde op meerdere paarden. Terwijl Von Kleist naar het zuiden trok, had de Führer andere troepen naar het oosten gestuurd.
Deze operatie moest voor-komen dat de Russen het offensief in de Kaukasus zouden dwarsbomen of op andere plaatsen zouden aanvallen.
Twee grote offensieven tegelijk was echter meer dan Duitsland aankon. In de tweede helft van augustus meldde Von Kleist dat hij geen vijanden voor zich zag, maar ook geen voorraden achter zich.
De Duitse tanks vielen slechts 200 kilometer van de oliestad Grozny stil vanwege brandstofgebrek. Ze waren door hun bescheiden reserves heen en na de snelle opmars was de afstand tot de depots van de Wehrmacht te groot geworden.

Binnen zes weken wisten de Duitsers de olievelden van Majkop te bereiken. Ze hoorden nog net hoe ze opgeblazen werden en zagen de zo belangrijke olie in rook opgaan.
Het transport van de voorraden over de slechte wegen kostte veel tijd en de vrachtwagens die de benzine vervoerden, slurpten er zelf ook van.
‘Een klein beetje brandstof kwam per vliegtuig, maar dat was te weinig om het momentum van de opmars te bewaren,’ zei Von Kleist na de oorlog. ‘We stopten net toen we er het best voorstonden.’
De transporten via de lucht waren buitengewoon kostbaar. Een goedkopere, maar zeer trage methode was vervoer van voorraden per kameel.
Zo ging er veel tijd verloren en kreeg het Rode Leger in de Kaukasus de gelegenheid zich te hergroeperen en op adem te komen. Er werden bovendien verse troepen aangevoerd via de Kaspische Zee.
De Russische verdediging werd ziender-ogen sterker toen Von Kleist in september 1942 met veel moeite de rivier de Terek bereikte. Het terrein werkte evenmin mee: hoe dichter hij bij de bergen van de Kaukasus kwam, hoe ruiger en beboster het werd.
Ook de rivier was een flinke uitdaging, want de genietroepen waren achterop geraakt. Alle brandstof die er beschikbaar was, ging naar de tanks.
Stalingrad gooit roet in het eten
De Terek zou de grens worden voor de Duitse opmars. En volgens generaal Von Kleist was dat aan de Duitsers zelf te wijten: ‘Brandstofgebrek was niet de belangrijkste oorzaak van het mislukken van het offensief. We hadden het doel kunnen bereiken als mijn troepen niet stukje bij beetje waren weggehaald om te helpen bij de aanval op Stalingrad.’
Hitler had die stad willen veroveren om het Duitse offensief in de Kaukasus te steunen, maar het verkeersknooppunt en centrum van industrie aan de Wolga had weinig strategisch belang.
‘Aanvankelijk was Stalingrad niet meer dan een naam op een landkaart,’ zei Von Kleist na de oorlog. Volgens meerdere deskundigen had de Wehrmacht de stad eind juli 1942 eenvoudig kunnen innemen als het juiste aantal troepen en vliegtuigen ingezet was.
Maar op dat moment gaf Hitler nog de hoogste prioriteit aan de Kaukasus. Het Rode Leger had daardoor de tijd om de verdediging voor te bereiden, en toen de Duitsers in de nazomer eindelijk de buitenwijken van Stalingrad bereikten, stuitten ze op hevig verzet.
Voor Hitler was het zonneklaar. De strijd om de Kaukasus was zo goed als gewonnen. Hij zag er dan ook geen been in om troepen naar Stalingrad te verplaatsen, dat hij koste wat kost geheel wilde veroveren.
De Wehrmacht blonk uit in manoeuvreoorlogvoering op open terrein en kon slecht uit de voeten in de ruïnes van Stalingrad. Omdat de inname van de stad zo traag ging, zette Hitler steeds meer troepen in bij de Slag om Stalingrad, die niet van belang was voor de verovering van de Kaukasus.
‘Naast enkele gemotoriseerde troepen moest ik alle luchtafweereenheden en vliegtuigen afstaan, behalve verkenningstoestellen,’ aldus Von Kleist.
Ook andere, kleinere ondernemingen slokten krachten op. Hitler eiste dat de hele Zwarte Zeekust veroverd werd, zodat de asmogendheden voorraden en olie via zee konden vervoeren. Door die operatie werd de Duitse frontlinie nog langer en moest Von Kleist met nog minder mannen oprukken naar Grozny.
Hitler zet alles in en verliest
In zijn overwinningsroes had de Führer te veel doelen aangewezen, waardoor de Duitsers bij Stalingrad en in de Kaukasus te zeer versnipperd raakten. De stafchef zag de ramp aankomen, maar de dictator wilde niet naar hem luisteren.
‘Halder maakte de Führer diets dat hij weigerde in te staan voor de gevolgen van een voortzetting van het offensief,’ zei de assistent van de stafchef, generaal Blumentritt. ‘Hij werd eind september ontslagen.’
De gevechten om Stalingrad werden steeds bloediger terwijl de troepen in de Kaukasus stilstonden. En in de herfst gebeurde waar Halder bang voor was geweest. Stalin was al een hele tijd reserves aan het verzamelen voor een tegenaanval, die in november losbarstte. Russische tanks baanden zich een weg door het uitgedunde Duitse front.
Stalingrad werd omsingeld en 300.000 Duitsers zaten in de val. Generaal Halder had gelijk gehad toen hij in het voorjaar waarschuwde dat de Wehrmacht te zwak was voor grootse offensieven aan het Oostfront.
Maar ook Hitler had er niet geheel naast gezeten: zonder olie om de vliegtuigen en tanks operationeel te houden, was de oorlog inderdaad verloren. Toch moest het Duitse volk nog veel offers brengen.

De Luftwaffe slaagde er niet in de omsingelde soldaten in Stalingrad te bevoorraden.
Stalingrad deed Duitsers de das om
Na zijn overwinningen in 1942 wist Hitler zeker dat hij de oorlog zou gaan winnen. In zijn overmoed stuurde hij 850.000 troepen naar Stalingrad.
Vóór het grote offensief in 1942 was Stalingrad slechts een ‘naam op een kaart’, zoals een Duitse generaal zei. Maar in de loop van het jaar werd de stad die de naam van zijn aartsvijand droeg steeds belangrijker voor Hitler.
Helaas was Stalin er alles aan gelegen om de stad in handen te houden en keek ook hij niet op een leven meer of minder. Terwijl de Duitsers zich een weg vochten door de straten van Stalingrad, bouwde Stalin in het najaar een enorme strijdmacht op in het achterland.
Hij wilde er gebruik van maken dat alle Duitsers in de stad waren terwijl de flanken verdedigd werden door zwakkere Italianen, Hongaren en Roemenen. Het Rode Leger begon aan Operatie Uranus toen de vorst het terrein begaanbaar had gemaakt voor tanks.
Op 19 november namen drie Russische legers het 130 kilometer ten noorden van Stalingrad op tegen één Roemeens leger.
De Roemenen waren kansloos en moesten honderden vijandelijke tanks doorlaten. De volgende dag vielen de Russen ten zuiden van de stad aan. Ook daar stuitten ze op Roemeense verdedigers, die niets konden uitrichten.
In Stalingrad zelf vroeg het 6e Duitse Leger toestemming om zich terug te trekken nu het nog kon, maar Hitler weigerde en een paar uur later zaten de Duitsers als ratten in de val.
Maandenlang leden de Duitsers honger en werden ze van alle kanten bestookt. Op 2 februari 1943 gaven de laatste zich over. Er waren 250.000 soldaten gesneuveld.
Na deze nederlaag moesten de Duitsers verder naar het zuiden zich terugtrekken. Al het veroverde gebied was verloren.